Mazen in de Winkeltijdenwet
Ondernemers, maar ook gemeenten zoeken gedurig naar mazen in de Winkeltijdenwet om winkels vaker op zondag te kunnen openen. Drie voorbeelden.
Marcel ten BroekeGemeentegrond wordt toeristisch gebied.
Verreweg de meest gebruikte methode om algehele winkelopening op zondag mogelijk te maken. Gemeenten, inmiddels 157 gemeenten van de in totaal 443, beroepen zich hierbij op de zogeheten toerismebepaling in de Winkeltijdenwet.
Die houdt in dat waar winkelopening op zondag normaal gesproken beperkt moet blijven tot twaalf koopzondagen per jaar, de winkels in toeristische gebieden iedere zondag de deuren mogen openen.
Omdat in de Winkeltijdenwet niet duidelijk staat omschreven aan welke criteria een gemeente of gebied moet voldoen om zichzelf als ”toeristisch” te mogen bestempelen, vullen gemeenten het begrip in de praktijk nogal ruim in.
Niemand zal vragen stellen bij het toeristisch gehalte van het centrum van Amsterdam of de boulevard van badplaats Scheveningen. Maar bijvoorbeeld Almere als toeristische trekpleister, dat lijkt toch ietwat vergezocht. Ook al is volgens oud-D66-Kamerlid Bakker alleen al de burgemeester van Almere, oud-VVD-minister Annemarie Jorritsma, „een topattractie.”
Doordat de gemeenteraad heel Almere heeft aangewezen als toeristisch gebied, kunnen winkels in Almere alle zondagen geopend zijn. Tot nu toe werd Almere hierin geen strobreed in de weg gelegd.
Supermarkt op zondag avondwinkel.
Om op zondag open te kunnen zijn beroept een toenemend aantal supermarkten (onder meer in Apeldoorn en Haarlem) zich veelal met succes op een tweede ontheffingsmogelijkheid in de Winkeltijdenwet, namelijk die voor avondwinkels.
De wet biedt winkels die op zondag gesloten zijn „tussen 00.00 uur en 16.00 uur” en waar „uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht” de gelegenheid de deuren iedere zondag van 16.00 tot 24.00 uur te openen. Deze ontheffing op de Winkeltijdenwet mag worden verstrekt voor één avondwinkel per 15.000 inwoners.
Voor reguliere supermarkten is deze ontheffingsmogelijkheid uiteraard nooit bedoeld, desondanks komen gemeenten er veelal niet onderuit wanneer een supermarkt een verzoek hiertoe indient, omdat veel gemeenten in hun plaatselijke verordening slechts algemene definities hanteren voor avondwinkels.
De kwestie leidde eind vorig jaar nog tot Kamervragen van de SGP. Maar minister Van der Hoeven (Economische Zaken) achtte heroverweging van deze regeling voor avondwinkels toen niet nodig, omdat de supermarkten op zondag „voorzien in de behoefte van verkoop van levensmiddelen in de avonduren.”
Iedere zondag een ander feestje.
Hoewel de Winkeltijdenwet voorschrijft dat gemeenten maximaal twaalf koopzondagen per jaar mogen aanwijzen, kunnen gemeenteraden hierop een uitzondering maken „ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.” Feestdagen dus.
Maar met een beroep op internationale feestdagen als de Amerikaanse ”doe vriendelijk”-dag, de nationale dag van Maleisië, het boeddhistisch nieuwjaar, de Franse feestdag ”la fête des grand-mères” weet een C1000-filiaal in Amsterdam-Noord de deuren iedere zondag te openen.
De gemeenteraad van het stadsdeel keurde alle aanvragen van het supermarktfiliaal goed. Ook de feestdagen ter gelegenheid van het ”Prijzencircus” bij warenhuis V&D en het ”25-jarig jubileum” van deze C1000.
Amsterdam-Noord kan de creativiteit van de supermarkteigenaar wel waarderen en stadsdeelvoorzitter Rob Post acht de handelswijze absoluut niet in strijd met de wet.
Post benadrukt dat deze ontwijkmogelijkheid van de Winkeltijdenwet in Amsterdam-Zuidoost al jaren wordt gebruikt ten behoeve van zondagsopening van de winkels in het Arenagebied.
Een woordvoerder van het stadsdeel Zuidoost ontkent dit overigens. Wel wordt er in Zuidoost al twee jaar lang „geëxperimenteerd” met het toeristische regime.