Havenconflict in VS opgelost na akkoord
Werkgevers en bonden hebben zondag een akkoord bereikt dat de rust moet doen weerkeren in de havens aan de Amerikaanse westkust.
De overeenkomst biedt de werkgevers de mogelijkheid technologische vernieuwingen door te voeren. De havenarbeiders krijgen in ruil een loonsverhoging en betere pensioenvoorzieningen.
Bemiddelaar P. Hurtgen, die namens de federale overheid de partijen tot elkaar moest brengen, liet in een toelichting weinig los over de details van de overeenkomst. De kracht van het akkoord zit volgens hem vooral in de looptijd van zes jaar, die langdurig kalmte moet brengen in de havens.
Het arbeidsconflict leidde in september tot een staking die de 29 havens tussen San Diego en Seattle tien dagen lam legde. Een uitspraak van een federale rechter was nodig om de havens weer in bedrijf te krijgen. Met gebruik van de zogeheten Taft-Hartley-wet uit 1947 dwong president Bush een afkoelingsperiode van tachtig dagen af, in de hoop dat de partijen elkaar alsnog zouden vinden.
De werkgevers willen met computergestuurde machinerie een efficiëntere afhandeling van vracht tot stand brengen. Het akkoord staat dat nu toe, maar de modernisering heeft wel het verlies van vierhonderd tot vijfhonderd banen tot gevolg.
De zeehavens in de staten Californië, Oregon en Washington zijn van groot belang voor de Amerikaanse economie. Jaarlijks wordt op de kades voor meer dan 300 miljard dollar aan goederen afgehandeld. Daarbij gaat het vooral om elektronica, auto’s, auto-onderdelen en speelgoed uit Azië. De geschatte economische schade als gevolg van de arbeidsonrust bedraagt 1 miljard dollar per dag.