Met sterven begint nieuwe fase in geloofsleven
N.a.v. ”Na dit leven”, door ds. H. G. Abma; uitg. De Banier (tweede herziene druk); ISBN 978 90 336 0749; 167 blz.; € 14,90.
Voor veel mensen is het een troost: dood is dood. Er worden allerlei verklaringen voor gegeven, zoals het feit dat we nooit iemand terugzagen. Maar Eén kwam er terug uit de dood, dat is de kern van het Evangelie. Ds. H. G. Abma (1917-1992) schreef erover in het nu herdrukte ”Na dit leven”.De eerste druk van ”Na dit leven” verscheen in 1961 als deeltje in de serie Banier Bibliotheek voor het Gezin. De herdruk is voorzien van een inleiding door zoon ds. G. H. Abma, hervormd predikant in Gouda.
De schrijver geeft aan dat er over dit onderwerp veel te schrijven is, maar dat hij zich voelt als op huisbezoek: de Schrift open, luisterend naar wat er gezegd wordt. En dan elkaar vermanen en vertroosten. De auteur schrijft met veel kennis van de Schrift en het belijden van de kerk. Hij is goed op de hoogte van wat er over dit onderwerp gezegd en geschreven wordt, én hij is pastoraal bewogen!
In het eerste hoofdstuk worden we opgeroepen om te gedenken dat we moeten sterven. Het gevaar is groot dat we twee dingen willen dienen: het hier én het hiernumaals. De duivel hoopt dat we maar dood zijn voor we er erg in hebben: „Als we maar niet ontwaken vóór dat we inslapen.” Dat we met Paulus door het geloofsvertrouwen mogen belijden: „De dood is uwe” (1 Kor. 3:22). Hoe kan hij zo spreken? „Doch gij zijt van Christus en Christus is van God.”
Opstanding
Voor veel mensen is het een troost: dood is dood. Er worden allerlei verklaringen voor gegeven, zoals het feit dat we nooit iemand terugzagen. Maar Eén kwam er toch terug uit de dood. Dat is de kern van het Evangelie. De apostelen zijn als getuigen van de opstanding de wereld ingegaan. En de opgestane Levensvorst getuigt: „Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid” (Openbaring 1:18). Let op het verschil tussen de ware en valse profeet. De eerste spreekt uit de mond van de Heere en de tweede uit zijn hart!
De gelovigen van het oude verbond hebben geworsteld met de dood. Maar wel in geloofsvertrouwen met de beloofde Christus, Die de stofetende slang zou vermorzelen. Aan ons is een helder zicht gegeven op wat in het Oude Testament vaak nog duister was. De dood en de hel werden geworpen in de poel van het vuur, dat is de tweede dood. De dood is dood. Dat is het Evangelie dat schijnt in een duistere wereld, die zich zoekt te troosten met een armzalig ”dood is dood.” Nee, dé dood is dood!
Ds. Abma schenkt daarna aandacht aan wat het geloof zegt van de dood. Bij de schepping wordt gesproken over het stof der aarde, dat is de lichamelijkheid, en over de adem des levens, hem ingeblazen. De geestelijke en de psychische zijde van de mens komen aan de orde. De zondeval, de gevolgen daarvan en de noodzaak van wedergeboorte worden besproken. Belangrijkste vraag is: woont de Geest van God in ons? Tot slot wordt aandacht gegeven aan de leer van het vagevuur in de Rooms-Katholieke Kerk. Er wordt niet beweerd dat er na de dood een nieuwe mogelijkheid komt om zich te bekeren. De rooms-katholieken geloven alleen dat de reiniging van de ziel wordt voltooid in de straf van het vuur.
Betrokken
De gereformeerde belijdenis leert dat de dood de grens is tussen heiliging en verheerlijking. De Rooms-Katholieke Kerk leert dat de heiliging over het graf doorgaat. „Daarbij gaat het niet om een werk van Christus. Wij moeten ons heiligen, niet opdat we heilig zullen zijn, maar omdat we het zijn.”
In de volgende twee hoofdstukken komt de vraag aan de orde over het voortbestaan van de mens na zijn dood. Een aantal opvattingen naar aanleiding van publicaties van dr. Van Niftrik en ds. Telders wordt beschreven. In het volgende hoofdstuk worden deze opvattingen weerlegd op grond van de Bijbel: dat „mijn ziel na dit leven van stonden aan tot Christus, haar Hoofd, zal opgenomen worden.”
Sterven betekent een nieuwe fase in het leven van het geloof binnengaan: met Christus en ontbonden te zijn. Voor de gelovige is Christus geen vreemde, Christus was zijn leven. Daarom zegt hij: Christus, dat is verreweg het beste! „Sterven is thuiskomen. Nog zonder de bagage: het kleed en de tent moeten nog komen. Maar Gods kind is thuis. Bij de Vader en bij de Eerstgeborene.”
Het boek ”Na dit leven” geeft veel stof ter overdenking. Als dagboek kan het goed gelezen worden, daarvoor zouden er tussenkopjes opgenomen moeten worden. We hebben geen blijvende stad, wat wordt de toekomende? Ds. Abma schrijft heel betrokken, zodat je soms aan enkele gedachten al genoeg hebt.