Werken aan uitbreiding Gods Koninkrijk
Naam: Reiny de Wit
Geboren: 24-07-1953Werkt voor: ECEC via Interserve
Standplaats: Kathmandu (Nepal)
Wat voor werk doe je precies?
„Mijn werk bestaat uit het leidinggeven aan het Early Childhood Education Centre (ECEC) (earlychildhoodnepal.org, red.). Doel van de organisatie is het verbeteren van het kleuteronderwijs in Nepal. Daarnaast ben ik op landelijk niveau actief in het forum Early Childhood Development (ECD): een groep professionals van allerlei organisaties (ook van de Nepalese regering) die zich op allerlei niveaus inzet voor de verbetering van het kleuteronderwijs.
Waarom doe je dit werk?
„Ik geloof dat God elk mens, elk kind, uniek geschapen heeft met unieke gaven en talenten. In Spreuken 22:6 staat: Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is.”
Op welk punt zie je vooruitgang?
„Vergeleken met de periode toen we begonnen met ECEC is er nu veel meer aandacht voor onderwijs voor kleuters en ook is er besef gekomen dat het niet goed is om ze vanaf dag één met een boek en een schrift in een bankje te zetten. Er wordt meer gespeeld op de scholen.”
Hoogtepunt?
„Het is telkens weer een hoogtepunt als ik op een school kom waarvan de kleuteronderwijzers bij ons een cursus hebben gevolgd en ook toepassen wat ze geleerd hebben. Een ander hoogtepunt is het feit dat ECEC de gelegenheid krijgt om samen met de universiteit van Kathmandu een wat langere cursus voor kleuteronderwijs te ontwikkelen.”
Teleurstelling?
„Je maakt hier vrienden onder de zendelingen/ontwikkelingswerkers. Je trekt met hen op, deelt alles met hen, je bidt samen, en dan gaan ze weer weg. Dat is niet gemakkelijk.”
Ben je kerkelijk betrokken?
„Vanaf het begin van mijn verblijf in Nepal ben ik betrokken geweest bij de kerk; net als thuis in Nederland, omdat ik het zie als een opdracht en roeping om mee te werken aan de opbouw en uitbreiding van Gods koninkrijk, waar ik ook ben.”
Speelt geloof een rol om hier te komen werken?
„Jazeker! Ik wilde mijn leven inzetten voor God en het maakte me niet uit of dat in Nederland zou zijn of ergens anders. In het zoeken naar Gods leiding las ik Jesaja 58:6-8. Toen was het voor mij duidelijk dat God mij in een derdewereldland wilde gebruiken.”
Waar verwonder je je over?
„Ik verwonder me over het werk van Gods Geest zoals ik dat hier in Nepal in de kerk zie. Toen ik in Nepal kwam waren er niet veel kerken. In de afgelopen decennia zijn er heel veel bijgekomen. In onze kerk zijn elke zaterdag (dat is onze kerkdag) wel zo’n twintig tot dertig nieuwe mensen die door hun buren of familie zijn meegenomen en willen weten wie die Jezus is waar hun kennissen het steeds over hebben.”
Wat vind je moeilijk in het contact met de bevolking?
„Het is lastig te moeten constateren dat de vriendelijkheid van de Nepalese bevolking niet altijd welgemeend is en er achter je rug toch ook een heleboel dingen gebeuren en gedaan worden die niet zo leuk zijn (spullen uit je huis gestolen door een alleraardigste huishoudelijke hulp). Bovendien is er veel corruptie in de samenleving.”
Wat ervaar je als gemakkelijk?
„Zowel met mijn vorige werk als nu met ECEC zijn we zeer succesvol. Ik zou dat echter niet als gemakkelijk willen beschrijven, maar als een teken van het feit dat Gods gunst op ons is, dat we gezegend worden.”
Mis je Nederland?
„Niet echt. Als er wat in de familie aan de hand is, mis ik haar, dat wel. En mijn vrienden mis ik ook. Maar ik heb hier ook veel lieve vrienden.”
Zin om terug te gaan?
„Voor een kort verlof wel ja, maar nog niet om me weer in Nederland te settelen. Mijn werk hier is nog niet af.”
Redactie: Gert Janssen