Cultuur & boeken

Lezen in het boek van Europa

N.a.v. ”Steden lezen. De stille wording van Europa”, door Karl Schlögel, vert. Goverdien Hauth-Grubben; uitg. Atlas, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 450 0060 2; 336 blz.; € 22,90.

Dr. Ewald Mackay
5 November 2008 07:22Gewijzigd op 14 November 2020 06:40

„Wat is er spannender dan tegelijkertijd flaneur en lezer te zijn!” Karl Schlögel, hoogleraar Oost-Europese geschiedenis aan de Europese Universiteit in Frankfurt aan de Oder, maakte tussen 1996 en 2004 een serie reizen langs Oost-Europese steden. Hij deed dit als reiziger en als lezer tegelijk, en legde zijn bevindingen neer in het boek ”Steden lezen”.Schlögel flaneerde door de steden maar hij ’las’ ze ook, als waren het boeken: elke stad spreekt zijn eigen taal naar haar verleden, heden en toekomstverwachting. Elke stad is een planologie van ruimte en tijd. Elke plaats op de aardbol is een geografische en een geestelijke kaart.

De auteur reist naar steden die tot de val van de Berlijnse Muur in 1989 goeddeels ontoegankelijk waren en die we alleen kenden uit de literatuur die ooit in deze steden was ontstaan - zoals de boeken van Isaac Babel over Odessa. Het jaar 1989 is in dit licht het scharnierpunt van dit boek. De auteur kijkt vooral naar de veranderingen in de Oost-Europese steden sinds dit scharnierpunt in de tijd. „Het Europa van de Koude Oorlog is verdwenen. In plaats van een ooit homogene ruimte -het ’Oosten’, het ’Westen’- vinden we nu fragmenten, enclaves, eilanden.” Uit deze eilanden ontstaat een nieuw Europa: Welk Europa is dat? Wat is zijn karakter en kleur?

Standaardbeelden

Schlögel hekelt de standaardbeelden uit de boeken: waar bijvoorbeeld Marx een icoon is binnen het geschiedbeeld van deze steden, is de werkelijkheid veel diffuser, chaotischer. In de beleving van de bewoners van deze steden is het nieuwe Europa veel minder dat van grote denkers en veel meer dat van internet, mobiele telefoon, snel opbloeiende industrie en imitatie van het Westen.

Schlögel reist langs deze steden -onder meer Breslau, Koningsbergen, Jalta, Odessa, Lemberg, Boekarest, Brno en Magnitogorsk- en beschrijft een amalgaam van indrukken en beelden. Het gevolg is dat het boek zelf deze chaos en opgewonden bedrijvigheid weerspiegelt. Ik kreeg tijdens het lezen voortdurend behoefte aan rustige dorpen in de polder en aan boeken die zich laten lezen als dergelijke plekken!

Eerlijk gezegd vind ik het onnodig dat het boek zo chaotisch en opgewonden van stijl is. Ik meen dat je als auteur, ook al zie je een dergelijke chaos, toch moet zoeken naar een eenheid. De auteur trekt zelfs aan het eind van zijn boek nauwelijks lijnen. Er is geen slothoofdstuk waarin een synthese is te vinden. Aan het eind van het boek spreekt de auteur over wevers die „met hun bewegingen verder hebben geknoopt aan het weefsel dat gescheurd was, en ze hebben een samenhang gerepareerd zonder welke Europa tegenwoordig niet zou bestaan.” Van de auteur zou je verwachten dat hij hier het nieuwe weefsel van Europa zou typeren. De lezer moet daar echter zelf naar zoeken.

Ik heb dat voor mezelf dan maar geprobeerd. Volgens mij is deze samenhang die van het oude Europa dat een eenheid was door middel van het christendom als zijn ’eerste verlichting’ in de tijd van de vroege kerk en de middeleeuwen, middels de ’tweede verlichting’ van de tijd van humanisme, renaissance en reformatie en de ’derde verlichting’ van de achttiende eeuw. Tot in de twintigste eeuw lopen deze drie ’verlichtingen’ als drie lichtbundels dooreen. Dan ontstaat de grote breuklijn van het communisme en van de periode van de twee Wereldoorlogen (1914-1918 en 1939-1945), door de auteur prachtig en zeer waar getypeerd als „dertigjarige oorlog.”

Joden

Wanneer ik vanuit deze gecreëerde samenhang meereis met de auteur, kan ik de steden inderdaad ’lezen’. Wat me dan opvalt is welk een immense inslag in de geschiedenis van de steden deze breuklijn is geweest. Het mooie van dit boek is dat je datgene wat je denkt te weten over bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog, ineens vanuit het veelal onbekende perspectief van een betrekkelijk willekeurige Oost-Europese stad ziet. Bij de reis door de stad Wilna noteert de auteur bijvoorbeeld bijna terloops: „Van de tachtigduizend Joden die voor de Duitse bezetting in Wilna hadden gewoond, waren er na de oorlog nog circa zeshonderd over.” En ook citeert hij uit een bron uit 1942 hoe de Joden zich hier in Wilna verzet hebben, omdat ze wel wisten wat er zou gebeuren: „Laten we niet als schapen naar de slachtbank gaan. Hitler heeft een systeem bedacht om de Joden in heel Europa te vernietigen. Het was ons lot om daarbij de eersten te zijn.” In vrijwel elke stad die de auteur bezoekt herhaalt zich dit patroon van wegvoering uit getto’s en vernietiging van een voorheen zeer bloeiende Joodse gemeenschap te midden van de autochtone bevolking.

Wanneer dan de Russen de gebieden ’bevrijden’ herhaalt zich vaak het patroon, en is het Stalin die gigantische deportaties op touw zet. Zo in de stad Lemberg waar, na de deportatie van het grootste deel van de 119.000 Joden in de Tweede Wereldoorlog, de Russen het grootste gedeelte van de overgebleven bevolking verbannen naar Polen. Tot 1989 duurt deze nachtmerrie. Daarna valt het doek voor het communisme en begint een tijd van immense chaos en verwarring waarin nabootsing van het Westen met zijn industrie en welvaart het enige houvast lijkt te zijn. Maar of die geïmiteerde duisternis tot een ’vierde Verlichting’ zal leiden, waag ik ten zeerste te betwijfelen.

Neergang

Ook bij lezing van dit boek stuit je weer op de onvoorstelbaarheid van de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw. Is dit een beschaving? Als het er al een is -en gelukkig zijn vele sporen daarvan nog intact gebleven in dit geschonden werelddeel-, dan bevindt zij zich vooral sinds de twintigste eeuw in haar apocalyptische neergang.

Helaas waagt de auteur zich niet aan dergelijke, meer beschouwelijke gedachten. Hij registreert vooral als flaneur en lezer wat hij tegenkomt in „het boek Europa.” Zijn boek levert veel boeiende waarnemingen en een zinnig en verrassend perspectief op, maar de rommelige structuur en de opgewonden sfeer en het gebrek aan grotere lijnen en beschouwingen maken dat ik het per saldo niet zo’n goed boek vind. Maar ik wil het zeker aanbevelen voor de lezer die van reizen en van geschiedenis en bovenal van lezen houdt!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer