Een groep van vijftien Marokkaanse jongeren bedreigde onlangs supermarktpersoneel van een Albert Heijnfiliaal in Amsterdam nadat de werknemers aangifte hadden gedaan van winkeldiefstal. Eerder roofden ongeveer acht Marokkaanse jongeren spullen uit de winkel aan de Kleine Wittenburgerstraat. De politie heeft vijf verdachten opgepakt. Twee van hen zitten nog vast op verdenking van bedreiging, diefstal in vereniging en openlijke geweldpleging.J. van Well, hoofd personeel en opleidingen van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), is woedend over de intimidatie door de Marokkaanse jongeren, waarmee die proberen aangifte te verhinderen. „Dit loopt de spuigaten uit. Het kan niet zo zijn dat bepaalde groepen in de samenleving anderen denken te kunnen verbieden aangifte te doen van diefstal.”

De overheid moet een „krachtig signaal” geven richting agressieve overvallers die hun slachtoffers intimideren, benadrukt Van Well. „Als mensen geen aangifte meer durven te doen, is de rechtsstaat in het geding.”

Met name in „volkswijken” in de grote steden kampen ondernemers met criminele jongeren die winkels beroven, schetst Van Well. Het probleem is in Amsterdam het grootst, aldus de zegsman. „Die stad spant de kroon. Er wil maar geen keer ten goede komen. De overvallen op winkels gaan gewoon door.” Hij maakt zich ook grote zorgen over het wapenbezit onder overvallers.

Burgemeester Cohen van Amsterdam liet in een reactie weten de bedreigingen in de Amsterdamse supermarkt onacceptabel te vinden. „Maar de politie heeft uitstekend opgetreden en de ouders van deze jongeren zijn ingeschakeld.”