Buitenland

VN-hof buigt zich over definitie verkrachting

Tijdens het hoger beroep van de Foca-massaverkrachtingszaak is woensdag bij het Joegoslavië-tribunaal uitgebreid geredetwist over de definitie van verkrachting. De advocaten van de drie Bosnische Serviërs, die in eerste aanleg waren veroordeeld tot celstraffen oplopend tot 28 jaar, willen de definitie beperkt houden, terwijl de aanklagers een opgerekte definitie bepleiten.

ANP
6 December 2001 10:10Gewijzigd op 13 November 2020 23:18

Het lijdt volgens het statuut van het tribunaal geen twijfel dat verkrachting een oorlogsmisdaad kan zijn. Probleem is echter dat nergens in het internationale recht is gedefinieerd wat verkrachting eigenlijk is. Het internationale hof heeft daarom tientallen nationale rechtssystemen bekeken om te bepalen wat de grootst mogelijke consensus is tussen zo veel mogelijk landen uit diverse rechtssystemen en culturen.

Over het zuiver anatomische aspect is inmiddels afdoende jurisprudentie ontstaan. Zo is aanvaard dat ook het dwingen tot orale en anale seks verkrachting kan zijn, ook al zijn er nog steeds enkele conservatieve, traditionele landen waar slechts de vaginale verkrachting ’telt’.

De vraag is echter hoe het element dwang bij verkrachting moet worden gedefinieerd. Volgens de verdediging van Kunarac, Kovac en Vukovic zou het VN-tribunaal ex-Joegoslavische jurisprudentie moeten toepassen die zegt dat er alleen sprake is van verkrachting als de dader geweld gebruikt of met geweld dreigt en het slachtoffer zich constant blijft verzetten.

Volstrekt onvoldoende
Volgens de aanklagers is zo’n definitie volstrekt onvoldoende. In oorlogssituaties kunnen vrouwen in dusdanige extreme angst en hulpeloosheid verkeren dat zij niet in staat zijn zich te verzetten. Een dader kan soms uit de omstandigheden afleiden dat de vrouw niet akkoord gaat, ook al uit zij dat niet in woord of daad. Er is sprake van verkrachting als de vrouw niet uit vrije wil met de seksuele gemeenschap instemt. De dader pleegt de misdaad van verkrachting als hij weet dat hij tegen de wil van het slachtoffer ingaat, aldus de uitspraak in eerste aanleg die de Kamer van Beroep volgens de aanklagers overeind moet houden en tot definitieve jurisprudentie moet maken.

Bij het Joegoslavië-tribunaal wordt pionierswerk verricht op het gebied van de internationale strafrechtspleging. De jurisprudentie die ontstaat, zal van belang zijn voor het toekomstige Internationale Strafhof, dat naar verwachting volgend jaar in Den Haag komt en wereldwijde bevoegdheid moet krijgen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer