„Brussel democratischer dan aangenomen"
De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, werkt democratischer dan door critici vaak wordt gezegd. Dat concludeert Christiaan Prins, die binnenkort aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert op een onderzoek naar de besluitvorming in Brussel.
Volgens Prins is het beeld van de Europese Commissie als een technocratische moloch die zijn wil oplegt niet terecht. Volgens hem houdt Brussel juist veel rekening met alle betrokken partijen. EU–commissarissen moeten bovendien hun 26 collega’s in de commissie zien te overtuigen van hun plannen. Dat leidt er toe dat de Europese Commissie altijd zoekt naar consensus.De kritiek ontstaat vaak doordat critici de Europese Unie vergelijken met een federale staat. Maar die vergelijking gaat mank, want de EU is uniek in zijn soort, aldus Prins, die voor het CDA in het Europees Parlement werkte en nu in dienst is bij Unilever in Brussel.
