De bouw van Vieille France
Hoe komt een Brabantse varkensboer die zijn baan opgeeft op het idee om in zijn stal een compleet Frans dorp te bouwen? Welke materialen heb je dan nodig? Op welke manier krijg je couleur locale in een gebouw waar ooit varkens huisden? Emmie en Henk Horrevorts vertellen.aanhef (u13,1,0(„Het begon allemaal aan het eind van de jaren ’90. Door de steeds strengere regels voor het houden van varkens zagen we in die branche geen toekomst meer. We besloten te stoppen. In de vrijkomende stal wilden we in eerste instantie een landlevenwinkel met antiek beginnen. De stijl van de zaak moest Frans worden, omdat we al heel lang francofiel zijn. Regelmatig brengen we een bezoek aan familie in Soumensac, op de grens van de Dordogne en de Lot et Garonne. Vooral de ontspannen, gemoedelijke sfeer en de vriendelijke, gastvrije mensen spreken ons erg aan.
In april 2000 was het echt zover. De 600 varkens in de stal gingen weg en het grote verbouwen kon beginnen. Tegen die tijd kwamen we in contact met iemand met behoorlijk wat artistiek inzicht. Hij bracht ons op het idee een compleet dorp te bouwen. Eerst zagen we daar een beetje tegenop, maar als je iets doet, kun je het beter meteen goed doen! Dus gingen we aan de slag. Met het hele gezin!
Om de couleur locale te realiseren hebben we met louter Franse materialen gewerkt. Steeds weer gingen we naar Frankrijk om stenen, deuren, luiken en dergelijke op de kop te tikken. Via vrienden van vrienden en kennissen van kennissen vonden we altijd wel iets dat we konden gebruiken. Zo kwamen we eens bij een boerke dat een prachtige oude trap naar zijn hooizolder had staan. „Neem maar mee, anders gaat hij toch de haard in”, zei hij.
Met de materialen gingen we aan de slag. Vrienden van ons maakten de koffiehoek met open haard en schouw voor een gemoedelijke sfeer. Leuk detail: de balk in de schouw was vroeger een traptrede in een Franse kerk.
De centrale gang bouwden we om tot een soort winkelstraat. De compartimenten waar vroeger de varkens stonden, bleken geschikt voor de huisvesting van de verschillende winkeltjes en schuurtjes van het dorp.
Tijdens de bouw veranderden onze plannen voortdurend. Toen we bijvoorbeeld de smederij af hadden, bleven we zitten met een loze ruimte. Opeens bedachten we: Dat kan het huis van de smid worden. Dus metselden we een zijpui. Maar de ambachtsman moet natuurlijk droog naar huis kunnen lopen. Dus kwam er een veranda bij.
Afgelopen voorjaar waren we klaar. Nou ja, klaar. Eigenlijk zijn we nog steeds druk met Vieille France. Al is het alleen maar om de voorraad op peil te houden. Het is natuurlijk leuk als iemand een tafel uit de koffiehoek koopt, maar er moet wel een nieuwe voor in de plaats komen. Dus struinen we op de dagen dat de winkel dicht is stad en land af, op zoek naar nieuw antiek. Niet altijd met succes. Pas reden we op één dag 1000 kilometer, wat niet meer opleverde dan twee oude beeldjes.
Verder is er altijd wel wat te veranderen. Het uitzicht bijvoorbeeld. Lijkt het je niet prachtig om uit te kijken op een veld vol zonnebloemen of lavendel?”