Eerherstel voor koning Richard III
Hoewel niet de bekendste koning uit de geschiedenis van Engeland, is Richard III wél de controversieelste. Het hardnekkige beeld van deze vorst als wreedaard en schurk is vooral ontstaan door toedoen van het gelijknamige toneelstuk van William Shakespeare. Eerherstel van Richard III lijkt op z’n plaats. Maar is dat nog zinvol? Els Launspach doet in haar roman ”Messire” in ieder geval een serieuze poging.
Shakespeares ”Richard III” is in één zin samen te vatten: Richard vermoordt een groot aantal mensen die in zijn weg staan om koning te worden en te blijven. Dit alles doet hij onder het motto: „En daarom -pover minnaar als ik ben, te onbespraakt voor mijn galante tijd-, wens ik te slagen als volleerde schurk.”Aan de ene kant wordt hij afgeschilderd als een kwaadaardig, wreed mens die hinkend en met een bochel door het leven ging en verantwoordelijk werd geacht voor het verdwijnen van zijn neven, prins Edward en zijn broertje, de verwachte troonopvolgers. En inderdaad, de prinsjes verdwenen zowel lijfelijk als historisch, terwijl er bij opgravingen in de zeventiende eeuw botten van twee kinderen zijn gevonden onder de trappen van de Tower in Londen. Men vermoedt dat dit de twee prinsjes zijn. Aan de andere kant wordt Richard -die regeerde van 1483 tot 1485- in veel annalen beschreven als een hervormer. Een koning uit de vijftiende eeuw, verantwoordelijk voor verscheidene wetten die nu nog geldig zijn. Zo is het systeem van borg (zoals dat onder meer in Engeland en de VS wordt toegepast) ooit ingevoerd door Richard III.
Drieluik
Hoe kwam deze Richard aan zo’n slechte naam? Is daar dan geen reden toe geweest? Els Launspach, docente aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, laat in haar roman de drie hoofdpersonen ontdekken dat koning Richard niet de mismaakte tiran was die Shakespeare van hem maakte, maar een geliefd vorst. In drie verhalen laat ze zien hoe de mythe ontstaat vanuit het eigenbelang van Richards grote tegenstander en latere opvolger Henry Tudor. Op zichzelf is dit laatste een bekend verschijnsel in de geschiedenis. De voorganger van een zittend regeringsleider heeft het altijd verkeerd gedaan. Van Agt maakte Den Uyl uit voor grote verspiller, een titel die van Agt op zijn beurt kreeg toebedeeld door Lubbers en de zijnen. Zo ook had Henry er alle belang bij om het huis Plantagenet waar Richard toe behoorde, zwart te maken.
De beroemde humanist en staatsman Thomas More is de eerste die in het drieluik van Launspach optreedt. De vriend van Erasmus, schrijver van ”Utopia”, wacht in de gevangenis op zijn uiteindelijke veroordeling en executie. Hij heeft immers de scheiding van koning Hendrik VIII en diens eerste vrouw verboden. In zijn cel, met name ’s nachts, denkt hij terug aan wat hij gedaan en geschreven heeft. Aanvankelijk had hij met overgave zwarte bladzijden over Richard geschreven. Maar na een bezoek van de dochter van zijn vroegere mentor, William Morton, komt hij erachter hoe hij is gebruikt en misleid en hoe hij met zijn ”History of King Richard” heeft bijgedragen aan de leugenvorming omtrent de heerser.
Vervolgens is het de beurt aan George Buc, een geschiedkundige die in 1619 ”The History of King Richard the Third” voltooide, een werk dat pas in 1646 werd uitgegeven. In de vorm van brieven aan een raadsheer van koning Jacobus I geeft ook hij uiting aan zijn twijfels omtrent de juistheid van het ontstane beeld.
In het laatste deel van het boek is het historica Jennifer Simpson die het in een moderne ’rechtszaak’ opneemt voor de koning. In een gesprek met een tegenstander geeft ze per ongeluk feiten weg waarmee haar tegenstander de koning zwart kan maken en haar verdediging kan ontkrachten.
Balans
Van de drie verhalen overtuigt het derde het minst. Niet omdat een rechtszaak in de 21e eeuw over een koning uit de 15e eeuw onwerkelijk zou zijn: in haar verantwoording geeft Launspach aan dat er in 1984 inderdaad zo’n proces over de twee verdwenen prinsjes heeft gediend. Ook niet vanwege het feit dat er een enorme hoeveelheid historische feiten in deze roman verwerkt is. Dat is in ieder geval bij het verhaal van Thomas More geen probleem. Daar is de roman uitstekend in balans. Maar in het derde verhaal is die balans weg. We krijgen bijvoorbeeld geen idee wat de motivatie is van de hoofdpersoon om dit proces aan te gaan. Daarnaast blijft de karaktertekening erg vlak en verloopt het verhaal nogal schokkerig. Toch gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het geheel een boeiende roman vormt. Zeker voor wie in deze periode, de tragedies van Shakespeare en het ontrafelen van historische geheimen, geïnteresseerd is.
We blijven wel zitten met de vraag of het zinvol is te zoeken naar eerherstel voor een vorst die 500 jaar geleden leefde. Getuige de talrijke websites en organisaties die zich hiermee bezighouden, zou je zeggen van wel. Shakespeare maakte van Richard een gebochelde, „kreupel, verminkt en onaf.” Het enige portret van Richard III in The National Gallery toont een rechte en fiere koning. Een koning die ook vandaag de dag nog vele trouwe onderdanen blijkt te hebben. En Shakespeare? Valt hem geschiedvervalsing in de schoenen te schuiven? In ieder geval schreef hij zijn tragedie pas honderd jaar na Richard en was Shakespeare kind van zijn tijd en van de heersende opvattingen. Bovendien schreef hij vooral toneelstukken en paste hij wel vaker de geschiedenis aan. Uitgeverij Atlas heeft de sublieme vertaling van Gerrit Komrij uit 1989 opnieuw uitgegeven. Daarin valt van de prachtige taal van Shakespeare te genieten en van een opmerkelijke geschiedenis. Maar of het de juiste is…
Biografie
Tegelijkertijd met de twee genoemde boeken bracht Atlas een biografie uit over Shakespeare van de hand van de Engelse schrijver Bill Bryson. Bryson is in staat iets of iemand uit de geschiedenis op een uiterst boeiende wijze voor het voetlicht te halen. In minder dan 200 bladzijden weet de schrijver een helder portret van Engelands bekendste schrijver te tekenen. Het boek is een aanrader voor wie zich op de hoogte wil stellen van het leven en het oeuvre van William Shakespeare. Hoewel het zeer de vraag of de gangbare historische gegevens over hem wél kloppen.
N.a.v. ”Messire”, door Els Launspach (ISBN 978 90 450 0620 8; 286 blz.) en ”Richard III”, door William Shakespeare; vert. Gerrit Komrij (ISBN 978 90 450 0680 2; 205 blz.); uitg. Atlas, Amsterdam, 2008; samen in één cassette € 25,-;
”Shakespeare, een biografie”, door Bill Bryson; vert. Auke Leistra; uitg. Atlas, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 450 0677 2; 190 blz.; € 19,90.