Volgens een Amerikaanse militaire bron in Washington nemen de VS „de zaak in eigen handen.” Syrië zegt dat bij de operatie acht mensen zijn omgekomen, onder wie vier kinderen. Het land spreek van „ernstige agressie.” De aanval heeft volgens een Amerikaanse terreurbestrijder het leven gekost aan het hoofd van een Syrisch netwerk dat buitenlandse strijders, wapens en geld naar Irak stuurde.De aanval was gericht op het huis van deze man, Abu Ghadiyah, bij de grens met Irak. Hij zou een van de vier leiders van al-Qaida in Irak zijn geweest die in Syrië woonden. Bij de aanval kwamen acht mensen om het leven, onder wie vier kinderen. Syrië en Rusland hebben de aanval veroordeeld. Een Iraakse regeringsvertegenwoordiger noemde de aanval betreurenswaardig.

De Franse president Nicolas Sarkozy heeft de VS om opheldering gevraagd. Frankrijk betreurt het dat er Syrische burgers zijn omgekomen, zo staat in een verklaring van het kantoor van Sarkozy. Ook staat erin dat de president de vrienden en familie van de slachtoffers zijn condoleances heeft overgebracht.

Hoewel de stroom buitenlandse strijders die via Syrië naar Irak trekt aan het afnemen is, is het Amerikaanse leger in Irak er nooit in geslaagd de kraan volledig dicht te draaien. Een militaire operatie op het grondgebied van Syrië leek een stap te ver.

Sinds afgelopen weekeinde wordt daar in Washington kennelijk anders over gedacht. De operatie doet denken aan die van 3 september in Pakistan, waarbij Amerikaanse helikopters over de grens landden en grondtroepen de aanval afrondden. De Amerikaanse president George Bush had in juli in het geheim toestemming gegeven.

De regering in Islamabad protesteerde fel tegen de schending van haar soevereiniteit. Ruim twintig mensen vonden de dood, onder wie verscheidene burgers.

Het Amerikaanse ministerie van Defensie weigerde gisteren commentaar op de aanval op Syrië. Maar de aanval volgde enkele dagen nadat de commandant van de Amerikaanse troepen in West-Irak verdubbeling van de inspanningen ter beveiliging van de Syrische grens had aangekondigd. Hij noemde bij die gelegenheid de grens „een ongecontroleerde poort” voor strijders op weg naar Irak.

Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken ontbood onmiddellijk de zaakgelastigden van de Verenigde Staten en Irak. Syrische regeringskranten publiceerden bijtende commentaren. De kop van de Tishrin luidde „Amerikaanse oorlogsmisdaad.” Al-Baath sprak van „een verbijsterend, schokkend avontuur zonder precedent.”

De aanval vond plaats in de omgeving van de Iraakse grensplaats Qaim, volgens de VS een belangrijk doorgangsgebied voor strijders, wapens en geld ten behoeve van de soennitische opstand in Irak. De precieze locatie van de operatie was het dorp Sukkariyeh, ongeveer 8 kilometer van de grens.

De aanval staat op gespannen voet met recente Syrische pogingen het imago van het land in de wereld te verbeteren. Ook worden spanningen gecreëerd met de bondgenoten van de VS in Irak, die hun best doen een Amerikaans-Iraaks veiligheidspact door het parlement te loodsen.

Tegenstanders van het veiligheidspact in Irak en de regio wijzen erop dat langdurige Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak de kans van Amerikaanse aanvallen op de buurlanden vergroot. De Iraakse bondgenoten van de VS zeiden dat Amerikaanse aanvallen op de buurlanden niet zijn toegestaan.