Odink vreest kritiek EU op soepeler mestnormen
Staatssecretaris Odink van Landbouw denkt dat Brussel het Nederlandse verzoek voor een versoepeling van de mestnormen niet zal accepteren. Bij de behandeling van zijn begroting in de Tweede Kamer zei hij donderdag dat de versoepeling „niet realistisch is” en dat de Nederlandse boeren hoe dan ook minder mest op hun land moeten uitrijden.
Odink en staatssecretaris Van Geel van Milieu spraken afgelopen dinsdag met eurocommissaris M. Wallström van Milieu. Volgens Odink heeft dit gesprek „het realiteitsgehalte van het Nederlandse verzoek gedempt.”
Onder druk van de Tweede Kamer zei hij bij de komende onderhandelingen in Brussel wel vast te houden aan de eigen inzet. De Kamer stond daarop, nadat Odink zijn twijfels had geuit over de haalbaarheid van de Nederlandse voorstellen. De VVD’er Oplaat vond dat hij met die twijfel zijn onderhandelingspositie uit handen gaf, en diende een motie in waarin hij de staatssecretaris de opdracht gaf te blijven strijden voor een forse versoepeling van de mestregels. De motie kreeg de steun van een dikke kamermeerderheid.
Nederland wil dat er een uitzondering wordt gemaakt voor de uitstoot van nitraat, een stof die in mest zit: 250 kilo per hectare in plaats van de 170 kilo die voor andere Europese landen geldt. Volgens wetenschappers is deze uitzondering verantwoord, omdat het klimaat in Nederland ervoor zorgt dat het meeste nitraat verdwijnt voordat het in het grondwater terecht komt. Als Europa vasthoudt aan de norm van 170 kilo nitraat, zou dat volgens deskundigen betekenen dat eenderde van de Nederlandse melkveestapel weg moet. Op 16 december worden de Nederlandse mestnormen weer in Brussel besproken.
Tijdens het begrotingsdebat gaf minister Veerman van Landbouw aan dat zijn departement dit jaar een tekort heeft van 80 miljoen euro. Volgens Veerman is er sprake van een „negatieve erfenis” die hij in september onder ogen kreeg. De minister weet nog niet waar de tekorten precies vandaan komen en is nog aan het inventariseren.
De minister ging tijdens het debat nog wat dieper in op het belang van wat hij al eerder als ”boerenethiek” aanduidde. „Het gaat daarbij om het diepe besef dat de dingen om ons heen niet slechts materiaal zijn om in onze behoefte te voorzien, maar dat wij er verantwoordelijkheid voor willen dragen en respect willen betonen aan de bronnen van ons leven en aan de waarden die geen stem hebben.” Op verzoek van SGP-kamerlid Van der Vlies wil Veerman proberen te bevorderen dan in de begroting van 2003 een apart onderdeel wordt opgenomen over normen en waarden in het landbouwbeleid.
Van der Vlies diende verder een kamerbreed ondersteunde motie in waarin hij de minister ertoe opriep meer werk te maken van het bijstaan van startende, jonge boeren en daartoe spoedig in overleg te treden met diverse daarbij betrokken organisaties. Zelf denkt de SGP’er daarbij concreet aan een ”next generation fund”: een fonds waarin de overheid tien jaar lang jaarlijks 25 miljoen euro stort, en waaruit jonge agrariërs onder gunstige voorwaarden kunnen lenen.
In het kamerdebat van gisteravond kwam ook de jacht nog ter sprake. Veerman kondigde aan een Algemene Maatregel van Bestuur klaar te maken waarmee de vos, de kraai en de kauw op de zogeheten vrijstellingslijst terechtkomen. Dat maakt het mogelijk op elk gewenst moment de jacht op vos en kraaiachtigen te openen. Vorige week name de Kamer al een motie met een dergelijke strekking aan.