Israëlische hoofdstad maakt zich op voor burgemeestersverkiezingen
Met een nijpend tekort aan banen en een groot gebrek aan betaalbare woningen, met grote verkeersproblemen vanwege de aanleg van tramlijnen en 17.000 Joden die jaarlijks de stad verlaten om elders te gaan wonen, bevindt Jeruzalem zich in een neerwaartse spiraal.
Nir Barkat zegt dat hij voor een ommekeer kan zorgen. Hij is een van de drie kandidaten voor de burgemeestersverkiezingen op 11 november. Volgens opiniepeilingen maakt hij de meeste kans op een overwinning. Barkat was als zakenman betrokken bij het bedrijf CheckPoint, dat beveilingssoftware ontwikkelt.Andere kanshebbers zijn de Russische immigrant en zakenman Arkady Gaydamak en de ultraorthodoxe Meir Porush. Barkat deed vijf jaar geleden ook mee aan de verkiezingen, maar werd toen verslagen door de ultraorthodoxe Uri Lupoliansky. Barkat heeft de afgelopen vijf jaar als gemeenteraadslid genadeloze kritiek geleverd op het beleid van Lupoliansky.
„De missie van mijn leven is Jeruzalem te ontwikkelen”, zei hij de afgelopen week in een zaaltje dat vol zat met buitenlandse verslaggevers. Gaydamak en Porush, die eveneens waren uitgenodigd om hun visie te presenteren aan de internationale media, lieten verstek gaan.
Volgens Barkat had Jeruzalem beter het busvervoer kunnen ontwikkelen in plaats van miljoenen sjekel verslindende tramlijnen aan te leggen. Als hij burgemeester wordt, wil hij het vervoerssysteem in de door files dichtgeslibde stad opnieuw onder de loep nemen.
Barkat benadrukte dat hij voor een verenigd Jeruzalem is en dat Jeruzalem de exclusieve hoofdstad van Israël moet blijven. Maar hij liet er evenmin twijfel over bestaan dat hij zich in wil zetten voor alle drie de bevolkingsgroepen: zionistische Joden, ultraorthodoxe Joden en Arabieren.
Hij zei ervoor te zullen zorgen dat het aantal toeristen toeneemt tot 10 miljoen mensen per jaar in 2018. Nu bezoeken jaarlijks tussen de 1 en de 2 miljoen toeristen de Israëlische hoofdstad. De groei moet zorgen voor 100.000 nieuwe banen voor alle bevolkingsgroepen.
De kandidaat voor het burgemeesterschap van de heilige stad beloofde ervoor te zorgen dat meer bedrijven zich in Jeruzalem vestigen. De stad kan zich volgens hem verder ontwikkelen met bijvoorbeeld computergestuurde operaties in medische centra, stamcelonderzoek en hightech. Hij zegt dat hij van plan is meer fondsen te werven door de zakensector verder te ontwikkelen, meer geld van de regering te eisen en een beroep te doen op sponsoring vanuit het buitenland.
Ook de zogeheten ’spookhuizen’ kwamen ter sprake. Het gaat daarbij om 9000 woningen die door buitenlanders zijn aangekocht en die leegstaan. De verkoop van woningen aan buitenlanders drijft de prijzen van koop- en huurhuizen in de Israëlische hoofdstad sterk op. Voor met name jonge Israëliërs is het moeilijk betaalbare huizen te vinden. Barkat is van plan eigenaren van leegstaande appartementen een brief te sturen. Hij wil hen daarin bedanken dat ze een huis in Jeruzalem hebben gekocht en hun verzoeken de panden te verhuren. Hij zegt er tevens op toe te zullen zien dat er goedkopere huizen beschikbaar komen.
Het belangrijkste probleem in Arabisch Oost-Jeruzalem is het gebrek aan dienstverlening, aldus Barkat. In de Arabische wijken bestaat onder meer een gebrek aan goede onderwijsfaciliteiten, zwembaden, goede wegen en bouwplannen die de constructie van legale woningen mogelijk maken. Barkat is echter tegen politieke concessies wat betreft Oost-Jeruzalem.
Barkat heeft geen bezwaar tegen de ontwikkeling van de ”stad van David”. In het alleroudste gedeelte van Jeruzalem, dat koning David op de Jebusieten veroverde, worden opgravingen verricht die voor het publiek worden opengesteld. Maar de ontwikkeling heeft tevens geleid tot conflicten met Arabieren die in de wijk Silwan wonen.
De kandidaat voor het burgemeesterschap vindt dat Israël het zogeheten E1-gebied moet ontwikkelen, ondanks bezwaren van andere landen. E1 ligt op de Westelijke Jordaanoever tussen Ma’ale Adumim en Oost-Jeruzalem en kan dienen voor toerisme, industrie en nieuwe Joodse woonwijken. „Het behoort meer toe aan het Joodse volk dan aan wie dan ook. Het is een feit dat momenteel enkele regeringen er niet voor voelen, maar we moeten ze uitleggen waarom het belangrijk is en wij zullen ze overtuigen.”