Op dievenjacht per sms
Burgers via sms of ingesproken bericht alarmeren over verdachte situaties, zodat zij de politie kunnen helpen bij bijvoorbeeld de opsporing van een dief. Dat is de bedoeling van Burgernet.
Na een melding van bijvoorbeeld een misdrijf stuurt de politie een signalement van de verdachte per sms of ingesproken bericht naar de deelnemers aan Burgernet. Daarin wordt hun gevraagd uit te kijken naar de persoon. Tips dienen ze meteen door te geven aan de politie. Als de aanhouding een feit is, ontvangen de deelnemers daarover een bericht.Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken gaf gisteren het startsein voor een proef met Burgernet in de gemeenten Gouda, Delft, Ede, Leeuwarden, Dantumadeel, Breukelen, Maarssen en De Ronde Venen. In Nieuwegein loopt al sinds 2004 een experiment met Burgernet.
Kritiek op Burgernet is er ook. Zo heeft de Nieuwegeinse GroenLinksfractie moeite met het project, omdat zij „Big Brother-achtige toestanden” vreest, waarbij burgers elkaar op een onfrisse manier in de gaten houden.
CDA, PvdA en ChristenUnie bepleitten in 2007 in het regeerakkoord een landelijke invoering van Burgernet.
Politie Internet Televisie
Het korps Limburg-Zuid maakt sinds oktober 2007 gebruik van Politie Internet Televisie (PIT). Woordvoerder Bert van Klaveren: „Politie Internet Televisie is vooral een site die dagelijks nieuws en actualiteiten over politiezaken biedt.”
Het afgelopen jaar zijn 235 filmpjes op de website geplaatst. Het gaat hierbij niet alleen om nieuws of opsporingsberichten, maar ook om bijvoorbeeld afleveringen van een tv-politieserie. Naast beeldfragmenten biedt PIT een sms-alert, vergelijkbaar met Burgernet.
De politie Limburg-Zuid plaatst af en toe camerabeelden van misdrijven op haar website en attendeert burgers daar ook via gedrukte media op. Momenteel maakt de website van het korps melding van een mishandeling in Heerlen en van een juwelendiefstal.
Van Klaveren is niet bang voor een overkill van politie-informatie. „Het kenmerk van opsporingsberichtgeving via internet is dat de burger zelf bepalen kan wat hij met de aangeboden informatie doet.”