Yotel is een beproefd concept op vliegveld Heathrow in Londen. Reizigers moeten de hotelcabine voor minimaal vier uur afnemen en betalen daarna per uur tot een maximum van 76 euro (eenpersoonskamer) of 106 euro (tweepersoonskamer). „Daarvoor krijgen de gasten”, aldus hotelmanager Martijn Beekhuis, „een vijfsterrenbed en vijfsterrenregendouche, internet en roomservice.”De gasten hoeven alleen maar in te leveren op de ruimte, want die is gezien het aantal vierkante meters niet van vijfsterrenformaat. In totaal zijn er 57 cabines. De eenpersoonsversie meet 7 en de tweepersoonsvariant 12 vierkante meter. Het bed is bij binnenkomst een zitbank, maar wie echt wil slapen, drukt op een knop om de bank uit te schuiven tot een heus bed.

Alle elektronica zoals televisie, licht en airco zijn vanuit het bed te bedienen. „De kamers zijn vooral voor mensen die tussen twee vluchten door even willen bijkomen of zich willen opfrissen”, zegt Beekhuis. Yotel houdt ook rekening met de toestand waarin de reiziger verkeert, zo weet Beekhuis. „Als je uit een vliegtuig komt, heb je vaak een wat droge huid. Daarom hebben we in de douche een vochtregulerende bodywash staan en hebben we op het bed vochtregulerende matrassen liggen.”

Yotel is een initiatief van de Britten Simon Woodroffe, oprichter van Yo! Company, dat onder meer een keten van sushirestaurants exploiteert, en Yotel-ceo Gerard Greene. Woodroffe werd geïnspireerd door een upgrade die hij tijdens een vliegreis kreeg. Hij wilde de luxe van de businessclass combineren met de typisch Japanse capsulehotels. Dat werd uiteindelijk het concept Yotel, dat zich over de hele wereld moet gaan verspreiden; niet alleen op luchthavens, maar ook in steden waar ruimte schaars is.