In Nederland, somberde Van Pernis, is de situatie in de gezondheidszorg aanzienlijk slechter dan in veel andere industrielanden. „U ziet dagelijks de berichten over extreme wachtlijsten, operaties in het buitenland en vooral ontevreden patiënten. Wij zijn afgezakt naar de zeventiende plaats op de lijst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).”

Het dichten van de kloof tussen de groeiende vraag naar zorg en het ontoereikende aanbod vereist volgens hem het doorbreken van de bestaande opzet van een doorsnee ziekenhuis. „Ik probeer dat woord zo veel mogelijk te vermijden. Gezondheidscentrum of -boulevard past beter bij de behoefte van vandaag. Hierin kunnen meerdere schakels uit de zorgketen worden ondergebracht.”

In Sittard moet zo’n ziekenhuis nieuwe stijl van de grond komen. Het toekomstige Orbis Medical Center wordt een medisch centrum en zorgcentrum waarin het huidige Maaslandziekenhuis en een aantal zorgcentra zijn ondergebracht. Siemens draagt zorg voor de realisatie van het project. Momenteel verkeert het in de afrondingsfase van het voorlopig ontwerp. Het budget van Orbis bedraagt 130 miljoen euro.

Van Pernis: „Wij zetten samen met Orbis een compleet nieuw ziekenhuis op.” Dat wil overigens niet zeggen dat de (medische) apparatuur per definitie bij Siemens vandaan komt. Want de aanbesteding moet nog gaan lopen. Het staat Orbis dus volkomen vrij om bijvoorbeeld röntgenapparatuur te betrekken bij Philips. Maar het hebben van meer dan een stevige voet tussen de deur kan voor Siemens straks heel wat waard zijn.

Bij de bouw van Orbis Medical Center zal de „logistieke routing” van de klant het uitgangspunt zijn. De focus op een effectieve behandeling gekoppeld aan een korte verblijfsduur is het vernieuwende, legt Van Pernis uit. „Een geolied, doorlopend proces waarin de tijd die de patiënt in het centrum doorbrengt zo kort mogelijk is en de behandeling zo effectief mogelijk is, lijkt simpel. Maar in werkelijkheid gaat het om een uitermate complex proces.”

Bovendien zullen alle in het complex aanwezige computersystemen aan elkaar zijn gekoppeld of op zijn minst op elkaar zijn afgestemd. Deze koppeling is een „absolute noodzaak”, stelt Van Pernis. „Dus niet alleen het administratieve systeem voor de registratie van patiënten, de facturering en het maken van afspraken, maar juist ook de afwikkeling van het therapeutische en het klinische proces.” In de planning staat 2006 gemarkeerd als het jaar waarin het Orbis Medical Centrum gereed moet zijn.

In welke mate Siemens Nederland tegen die tijd baat heeft bij het Orbis-project, zal dan blijken. Dichterbij staat het op 30 september afgesloten verslagjaar 2001-2002. In tegenstelling tot veel vergelijkbare bedrijven, kan Siemens tevreden terugkijken. De nettowinst bedroeg na belasting 73,5 miljoen euro, een stijging van 28 procent ten opzichte van het vorige boekjaar. En dat was ook al goed verlopen.

Bestuursvoorzitter Th. Cohn toonde zich dan ook een tevreden man. Zoals hij het verwoordde, is het eigenlijk heel simpel om goed te presteren. „Iedere dag keihard werken en zorgen dat we de beste zijn. Daarnaast proberen we in een vroegtijdig stadium op diverse strategische terreinen onze koers te verleggen.” Dat kan alleen met goed gemotiveerd personeel. Een kwalificatie die op de ruim 4100 werknemers van toepassing is, wist Cohn aan de hand van de uitslag van een onderzoek hard te maken.

De omzet van de Nederlandse tak van het Duitse elektronicaconcern steeg met 7,5 procent naar 1,6 miljard euro. Aan het positieve resultaat droegen overigens in belangrijke mate de divisies Demag Delaval Turbomachinery en VDO Trading bij. Deze nieuwe bedrijfsonderdelen, afkomstig uit de stal van Mannesman, dat door moederbedrijf Siemens in Duitsland werd overgenomen, compenseerden de achteruitgang in de ict-sector en in de telecom.

Cohn zei dat Siemens Nederland zich in sommige niches -havenoverslagsystemen, om wat te noemen- dusdanig sterk heeft ontwikkeld dat het bedrijf zich ook op de wereldmarkt gaat richten. „Daaraan ging een heftige interne strijd met het moederconcern vooraf, kan ik u verklappen.” Zo bouwt het bedrijf warmtekrachtcentrales in Indonesië en Spanje en windmolenparken in Duitsland.