Debat over doodstraf juist nodig
Het debat over de doodstraf is in Nederland deze week verboden door de politieke elite. De argumenten tegen de doodstraf moeten blijkbaar geheim blijven, constateert mr. drs. Michiel Visser.
Hij bepleit een open debat. De Haagse reacties op het pleidooi voor het herinvoeren van de doodstraf door LPF-lijsttrekker Hilbrand Nawijn zijn symptomatisch voor de ideologische braafheid die één van de oorzaken is van de crisis waarin de Nederlandse politieke elite verkeert. Een crisis die eruit bestaat dat toonaangevende deelnemers aan het publieke debat een consensus aanhangen waarvan onder geen omstandigheid mag worden afgeweken, of die zelfs niet in twijfel getrokken mag worden, ook niet wanneer een aanzienlijk deel van de bevolking heel anders denkt dan de elite. De reacties op Nawijns voorstel zijn een typisch voorbeeld van de verstikkende ”politieke correctheid”, die als een deken over de Haagse kaasstolp hangt.
Laten we echter niet vergeten dat het juist deze kloof tussen politiek en samenleving is die de opkomst van het Fortuynisme mogelijk heeft gemaakt. Dat Nawijn zijn uitspraken haastig heeft ingetrokken, doet niets af van het belang van deze zaak.
Met name de reactie van premier Balkenende spreekt boekdelen. Volgens de minister-president gaat het hier om een ”merkwaardig standpunt, ondenkbaar en onuitvoerbaar. Het past niet in de Europese rechtspositie.” En verder: „Ministers hebben wel enige ruimte, zeker in verkiezingstijd. Maar hier past terughoudendheid. De doodstraf kennen we niet in Nederland, en dat zou je ook niet moeten willen.”
Maar ook de andere politieke leiders waren eensgezind. Volgens Wouter Bos (PvdA) speelt Nawijn in „op sentimenten in de Nederlandse samenleving waarmee verantwoordelijke politici heel voorzichtig dienen om te springen.” Gerrit Zalm (VVD) sprak van „een stap te ver.” Met andere woorden: spreken over de doodstraf mag niet.
Onbeschaafd
Maar waarom eigenlijk niet? Waarom wordt er gewoon geen discussie gevoerd? Waarom zegt premier Balkenende niet: „Mijn partij is tegenstander van de doodstraf om principiële en praktische redenen. Principieel, omdat wij als christelijke partij de waarde van het menselijke leven zeer hoog hebben, en het onjuist vinden dat de overheid iemand ter dood zou brengen, ongeacht wat die persoon gedaan moge hebben. Praktisch, omdat er altijd de mogelijkheid bestaat dat een onschuldige ter dood wordt veroordeeld, hetgeen onaanvaardbaar zou zijn.”
De noodzaak van deze discussie doet zich des te meer voelen omdat uit opinieonderzoek blijkt dat een aanzienlijke minderheid van minstens 40 procent of, gelang de peiling, zelfs een kleine meerderheid van de Nederlandse bevolking, onder bepaalde omstandigheden voorstander is van de doodstraf. Als de politieke elite er zo diep van overtuigd is dat de doodstraf immoreel is, komt Nawijns voorstel eigenlijk goed uit. Is dat immers niet bij uitstek het moment om je tot het volk te richten en duidelijk te maken waarom je tegen bent, en waarom dat zo belangrijk is? Als het zo evident is dat de doodstraf onbeschaafd is, zal het vast niet moeilijk zijn om het publieke debat hierover te winnen.
Nederland heeft, net als ieder ander westers land, langdurig de doodstraf gekend. De doodstraf is nog niet zo lang geleden (in 1870) afgeschaft, en is tijdelijk heringevoerd na de Tweede Wereldoorlog. Onder militair strafrecht werden na 1945 190 doodvonnissen uitgesproken, waarvan 43 voltrokken, de laatste op 21 maart 1952. Was Nederland vijftig jaar geleden werkelijk het toonbeeld van een onbeschaafd land? Dat geldt dan voor het hele Westen, omdat in Neurenberg oorlogsmisdadigers op grond van ”ex post facto”-recht ter dood zijn gebracht.
Twijfelachtig argument
Ziet premier Balkenende werkelijk de Neurenberger processen als dieptepunt in de westerse beschavingsgeschiedenis? Als de Nederlandse staat oorlogsmisdadigers ten onrechte ter dood heeft gebracht, vindt de premier dan dat de Staat nabestaanden van deze slachtoffers financieel zou moeten compenseren, en gaat hij binnenkort namens de Staat excuses aanbieden? En zo nee, waarom dan niet?
Het argument dat de doodstraf niet bij de westerse beschaving hoort is twijfelachtig. De politieke traditie waarin premier Balkenende zich plaatst, staat namelijk op z’n best ambivalent ten opzichte van de doodstraf. In het Oude Testament komt de doodstraf veelvuldig voor en het Evangelie veroordeelt de doodstraf niet (zie bijv. Rom 13:1-4, Lev. 24:17, Deut. 17:6, Ex. 21:15). Een belangrijk grondlegger van de Nederlandse christen-democratie als Abraham Kuyper was vanuit zijn christelijke beginselen dan ook onverdeeld voorstander van „het wreken van de geschonden gerechtigheid.” In de Verenigde Staten, toch ook onderdeel van de Westerse beschaving, kent de doodstraf brede steun.
Dit artikel is geen verdediging van de doodstraf, maar een oproep tot vrije discussie. Immers, wanneer een standpunt tot dogma verhardt, ontstaat het gevaar dat discussie over het dogma taboe wordt. Vervolgens wordt vergeten waarom men eigenlijk dit standpunt aanhangt.
Het debat over de doodstraf is in Nederland verboden door de elite. De argumenten tegen de doodstraf moeten blijkbaar geheim blijven. Discussie over dit onderwerp is volgens de minister-president „ondenkbaar.”
De prijs die Nederland betaalt voor deze politieke correctheid, deze angst om in vrijheid te disputeren, is dat standpunten die écht gevaarlijk en verkeerd zijn zich in het geniep, in het duister, vermenigvuldigen. Deze politieke correctheid veroorzaakt in Nederland een veenbrand - je merkt er weinig van aan de oppervlakte, maar zij woedt voort. Soms slaat de brand aan het oppervlakte uit, zoals in mei 2002. Als samenleving zullen we moeten afwachten wat de prijs is van onze keuze voor dogma boven debat.
De auteur is bestuurslid van de Edmund Burke Stichting, de onafhankelijke conservatieve denktank.