Strijk natuur niet tegen de haren in
Een tuin die „het oog streelt, het hart verwarmt en de geest voedt.” Zo wil prins Charles het hebben rond zijn buitenplaats Highgrove bij de Engelse plaats Tetbury. Na bijna dertig jaar biologisch tuinieren is hij een heel eind. Zijn filosofie: „Het is beter met de natuur mee te werken, dan tegen haar in.”
De tuin bij het mooie landhuis stelde niet zo veel voor toen de prins Highgrove in 1980 kocht. Er waren een vervallen ommuurde kruidentuin en wat verwilderde stukken grond en er stonden een paar oude, holle eiken.Prins Charles wilde iets bijzonders met de aanwinst doen. Maar wat? „Het was moeilijk te beslissen waar te beginnen en ik wist weinig van tuinieren af”, zegt hij in een boek over Highgrove.
De prins vroeg advies. Hij kwam terecht bij een vriendin, Lady Salisbury, een ervaren biologisch tuinierster, en bij Miriam Rothschild, een vrouw die overtuigd is van het belang van biodiversiteit in tuinen. Salisbury adviseerde de prins een deel van de tuin vol te zetten met geurige planten: blauweregen, kamperfoelie, jasmijn, holboellia, lelies en tijm. Rothschild creëerde een experimentele weide met wilde bloemen, waar inmiddels 32 verschillende soorten zijn te vinden, zoals gele ganzenbloem, orchideeën en ooievaarsbek.
Hosta’s
De tuin is sindsdien steeds verder uitgebouwd en kent nu allerlei verrassende hoeken en tableaus. Er zijn een laan met azalea’s, een lavendeltuin en langs de hoofdpaden staan fraaigevormde taxusstruiken. Een andere hoek van het landgoed herbergt een mooie rozenpergola. De favoriete planten van de prins, zoals hosta’s, ontbreken niet. Verder is er een arboretum met een kleine kapel, en vlak achter het huis ligt de zonnewijzerstuin die als thema ”zwart-wit” kreeg. In het voorjaar bloeien er duizend zwarte en witte tulpen.
Highgrove bezit ook een grote moestuin met groenten en fruitbomen. De aardappels, prei, kool, wortels en andere groenten gebruikt de kok van Highgrove in de keuken. Prins Charles wil zo veel mogelijk zelfvoorzienend zijn. Hij composteert daarom ook zelf zijn organisch afval en recyclet water.
De prins experimenteert graag. In 1999 vroeg hij aan zijn hoofdtuinman David Howard of het mogelijk zou zijn in zijn tuin varens te houden die uit zuidelijker streken afkomstig zijn. Howard vond een luwe plek, waar hij aan de gang ging met flora uit onder meer Australië en Nieuw-Zeeland. Het experiment slaagde, al bezwijkt er af toe wel een plant door de kou. Dat deel van de tuin heet sindsdien de Zuidelijk Halfrondtuin.
Bij een Engels landhuis kan een Engelse tuin met bomen, heesters, gras en borders met bloeiende overblijvers niet ontbreken. In deze zogeheten Cottagetuin staat een buste van Sir Laurens van der Post, een oorlogsheld en Afrikakenner die een naaste vriend van de prins was.
Bezoekers
De prins is trots op zijn tuin. Hoewel Highgrove zijn privéhuis is, laat prins Charles af en toe tuinliefhebbers op zijn landgoed toe. Zij krijgen een rondleiding door vrijwilligers die over alle bijzondere details vertellen en de filosofie van de prins uitleggen.
Jaarlijks worden tussen april en oktober ongeveer 250 groepen toegelaten, individuele bezoekers zijn niet welkom. Er is inmiddels een wachtlijst van twee jaar ontstaan.
Meer informatie: http://highgroveshop.com/garden.htm.