Commentator Liesbeth Wytzes in Elsevier:„Een documentaire is geen basis voor beleid of voor het aanzwengelen van een maatschappelijk debat. Het zou gaan om 3 procent van de jeugd die zich in portieken met elkaar onledig zou houden. Een heel kleine minderheid dus.

Het is schandalig dat de minister zich laat verleiden tot algemene uitspraken over de seksuele moraal van de jeugd, die op niets zijn gebaseerd. Het overgrote deel van de jeugd doet niks verkeerd en heeft helemaal geen hulp nodig van welke hulpverlener of minister ook. Er zal altijd een deel van de bevolking zijn dat problemen heeft op het gebied van de moraal, maar pas als dat aantal enorm toeneemt, is het tijd om aan de bel te trekken.”

Filosoof Paula Kuitenbrouwer in een opinieartikel in Trouw:

„De zorg over media-beïnvloeding van opgroeiende jongeren is terecht. In het buitenland lijkt hier meer aandacht voor te bestaan. Ouders nemen daar initiatieven, en praten over het moderne seksdictaat. Een voorbeeld is het boek en de website ”Temptation of a Generation”, die als een David probeert op te staan tegen Goliath van de pornoindustrie, met zijn 19 miljard dollar omzet.

In Nederland wordt de discussie over internetporno veelal van tafel geveegd met het argument dat je niet moet ”betuttelen”. Maar het gaat hier niet om betuttelen, wel om ouderschap dat niet eindigt wanneer een jongere gaat ronddolen in een virtuele wereld.”

Het commentaar van NRC Handelsblad:

„Op de vraag die Rouvoet zichzelf gisteren in de Kamer stelde -„doen we de goede dingen?”- past dus een geclausuleerd antwoord. Zolang hij de problemen in de jeugdzorg effectief oplost is het ”ja”. De jeugdinspectie constateert dat het toezicht op kwetsbare kinderen, die zijn toevertrouwd aan de Staat, tekortschiet. Dát zou hem in beslag moeten nemen. Als vakminister stelt Rouvoet zich levensbeschouwelijk neutraal op en dient hij zich te concentreren op de Jeugdzorg en de veiligheid van de kinderen. Het is jammer dat de moralist Rouvoet hem daarbij voor de voeten loopt, want die gebruikt het ministerschap om particuliere christelijke standpunten over gezin en jeugd uit te venten. Dat wekt irritatie.”

Columnist Hugo Borst in het Algemeen Dagblad:

„Rouvoet als minister van Gezinszaken beschouwend kom je maar tot één angstaanjagende conclusie: moeten we kerk en staat niet eens echt gaan scheiden?”

Adjunct-hoofdredacteur Peter de Jonge in het Algemeen Dagblad:

„Ieder zinnig mens zal het eens zijn met de stelling van minister André Rouvoet dat de seksuele moraal onder een kleine groep kinderen angstaanjagend ver is doorgeslagen. (…) In het verleden raakten mensen, niet zelden onder sociale of religieuze druk, met zichzelf in de knoop omdat seks een taboe was. In bepaalde kringen is maagdelijkheid nog altijd een voorwaarde voor het huwelijk. Dat is misschien wel net zo bedreigend voor de geestelijke gezondheid als de snoepjesseks van jonge kinderen.

Daardoor is het wezenlijk dat Rouvoet ook precies aangeeft wat dat ”iets” is van zijn actieplan en onder welke voorwaarden we ”het” van hem wél mogen doen.”