Vrouw heeft weinig met mannenberoep
Mannen oefenen vaker een typisch vrouwenberoep uit dan andersom.
In typische masculine beroepen als timmerman, vrachtwagenchauffeur en automonteur is gemiddeld 1 procent vrouwen te vinden. Het aandeel mannen in sectoren als de zorg en administratieve sector, die door het vrouwelijke geslacht worden gedomineerd, ligt op gemiddeld 5,2 procent.
Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Nog steeds is er volgens het onderzoeksinstituut een duidelijk onderscheid te maken tussen beroepen naar sekse. De toptien van mannen- en vrouwenberoepen zijn de afgelopen vijf jaar nauwelijks veranderd en betreft vooral banen waarvoor lagere tot middelbare scholing is vereist.
Vrouwen wagen zich amper (0 tot 1 procent) aan beroepen als timmerman, automonteur, verwarmings- en elektriciteitsinstallateur, metselaar en huisschilder. Ook wordt het werk van groenverzorgers, vrachtwagen- en heftruckchauffeur door het mannelijk geslacht gedomineerd. Slechts 2 procent van de werknemers in de groenverzorging en chauffeurs die achter het stuur kruipt, is vrouw.
In de toptien van vrouwenberoepen komt er alleen in het vak dokterassistentes 0 procent mannen aan te pas. Van de secretaresses, leerling-verpleegkundigen en ziekenverzorgers is ook nog maar 1 tot 4 procent man. In de vakgroepen crècheleidster, kapper, kassamedewerker en receptionist is de kans dat een man het werk doet echter al gauw een op tien.
Beroepsgroepen met evenveel mannen als vrouwen zijn grotendeels van hoger of wetenschappelijk niveau. Het meest evenwichtig is de verdeling onder de hogere administratieve medewerkers; 48 procent man en 52 procent vrouw. Ook in de vakgroepen grafisch ontwerper, advocaat, rechter of notaris zijn de geslachten vrijwel gelijk vertegenwoordigd. Tuinbouwarbeider is het enige laag geschoolde beroep dat bijna door evenveel mannen als vrouwen wordt uitgeoefend: 59 procent man en 41 procent vrouw.