Overzichtelijk Nederland
„Luchtfotografie is wachten, wachten en nog eens wachten.” Karel Tomeï schiet al tientallen jaren plaatjes van Nederland vanuit het vliegtuig. Of plaatjes, het zijn kunstzinnige hoogstandjes. In ”NLXL” bundelt Tomeï een groot aantal van deze artistieke foto’s die een ongebruikelijk beeld geven van Nederland.
Foto’s moet je royaal presenteren, vindt Tomeï. Hij verpakte 350 luchtbeelden in een boek van 36 bij 30 centimeter. En veel foto’s nemen zelfs twee pagina’s in beslag.De fotograaf dwingt de kijker bovendien goed te kijken. De foto’s hebben namelijk geen bijschriften die hem op voorhand een bepaalde richting opduwen. Hij moet het vooralsnog doen met het beeld dat de fotograaf hem voorschotelt. Informatie over de foto’s is heel overzichtelijk achter in het boek opgenomen.
Tomeï maakt twee dingen duidelijk. In de eerste plaats dat het Nederlandse landschap verbazingwekkend gevarieerd is: zo’n klein land met zó veel verschillen. Soms is er meteen herkenning: bloembollenvelden, huisjes van de Zaanse Schans, molens bij Kinderdijk. Maar op andere momenten dringt zich de vraag op wáár in Nederland zo’n foto kan zijn gemaakt. ”E3-strand” in het Brabantse Eersel roept dankzij de felle weerkaatsing van de zon op het water herinneringen op aan een tropisch eiland. Het drooggevallen deel van de Oosterschelde -met gestrand jacht en wandelend stel- doet eerder denken aan een Arabische woestijn. En de zandopslag bij het Gelderse Kekerdom lijkt wel een abstract schilderij; knap als je die weet te lokaliseren.
Oostblok
Ten tweede (maar dat is een cliché geworden) blijkt onomstotelijk dat Nederland tot op de vierkante meter is aangeharkt. „Het is gewoon Madurodam”, schrijft Tomeï in zijn voorwoord. „Dat maakt Nederland zo interessant voor luchtfotografie.” Niet alles wat hij ziet kan de fotograaf overigens even goed waarderen. „Het verschil tussen de eentonige grijze nieuwbouw en daar waar architecten iets moois weten te creëren is opmerkelijk. Ik weet precies waar Nederland op het voormalige Oostblok lijkt en waar architectuur mij een blij gevoel geeft. Maar de enorme diversiteit geeft me toch een positief beeld van Nederland.”
In de derde plaats maakt Tomeï duidelijk dat de wereld er van bovenaf heel anders uitziet dan op de begane grond. Je hebt dan letterlijk overzicht. Structuren die je met de beide benen op de grond niet ziet, worden in vogelvlucht zichtbaar. Neem de draaibrug in Middelburg. In eerste instantie zie je fietsers voor het water wachten tot passerende schepen -een grote, wat kleinere- de weg weer vrijmaken. En dan vraag je je opeens af waar de brug is gebleven. Een ophaalbrug kan er niet zijn, daar is het water te breed voor. Hoe komen die fietsers straks aan de overkant? En dan zie je dat het dek van die grote boot óók de kleur van een fietspad heeft. Een fietspad ís. Dan valt het kwartje. De boot draait zo meteen een kwartslag en vormt de verbinding tussen twee oevers.
Rommeltje
In een essay gaat de schrijver en fotograaf Hans Aarsman in op dit aspect van de luchtfotografie. „Op het niveau waarop je leven zich afspeelt, het niveau van de stoep, is het bijna ondoenlijk om te verzinnen hoe de wereld er vanboven gezien uitziet.” Om filosofisch verder te gaan: „Het zou goed kunnen dat de blik die je op je eigen bestaan hebt, net zo beperkt is, om dezelfde reden: je zit er te veel tussenin, je hebt geen overzicht. (…) Als je er stomweg naar kijkt, zie je een rommeltje, niets dan losse delen. Als je wist waar je moest gaan staan, zou je dan zien hoe die losse delen een logisch geheel vormen?”
Een interessante gedachte die doet denken aan wat de apostel Paulus schrijft in een van zijn brieven aan de Korinthiërs: „Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.” Maar dat is van een veel hoger perspectief gezien.
Behalve het essay van Aarsman bevat het boek nog zeventien opstellen van „bekende en ’bijna’ bekende Nederlanders” die zich lieten inspireren door een luchtfoto van Tomeï. Zo bracht de foto van een containeroverslag in Rotterdam de schrijver Abdelkader Benali ertoe om een heel persoonlijk verhaal te beginnen over zijn vader en zijn moeder. Andere bijdragen zijn van tennisser Richard Krajicek, hoogleraar lexicologie Piet van Sterkenburg, communicatieadviseur Aart de Vos, presentatrice Daphne Deckers, dichter en schrijver Gerrit Komrij en Dichter des Vaderlands Driek van Wissen.
De kwaliteit van de bijdragen wisselt sterk, en de vraag kan worden gesteld waarom juist déze mensen zijn uitgekozen om iets op papier te zetten. De selectie doet erg willekeurig aan. En op de ontboezemingen van journaliste Sylvia Witteman (bij een inderdaad passende plaat) over de lelijkheid van naakte mensen zit toch niemand te wachten?
Drie eilandjes
Dan is de bijdrage van emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij -hoe luchtig geschreven ook- interessanter. Bij de foto die hij uitkoos, noteert hij zijn rake waarneming: „Drie eilandjes in de Loosdrechtse Plassen. Twee daarvan zijn tot de vierkante centimeter bebouwd en gecultiveerd, het derde is zo te zien overgelaten aan de natuur. Nederland in een notendop. Alles wat wij waren en willen zijn samengevat in een tamelijk willekeurige luchtfoto. Water, herschapen paradijs en ook een echo van de verzuiling: we zijn graag op onszelf.”
Wie zo naar de foto’s van Tomeï kijkt, kan er veel plezier aan beleven en er ook nog iets van opsteken over zichzelf en over zijn landgenoten.
N.a.v. ”NLXL”, door Karel Tomeï, met essays van Herman Pleij, Martin Bril e.a.; uitg. Scriptum, Schiedam, 2008; ISBN 978 90 5594 592 4; 480 blz.; € 59,90.