Verhagen wist niet van aangifte tegen Ayalon
Minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) wist niet dat er aangifte was gedaan tegen de Israëlische minister Ami Ayalon toen hij in aanwezigheid van Ayalon sprak op een bijeenkomst van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) op 18 mei dit jaar.
Dat schrijven Verhagen en minister Hirsch Ballin (Justitie) dinsdag in antwoord op vragen van de SP en GroenLinks. Zij wilden opheldering over het uit Nederland laten ontglippen van de Israëlische minister, tegen wie op 16 mei aangifte was gedaan wegens foltering. Als hoofd van de geheime dienst Shin Beth zou hij verantwoordelijk zijn geweest voor de marteling van Palestijnen.SP en GroenLinks wilden ook weten of er sprake was van contact tussen Nederlandse en Israëlische ambtenaren om te voorkomen dat Ayalon zou worden opgepakt. Volgens de ministers was daarvan echter geen sprake.
Advocate Liesbeth Zegveld beklaagde zich vorige maand bij het gerechtshof in Den Haag dat Nederland de Israëlische minister had laten ontglippen, toen deze in het land was. Zij had op 16 mei aangifte tegen hem gedaan en om zijn aanhouding gevraagd namens haar cliënt, de Palestijn Khalid Al Shami.
Zij had in de aangifte duidelijk laten weten dat Ayalon Nederland op 20 mei weer zou verlaten. Het noodzakelijke advies van de top van het Openbaar Ministerie dat de Israëlische minister geen onschendbaarheid genoot, kwam op 21 mei.
GroenLinks en de SP wilden weten of Verhagen en Hirsch Ballin het niet betreurden dat dit advies vertraagd tot stand kwam en dat Ayalon zo kon wegkomen. Maar volgens Verhagen en Hirsch Ballin is er geen sprake van een vertraagd advies. Er is gepaste zorgvuldigheid en voortvarendheid betracht, stellen zij. Op de vraag of ze het betreuren dat de Israëlische minister niet is aangehouden, geven ze geen antwoord.