Italiaanse olieboeren vertrouwen op de olijf
De grootste voorraad aardolie van continentaal Europa ligt in een Zuid-Italiaans gewest. Maar de inwoners hebben meer vertrouwen in hun eigen olijfolie.
In het olierijke Iran betalen de inwoners nog geen tien cent voor een liter benzine. De meter bij de pomp in Basilicata, een gewest in Zuid-Italië, wijst echter dezelfde (hoge) benzineprijs aan als in Milaan of Rome. Toch is Basilicata wegens zijn voorraden aardolie een Iran in het klein te noemen. Al een eeuw geleden werd er aardolie in de grond aangetroffen, maar pas sinds vijftien jaar wordt professioneel aardolie gewonnen.Dagelijks komen omgerekend zo’n 100.000 vaten olie naar boven. Dat is goed voor 10 procent van de Italiaanse vraag. Een schijntje vergeleken met de hoeveelheden die worden geproduceerd in Iran en de andere OPEC-landen, maar toch mooi meegenomen. Sterker nog, olievelden mogen wereldwijd langzamerhand leeg raken, zoals het Internationaal Energie Agentschap vorige week aangaf, in Basilicata neemt de voorraad juist toe.
Dat heeft vanzelfsprekend niets te maken met de vorming van nieuwe organische sedimenten, maar wel met verbeterde technieken om aardolie op te sporen. In de jaren ’80 rekende men op een voorraad van zo’n 400 miljoen vaten, tegenwoordig gaat onder andere oliemaatschappij BP uit van 1,3 miljard vaten. De olie gaat via een 150 kilometer lange pijplijn naar raffinaderijen in de havenplaats Taranto.
Exploratie in zee voor de kust van Basilicata (en Calabrië) moet nog beginnen, maar de verwachtingen zijn hoopvol. Daarmee is Basilicata de grootste aardolieleverancier van West-Europa (alleen Noorwegen produceert meer). Ook een aanzienlijke gasbel wordt geëxploiteerd.
De olievelden liggen op 3 tot 4 kilometer diepte in voornamelijk de Val d’Agri, een natuur- en deels landbouwgebied waar ook een andere olie -olijfolie- wordt geproduceerd.
Het zwarte goud heeft tot dusverre de inwoners niet bijzonder veel voorspoed gebracht. De benzineprijs is gelijk gebleven en de gasrekening is slechts 10 procent lager dan in de rest van Italië. De werkgelegenheid is nauwelijks toegenomen. In de oliebusiness zijn hooguit honderd werknemers uit de omgeving werkzaam. Ook het regionale bestuur heeft er weinig voor teruggekregen.
Basilicata gaf de eerste concessie in de jaren ’80 weg voor 7 procent van de opbrengst. Recentere concessies voor nieuwe velden hebben een hoger rendement voor het openbaar bestuur, maar liggen sterk achter op wat in de oliewereld gewoon is. Bovendien circuleren geluiden dat de oliemaatschappijen stelselmatig minder olie rapporteren dan ze in werkelijkheid oppompen.
Het openbaar ministerie is een onderzoek begonnen. Maar veel inwoners van Basilicata geloven het wel. Gelukkig is de olijvenoogst, die op dit moment gaande is, uitstekend. De prijs bij de olieperserij ligt dit jaar gemiddeld op 45 euro per kwintaal. Dat is pas resultaat.