Numeri (III)
Ruim dertig jaar geleden bracht ik als voorzitter van het college van kerkvoogden de ledenregistratie van onze hervormde gemeente onder bij het computercentrum van een Rotterdams havenbedrijf.
De medewerksters van het kerkelijk bureau waren zeer tevreden met deze werkwijze. Het was ook nog veel goedkoper dan de SMRA, ondanks de subsidie die de SMRA kreeg uit algemene middelen van de kerk (bijna de kosten van een predikantsplaats!). De provinciale controleurs zetten echter altijd op onze jaarrekeningen: ”goedgekeurd, behoudens de ledenadministratie”. Ik heb een voorstel gelanceerd om de ledenregistratie van de hele Hervormde Kerk daar onder te brengen. De synode wilde er niet aan. Door interne druk vanuit de gemeente (met name predikanten) moesten wij na verloop van tijd toch over naar de SMRA. De pc kwam op en ’men’ wilde met vrijwilligers de ledenadministratie uitvoeren. Proeven werden genomen met het LKL-systeem, dat redelijk goed werkte. Plotseling moesten we echter allemaal over op een nieuw systeem: Baruch. Dat bleek helemaal niet nieuw te zijn! Het kon zelfs nog minder dan LKL. Baruch ’rammelt’ aan alle kanten. De SMRA heeft de ondersteuning stopgezet. Met Numeri zouden alle problemen zijn opgelost. Ik heb vele jaren de overheid geadviseerd bij de invoering van complexe informatiesystemen. Een gevleugeld woord was: bij de overheid kosten informatiesystemen tweemaal zo veel als begroot, het duurt tweemaal zo lang als gepland en ze kunnen de helft van wat werd beloofd. Er zijn echter prima manieren om complexe systemen tot een goed einde te brengen. Uit dit relaas moge blijken dat er al jaren veel te veel geld is vermorst aan de ledenadministratie. Daar is blijkbaar niemand verantwoordelijk voor. Maar die miljoenen (RD 29-9) moeten wel opgebracht worden door de ’gewone’ kerkganger! In de steden moet men kerken verkopen en predikantsplaatsen opheffen. Wie roept deze verspilling een halt toe?Ir. H. A. Spanjersberg MIM
Schuilingsoord 51
3079 NE Rotterdam
Uitdaging
De belangrijkste uitdaging voor de SGP is volgens ds. M. Golverdingen (RD 29-9) het herstellen van de schade die het ’vrouwenstandpunt’ heeft aangebracht. En dat het menens(!) is dat vrouwen lid kunnen worden van de kiesverenging. Als ik me goed herinner was het besluit in goede harmonie genomen. Maar waren er ook verenigingen die moeite hadden met dit besluit. Anderzijds waren er ook geluiden dat deze stap nog niet ver genoeg was. Is deze uitspraak dan niet meer verdelend dan helend? Van harte wens ik de SGP kracht en wijsheid toe in het vervullen van haar zware en verantwoordelijke taak.
Catharina Veldhuijzen
Koningsmarck 40
2411 VB Bodegraven
Suikerfeest (II)
Een uitnodiging krijgen en daar niet op ingaan. Daar moet je goede redenen voor hebben! Met verbazing heb ik in RD 1-10 gelezen over kerken en politieke partijen die niet ingaan op de uitnodiging van moslims om het Suikerfeest met hen te vieren, als zou je dan een soort knieval voor de islamitische religie maken. Maar natuurlijk niet! De Heere Jezus maakte ook geen knieval voor prostitutie toen hij hoeren opzocht. Of een knieval voor corrupte belastingontvangers toen hij tollenaars opzocht. Evenmin maak ik een knieval voor de islam als ik moslims opzoek. Als u het niet aandurft om te gaan, of u zich niet op uw gemak voelt: dat kan. Dan moet u niet gaan. Maar volgens mij deugen de redenen die nu genoemd worden niet. In Amsterdam-Noord krijgen wij als gemeente ook jaarlijks uitnodigingen voor iftarmaaltijden. Zelf bezoek ik liefst moslimgezinnen thuis op zo’n moment, omdat er alle mogelijkheid is om door te praten (waarom doen jullie dit, wat doet het met je geloof…); en als ik voorstel om te bidden, wordt dat altijd toegejuicht. Op de grote iftarmaaltijd van een paar moskeeën mochten we als gemeente vijf minuten vertellen wie Jezus in het christelijk geloof is. En op een Iraanse iftar was een ex-moslim uit Hoop voor Noord maar zo eigenwijs om de organisatie een cd met Iraanse christelijke liederen te geven, die prompt werd opgezet tijdens de iftarmaaltijd. Waarmee gezegd wil zijn: zó kan het ook! Predikanten, kerkenraden, politieke fracties: als u de Heere Jezus kent, dan bént u het licht en bént u het zout. Maar als u niet op donkere plaatsen komt (zoals iftarmaaltijden), zet u de kaars dan niet onder een korenmaat, terwijl hij ook had kunnen schijnen in de duisternis!?
Jurjen ten Brinke
Florence Nightingalestraat 10
1025 KV Amsterdam-Noord
Scheppingsdagen
Als reactie op het artikel: ”Zes scheppingsdagen van 24 uur” (RD 2-10) zou ik graag de eerste verzen van Genesis doorlopen. Uit het eerste vers kunnen we opmaken dat op het moment dat Gods Geest over de woeste, ledige en met water bedekte aarde zweefde, deze aarde al bestond. Hoe lang deze aarde al bestond wordt niet vermeld, maar dát hij al bestond staat vast. Vervolgens begint God in de tweede regel van Genesis aan Zijn schepping. Dit is het moment waarop de auteur begint met de jaartelling. Het is juist om op deze manier te tellen hoeveel jaar geleden Gods schepping begon. Het is echter onjuist om te zeggen dat de aarde net zo oud is. Deze aarde bestond immers al voordat God begon met zijn schepping, de aarde was alleen: woest, ledig en met water bedekt. Verder wil ik kort ingaan op het evolutiegedeelte. Het juiste aan evolutie is dat dieren zich voor een gedeelte kunnen aanpassen aan hun omgeving. Wat echter onjuist is, is dat deze dieren zich zo blijven aanpassen en hierdoor langzaam een ander dier worden. Toen God de dieren schiep, wist hij van de verschillende leefgebieden waarin Zijn dieren zouden leven. Hij is bij het scheppen van de dieren zo groots geweest om in de genen van de dieren een mogelijkheid tot aanpassing te leggen. Dit zorgt ervoor dat dieren in verschillende klimaten overleven. Het is echter zo dat wanneer een dier zich eenmaal heeft aangepast aan een gebied, hij niet meer kan terugveranderen. Een belangrijke eigenschap van mutatie is namelijk dat er eigenschappen onuitwisbaar veranderd worden. Dit betekent dat mutatie in feite achteruitgang is, omdat de aanpassingsmogelijkheden voor het dier in de toekomst beperkt worden. Dit in tegenstelling tot de evolutietheorie, die stelt dat door mutatie het aantal mogelijkheden oneindig groter word, terwijl deze in feite afnemen.
Jan Daniël Jongsma
Vecht 15
1273 WE Huizen