Groei Schiphol in strijd met nodige
In het licht van de krediet- en klimaatcrises vormen de plannen voor de uitbreiding van Schiphol een ontwikkeling in de verkeerde richting, stelt Marijke van Duin. Om de gewenste reductie van de CO(in2(-uitstoot te halen, zullen we juist fors moeten investeren in het terugbrengen van mobiliteit en transport.
De nationale luchthaven Schiphol wil uitbreiden. Dat is goed nieuws voor de economie en voor de werkgelegenheid. Dat een paar omwonenden nog meer luchtverontreiniging en geluidsoverlast te verduren zullen krijgen, wordt op de koop toe genomen. En er is een slimme oplossing bedacht: een gedeeltelijke verplaatsing van de activiteiten naar Lelystad en Eindhoven.Tot zo ver lijkt er niets mis met het verhaal. Of toch wel? Momenteel vragen de crises in de financiële wereld en het klimaat onze onverdeelde aandacht. In verband met dat laatste heeft Nederland zich verplicht de Kyotodoelstellingen te halen. Dat betekent dat de CO(in2(-uitstoot omlaag moet.
Het is te verwachten dat de uitstoot na 2012 nog veel verder zal moeten dalen. De internationale onderhandelingen daarover zijn gaande en worden eind volgend jaar afgerond.
Zoals bekend draagt vliegen bij aan het broeikasprobleem. Het lijkt dus een rare discrepantie te investeren in een bedrijfstak die zorgt voor veel uitstoot van CO(in2(, terwijl de verplichtingen de andere kant op wijzen.
Noordzee
Natuurlijk, de argumenten zijn bekend. Een groeiende economie levert meer geld op, en daardoor kunnen (ook) klimaatmaatregelen beter gefinancierd worden. Toch blijft het een vreemde, inefficiënte kronkel. Waarom niet investeren in andersoortige economische groei, in andersoortige werkgelegenheid? Werk dat rechtstreeks bijdraagt aan de realisering van de klimaatdoelstellingen, zoals de versnelde ontwikkeling van alternatieve energiebronnen?
Nederland is niet alleen een doorvoer- en transportland -vandaar de focus op Schiphol- maar ook expert op het gebied van watermanagement. Laten we die expertise benutten en investeren in zaken als grootschalige opwekking van energie uit de Noordzee. Onderzoeken tonen aan dat dat kan.
Daarmee zou Nederland zich goed kunnen profileren. Zo’n ontwikkeling wordt bovendien ondersteund door een recente publicatie van de Verenigde Naties waaruit blijkt dat economieën gebaat zijn bij investeringen in ’klimaatvriendelijke’ werkgelegenheid. De tijd is er rijp voor.
Dan is er de extra complicatie van de financiële crisis, die de vraag doet rijzen of de uitbreidingsplannen van Schiphol nog wel zo realistisch zijn. Mocht er straks sprake zijn van beperkte investeringsmogelijkheden, dan geldt eens temeer dat een keuze voor klimaatvriendelijke werkgelegenheid de voorkeur verdient. Zulke investeringen leveren immers een directe win-winsituatie op.
Om de CO(in2(-uitstoot te beperken is alle hens aan dek nodig, waarbij iedere euro zichzelf zal moeten terugverdienen. Energiebesparing en de overstap naar groene energie zijn nog maar het begin. Vlieg- en andere transportbewegingen zullen drastisch moeten worden ingeperkt, in plaats van uitgebreid. De groeiplannen van Schiphol staan haaks op deze gewenste ontwikkelingen.
Om de voor het klimaat noodzakelijke transportbeperking voor elkaar te krijgen, dienen we onze sperzieboontjes niet langer uit Egypte te halen, maar uit Nederland - dan maar niet het hele jaar door sperziebonen op tafel. En onze aardbeienyoghurt kan niet langer de halve aardbol over reizen voordat die bij ons in de (energiezuinige) koelkast staat. En drie vakantievluchten per jaar naar de zon voor een paar tientjes kan écht niet langer.
Vliegtaks
Dat dit besef nog niet voldoende is doorgedrongen tot het grote publiek, blijkt uit de protesten tegen de vliegtaks en andere (voorgenomen) kabinetsmaatregelen. Maar het is hoog tijd dat het collectieve klimaatbewustzijn groeit, omdat het water ons zogezegd tot aan de lippen staat.
En zonder dat bewustzijn is de noodzakelijke geleidelijke herstructurering van onze maatschappij niet mogelijk - een en ander uiteraard in verbondenheid met andere landen. De huidige crisis in de financiële wereld en de klimaatcrisis bieden alle kansen voor zo’n herstructurering, als we die maar willen grijpen. Christelijke consumenten die onze aarde kennen als Gods schepping zijn geroepen daar een belangrijke steen aan bij te dragen.
De auteur is hoofdredacteur van het blad Doopsgezind NL. Zij is lid van de projectgroep Kerk en Milieu van de Raad van Kerken en medeoprichter van het Europees Christelijk Milieunetwerk ECEN (www.ecen.org).