Rosenmöller
Politici slijten tegenwoordig snel. In een jaar tijd zijn bijna alle partijen voorzien van een nieuwe leider. De SGP is daar zo ongeveer de enige uitzondering op. Sommige partijen (de PvdA en de LPF) zijn inmiddels toe aan de vierde partijleider sinds vorig najaar.Ook elders in de maatschappij is er tegenwoordig sprake van een snelle doorstroming. Mensen proberen hun positie te verbeteren door in korte tijd van de ene naar de andere baan over te stappen. Omgekeerd worden directeuren en bestuurders snel vervangen wanneer zij onvoldoende resultaat behalen.
In de politiek zien we ook dat de partijleider die fors verliest bij de verkiezingen, geacht wordt op te stappen of anders weggestuurd wordt. CDA en ChristenUnie vormen daar geen uitzondering op. Dat lag vroeger anders.
Zijlstra, in 1956 met veel enthousiasme aangewezen als de nieuwe lijsttrekker van de ARP, werd het voor die tijd forse verlies van zijn partij niet persoonlijk aangerekend. In 1959 gingen de antirevolutionairen vanzelfsprekend weer met hem in zee. Het GPV zag in 1977 zijn kamerfractie gehalveerd, maar de positie van de nieuwe lijsttrekker Verbrugh stond niet ter discussie. Evenzo overleefde RPF-leider Leerling in 1986 de halvering van zijn fractie. In 1989 werd hij gewoon weer lijsttrekker.
Tegenwoordig gaat dat anders. Veling en De Hoop Scheffer weten daarover mee te praten. Maar ook geldt dat de hedendaagse politieke leiders hun taak minder dan voorheen als een levensroeping zien. Na een aantal slopende jaren in de politiek te hebben doorgebracht, zoeken zij graag een rustiger werkplek.
Afgelopen vrijdag liet GroenLinks-leider Rosenmöller onverwacht weten dat hij zich toch niet beschikbaar stelt als lijsttrekker. Na de moord op Pim Fortuyn werden hij en ook zijn gezin herhaaldelijk met de dood bedreigd. Dat was voor hem een reden om de politiek te verlaten.
Daarbij komt dat GroenLinks onmiskenbaar in een impasse zit. Bij de vorige verkiezingen wist men als oppositiepartij niet te profiteren van de algemene aversie tegen paars. Thans wordt men in de peilingen overvleugeld door de SP.
Wellicht dat een nieuwe lijsttrekker het tij kan keren. Nieuw en jong, dat doet het op dit moment goed bij de kiezers. De oude politici hebben voor velen afgedaan. Met Femke Halsema is GroenLinks de enige serieuze partij met een vrouwelijke lijsttrekker. Ook dat levert ongetwijfeld stemmen op.
Dat neemt niet weg dat de snelle doorstroming in de politiek zoals we die nu beleven, duidelijk haar schaduwzijden heeft. De verkiezingen van mei jongstleden leverden, ook door het grote succes van de LPF, een record aan nieuwe kamerleden op. De tussentijdse verkiezingen van januari aanstaande worden door PvdA en VVD gebruikt om een sterke verjonging en vernieuwing van de fractie door te voeren.
Daarmee gaat heel wat parlementaire ervaring verloren, en dat is ongetwijfeld een minpunt. Continuïteit en vernieuwing moeten in een zeker evenwicht met elkaar staan. Dat dreigt nu verstoord te raken. Zeker voor partijleiders liggen het „Hosanna” en het „Kruist hem” tegenwoordig dicht bij elkaar.