Dat zei bestuursvoorzitter Carel van Eykelenburg van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) zaterdag in Het Financieele Dagblad. Hij deed de uitspraken naar aanleiding van berichten dat gemeenten, provincies en waterschappen in totaal ruim 225 miljoen euro hebben uitstaan bij banken die door de kredietcrisis in de problemen zijn gekomen. „Dit toont aan dat de huidige Nederlandse regels niet bestand zijn tegen de barre werkelijkheid”, aldus Van Eykelenburg.De BNG heeft gemeenten nooit aangeraden hun geld bij IJslandse banken onder te brengen, stelt hij. „Het is absoluut niet waar dat wij gemeenten of provincies hebben geadviseerd om geld op een spaar- of depositorekening bij een IJslandse bank te zetten, zoals wel is geschreven. Wij hebben daar ook niet bij bemiddeld. Wij zullen onze klanten nooit adviseren om naar de concurrent te stappen.”

De provincie Noord-Holland heeft in Nederland en andere Europese landen beslag laten leggen op eigendommen van IJslandse banken om de miljoenen terug te krijgen die ze dreigt te verliezen. Dat zei de commissaris van Koningin in Noord-Holland, Borghouts (GroenLinks), zaterdag in het radioprogramma Kamerbreed.

Hij wilde niet zeggen om hoeveel geld het gaat, maar wel dat de waarde van de bezittingen hoger is dan het geld dat Noord-Holland op IJslandse banken heeft staan. De provincie heeft beslag laten leggen in de hoop het geld terug te krijgen en juridisch sterker te staan. Noord-Holland heeft bijna 100 miljoen euro op rekeningen van ’crisisbanken’ staan.

Borghouts vindt het idee van de provinciale PvdA om een onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken te houden een prima plan. „Het is goed om te kijken hoe iedereen en wanneer heeft gehandeld.” Hij benadrukte nogmaals dat de provincie niets „fundamenteels fout heeft gedaan.” Provinciale Staten debatteren op 30 oktober over de zaak.