Elke school is „waardenvol”
Titel:
”Alle onderwijs bijzonder. Levensbeschouwelijke waarden in het onderwijs”
Auteur: Siebren Miedema en Henk Vroom (red.)
Uitgeverij: Meinema, Zoetermeer, 2002
ISBN 90 211 3884 0
Pagina’s: 176
Prijs: € 17,-. Wie mocht denken dat bijzonder onderwijs hetzelfde is als christelijk onderwijs, ontdekt in het boek ”Alle onderwijs bijzonder. Levensbeschouwelijke waarden in het onderwijs” heel andere dingen. Er zijn gesprekken afgedrukt met directeuren van een protestants-christelijke school, een hindoeschool, een algemeen-bijzondere, een islamitische en een openbare school.
Vooral de openbare school lijkt in het rijtje niet thuis te horen. Bijzonder onderwijs is immers, juridisch gezien, onderwijs dat niet van de overheid uitgaat en van openbaar onderwijs is juist het kenmerkende dat het wel van de (gemeentelijke) overheid uitgaat.
In de titel kunnen we dus een speels element ontdekken. Maar ook serieuze kritiek op de opvatting die vroeger verdedigd werd dat onderwijs neutraal kan zijn. In de debatten rond het ontstaan van het bijzonder onderwijs in de negentiende eeuw stond centraal: het openbaar onderwijs is voor allen toegankelijk, geldt voor alle gezindten en kan neutraal gegeven worden. Met deze visie is in de loop van de jaren afgerekend. Onderwijs is niet waardevrij, kan niet neutraal zijn.
Het is de verdienste van dit boek, neerslag van een studiedag aan de Vrije Universiteit, dat het duidelijk maakt dat onderwijs altíjd waardevormend onderwijs is. In de serie van Meinema, waar ”Alle onderwijs bijzonder” het eerste deel van is, komen vragen rond multiculturaliteit en religieus pluralisme aan de orde. Dit deel beweegt zich op het gebied van het onderwijs. Bij uitstek gaat het in het onderwijs om de vorming en overdracht van waarden. Elk type onderwijs doet aan waardeoverdracht en hanteert een visie op het leven. Binnen de religieuze diversiteit zijn er gemeenschappelijke doelstellingen, zoals de voorbereiding van kinderen op hun plaats in een gemengde samenleving en een plurale cultuur. Deze bundel laat stemmen klinken uit soorten levensbeschouwelijk onderwijs waartoe, volgens het uitgangspunt, ook de openbare school behoort.
Gemiste kans
Toch is het beeld lang niet compleet: vele andere typen levensbeschouwelijk onderwijs ontbreken. In ieder geval mis ik het rooms-katholieke onderwijs en ook reformatorisch en gereformeerd (vrijgemaakt) onderwijs. Ik acht dit een gemiste kans, omdat genoemde scholen behoren tot de officiële zuilen van het bijzonder onderwijs. Portretten van deze scholen zouden zeker het totaalbeeld verrijkt hebben. Maar verzuiling van onderwijs komt in hedendaagse beschouwingen niet meer positief in beeld.
Als gevraagd wordt naar de inhoud van waardevormend onderwijs wijst de bundel op een ontwikkeling. Siebren Miedema verzet zich tegen „waardenoverdracht” en kiest voor „toe-eigening.” Waarden kunnen niet overgedragen worden; het doel van het onderwijs is volgens hem om kinderen in staat te stellen deel te nemen in activiteiten die maatschappelijk, sociaal, cultureel en levensbeschouwelijk van aard zijn.
De visie die hier tot uitdrukking komt, beoogt een verbreding van het identiteitsbegrip te geven. Oorspronkelijk heeft identiteit alles te maken met levensbeschouwing, zoals de geschiedenis van het bijzonder onderwijs laat zien. Maar denken over identiteit vanuit een levensbeschouwelijke grondslag is niet de beste manier (Bakker). Je kunt beter uitgaan van de alledaagse praktijk in scholen en komen tot definiëring van de kenmerkende schoolcultuur die daarmee de identiteit van de school vormt. Dan blijkt dat elke school „waardenvol” is, want impliciet zijn waarden en normen aanwezig die betrekking hebben op de mens in zijn maatschappelijke, sociale, culturele en levensbeschouwelijke verbanden.
Op deze wijze wordt duidelijk dat alle onderwijs bijzonder is. Alle scholen geven in relatieve zelfstandigheid vorm en inhoud aan hun brede identiteit, inclusief waardeopvoeding.
Verarming
Met dit alles zijn we ver verwijderd van wat eens de geschiedenis van de bijzondere school kenmerkte. Deze kwam voort vanuit het recht om onderwijs levensbeschouwelijk, godsdienstig te verankeren. De levensbeschouwelijke grondslag van waardevormend onderwijs is in deze bundel verlaten, en ik acht dit een verarming en geen goede ontwikkeling.
Boeiend in de bundel zijn de opstellen van de godsdienstfilosofen Wessel Stoker en Henk Vroom. Zij laten zien hoe het gesprek over elkaars levensbeschouwing in een plurale samenleving mogelijk is. De uitgangspunten zijn bepalend voor dit gesprek: polemisch (zoals de scepticus wil), een gesprek voor wederzijds begrip (de dialoog) of het gesprek als verantwoording (de rationele verantwoording).
Vroom gaat in op het probleem van pluralisme op school. Hij beschrijft de drie typen van benadering: de zuilschool (de positie die wij zouden kiezen), de ontmoetingsschool en de algemene of openbare school. Deze laatste bijdragen geven veel stof tot nadenken over de wijze waarop we in onze plurale samenleving kunnen staan en ons kunnen verantwoorden.