„Zijn het er zo weinig? Toen ik het cijfer zag, dacht ik: ik moet beter m’n best gaan doen", zei Albayrak woensdag in een overleg met de Tweede Kamer. Ze reageerde daarin op kritiek van de PVV en de VVD, die menen dat het na de omvangrijke pardonregeling voor een ’oude’ groep asielzoekers van vorig jaar niet meer nodig is zo vaak gratie te verlenen.De bevoegdheid om dat te doen, staat volgens Albayrak echter los van de pardonregeling, die onder haar bewind tot stand is gekomen. Ze wees erop ze bij het gebruik van de bevoegdheid niet afwijkt van haar voorgangers. „Ik zit er zelfs onder", zei ze.

Verdonk heeft in haar periode als minister voor Vreemdelingenzaken circa 1150 maal gebruikgemaakt van haar bevoegdheid om in schrijnende gevallen alsnog een verblijfsvergunning te geven aan afgewezen asielzoekers. Albayrak volgde haar in februari 2007 op.

SP-Kamerlid De Wit vroeg zijn VVD-collega Kamp of hij vindt dat Verdonk, die toen nog minister voor de VVD was, met terugwerkende kracht ook onjuist heeft gehandeld. „Nee", zei Kamp.

Verzoeken tot gratie komen geregeld van burgemeesters en actiecomités. Zij kunnen Albayrak vragen om ondanks een afwijzing door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) toch een verblijfsvergunnning te geven aan een asielzoeker. De staatssecretaris kan met haar zogenoemde discretionaire bevoegdheid ook een oordeel van de rechtbank over een asielaanvraag passeren.

Albayrak benadrukte dat iedere bewindspersoon op dit terrein deze ruimte zal willen behouden en dat ze zorgvuldig naar individuele gevallen kijkt. Een opeenstapeling van omstandigheden kan volgens haar zo schrijnend zijn dat een verblijfsvergunning op z’n plaats is.