NAVO eens over aanpak drugs in Afghanistan
De landen van de NAVO zijn het vrijdag tijdens overleg in Boedapest toch eens geworden over een gezamenlijke aanpak van de drugsproductie en -handel in Afghanistan. Bestrijding is nodig omdat de taliban jaarlijks zeker 50 miljoen euro verdienen aan de drugshandel.
Donderdag waren de ministers van Defensie van de 26 NAVO-lidstaten nog diep verdeeld, vooral over de vraag of drugsbestrijding wel een taak is voor NAVO-militairen. De Amerikanen pleitten voor een harde aanpak, terwijl Duitsland, Italië en Spanje wilden dat de drugsbestrijding wordt overgelaten aan de Afghaanse overheid. Ze vrezen ook dat de bevolking zich keert tegen de NAVO-geleide troepenmacht ISAF als die de inkomsten van kleine boeren wegneemt.Duitsland en Spanje lieten hun bezwaren varen na een oproep van de Afghaanse minister van Defensie, Abdul Rahim Wardak, donderdag om zijn land te helpen. Bovendien kon Duitsland instemmen omdat er geen verplichting geldt voor ISAF-landen. De Duitse militairen hebben in het noorden van Afghanistan nauwelijks te maken met papaverteelt.
Uiteindelijk is besloten dat ISAF in elk geval geen papavervelden gaat platbranden, maar wel samen met de Afghaanse politie en onder hun verantwoordelijkheid zich richt op laboratoria voor de opiumproductie en op de drugsbaronnen en hun netwerken.
Ondanks de beperkende voorwaarden zei de Amerikaanse NAVO-commandant John Craddock dat het besluit hem voldoende bevoegdheid verleent om tegen de drugsbaronnen die de taliban steunen op te treden. „Het zal ons helpen de inkomsten van de opstandelingen te reduceren”, zei hij. De NAVO-ministers gaan op hun volgende vergadering in februari het succes van de operatie toetsen.
Minister Van Middelkoop van Defensie steunt het bereikte compromis.
Wat het precies betekent voor de Nederlandse militairen in Uruzgan is nog niet duidelijk. Van Middelkoop wil dat zo snel mogelijk bespreken met zijn collega’s Verhagen (Buitenlandse Zaken), Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) en met zijn eigen defensiestaf.
=