Dat verklaarde voormalig financieel topman Michiel Meurs woensdag tijdens de vierde dag van zijn verhoor voor het gerechtshof in Amsterdam.Van der Hoeven deed dit voorstel volgens Meurs na problemen met het gebruik van side letters bij de Zweedse dochteronderneming ICA. De oud-topman van Ahold stelde toen voor soortgelijke documenten bij de overige joint ventures achter te houden.

In de herfst van 2002 ondervond Ahold steeds meer problemen bij ICA. De topman van ICA, Stein Erik Hagen, dreigde naar buiten te brengen dat Ahold onterecht de omzet consolideerde.

„Atoombommen”, noemde de voorzitter van het hof deze dreigementen. Meurs lichtte na de dreigementen de accountant in over het bestaan van control letters en de geheime side letters. De accountant reageerde geschokt en sprak van een vertrouwensbreuk tussen hem en Ahold.

Op 16 november van dat jaar besprak Meurs de problemen met topman Van der Hoeven overlegden over de aanpak van een intern onderzoek. „Ik zei tegen hem: Je weet toch dat er bij de andere joint ventures ook side letters zijn? Toen was het stil”, aldus Meurs. Een halfuur later werd hij naar eigen zeggen door Van der Hoeven teruggebeld, die voorstelde om de side letters niet openbaar te maken. „Ik had er moeite mee, maar ik ben meegegaan.” Tegenover de interne hoofdonderzoeker verklaarde Meurs dan ook dat er bij de overige joint ventures geen side letters waren.

Het hof verhoorde Meurs de afgelopen dagen uitvoerig over de totstandkoming van de control letters en de side letters bij de verschillende dochterondernemingen in Portugal en Zuid-Amerika. Meurs, Van der Hoeven, oud-bestuurder Jan Andreae en ex-commissaris Roland Fahlin staan voor de rechter wegens verdenking van onder meer valsheid in geschrifte. Ahold zou jarenlang ten onrechte inkomsten van dochterondernemingen bij de eigen omzet hebben opgeteld, terwijl de zeggenschap over deze ondernemingen ontbrak.

Ook bij het Zweedse ICA was er een control letter waarin Ahold de zeggenschap over het bedrijf claimde. Daarnaast bestond er een side letter, waarin deze zeggenschap weer ongedaan werd gemaakt. In tegenstelling tot bij de andere dochterondernemingen kreeg voormalig bestuurder Jan Andreae de opdracht om de ondertekening door de Zweden te regelen. Volgens Meurs heeft hij Andreae volledig uitgelegd wat de twee brieven inhielden, al hield het hof Meurs een verklaring voor van Andreae die ontkent op de hoogte te zijn geweest.

Meurs, Van der Hoeven en Andreae werden eerder veroordeeld tot geldboetes en voorwaardelijke celstraffen. Zij willen nu net als Fahlin vrijspraak. Het openbaar ministerie wil juist hogere straffen.