Aanpak straatterreur
Stuur het leger er maar op af, dan zijn de problemen snel over. Die eenvoudige oplossing wordt nogal eens voorgesteld in gesprekken over de aanpak van jongeren die ernstige overlast bezorgen in een aantal steden. Zelfs in politieke kringen wordt deze suggestie gedaan. Ouderen herinneren daarbij aan de actie van een groep mariniers uit Den Helder die in 1967 naar Amsterdam reisde, naar de Dam, waar tientallen provo’s en hippies dag en nacht verkeerden. Met harde hand veegden de mariniers het plein schoon.
Afgezien van het bezwaar dat de groep mariniers op eigen houtje handelde, was er -achteraf- ook de kanttekening dat het optreden niet echt effectief was. De Dam bleef jarenlang de ontmoetings- en slaapplaats van stickies rokende protestjongeren. Daarom klinkt het nu wel stoer om soldaten te sturen naar probleemwijken, maar het is geen afdoende oplossing.Natuurlijk zijn er situaties waar het nodig is dat politie krachtdadig optreedt. Maar dat is een tijdelijke oplossing. Wanneer de hangjeugd in de ene straat agenten ontmoet, zoekt die elders een plek om onrust te zaaien.
Het kwaad moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Belangrijk daarvoor is de feiten onder ogen te zien en die te benoemen. Veel jongeren die overlast bezorgen, zijn van Marokkaanse komaf. Maar er bestaat nog steeds een bepaalde huiver om dat hardop te zeggen. Het zou stigmatiserend en discriminerend zijn. Dat gevaar is er zeker.
Anderzijds zijn er mensen die het wel benoemen maar daarbij alle Marokkanen over één kam scheren. Dat is evenmin terecht. Ook binnen de Marokkaanse gemeenschap in Nederland bestaat afkeer van de straatterreur die een kleine, harde kern uitoefent.
Gemeentebestuurders, die vanmiddag met bewindslieden overlegd hebben over de problematiek, bepleiten meer bevoegdheden voor zichzelf om adequaat te kunnen optreden. Zo vraagt een aantal gemeenten extra wijkagenten. In een plaats als Ede wil het gemeentebestuur de jongeren die behoren tot de harde kern tijdelijk uit de buurt kunnen halen om hen intensief te begeleiden.
Veel lokale besturen die hiermee te maken hebben, zoeken de ruimte om bij probleemgezinnen meer dan nu het geval is achter de voordeur te kunnen ingrijpen. Zij willen gezinnen met opvoedproblemen die letterlijk op straat zichtbaar zijn, desnoods dwingen om opvoedhulp te aanvaarden.
Een dergelijke maatregel heeft beslist een risico in zich. Er zijn immers elders op de wereld genoeg voorbeelden te vinden hoe het ingrijpen van de overheid leidt tot staatsterreur. Vandaar dat er nog steeds grote reserve bestaat om als overheid de huiskamer binnen te treden en maatregelen op te leggen.
Toch is het van belang een dergelijke maatregel te overwegen in de uitzonderlijke situatie dat wijken onleefbaar worden omdat enkele jongeren een ware terreur uitoefenen. De overheid opent ook de voordeur als er in een gezin levensbedreigende situaties zijn, waarom dan niet wanneer het buurtleven ontwricht raakt door een harde kern van jongeren met wie geen land te bezeilen is? Mits er duidelijke kaders zijn, die juridisch getoetst worden, is het in deze uitzonderlijke situatie te verdedigen om achter de voordeur orde op zaken te stellen.