Eigen bijdrage voor AWBZ op de helling
De eigen bijdragen die patiënten moeten betalen voor zorg in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, psychiatrische zorg en thuiszorg staat ter discussie.
Dat is het gevolg van een uitspraak van de bestuursrechter in Utrecht, die onlangs voor het eerst een koppeling legde tussen de kwaliteit van de geboden zorg en de eigen betaling van de patiënt.
De zaak was aangespannen door de ouders van een jonge patiënt die eind jaren negentig twee jaar lang in het psychiatrisch ziekenhuis Bavo in Capelle aan den IJssel verbleef. Zij waren verbolgen over de slechte zorg in de kliniek en wonnen daarover zowel een juridische procedure tegen Bavo als procedures tegen zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea.
Het zorgkantoor betaalde vorige maand, elf weken na de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, de ouders bijna 1300 euro terug. Dat is de helft van de opgelegde eigen bijdrage. Aanvankelijk moesten de ouders in totaal bijna 3200 euro aan het Zilveren Kruis betalen, maar omdat zij hierover een jaar te laat werden ingelicht, werd al ruim 750 euro kwijtgescholden.
Het is voor het eerst dat een rechter een verband legt tussen de kwaliteit en de honderden euro’s die mensen soms betalen. AWBZ-zorg is een volksverzekering waarvoor iedereen maandelijks verplicht via het salaris premie betaalt. Maar zodra echt van deze zorg gebruikgemaakt wordt, moeten mensen elke maand nog eens bijbetalen.
In totaal komt per jaar ongeveer 1,9 miljard euro binnen aan eigen bijdragen voor de AWBZ. In deze hele sector gaat bijna 20 miljard euro om. De uitspraak kan dan ook grote gevolgen hebben. Bekend is dat in sommige AWBZ-instellingen, zoals enkele verpleeghuizen, de zorg matig is, onder meer door gebrek aan personeel.
In het proces tegen Bavo zelf wees de kantonrechter in Rotterdam de patiënt begin 2001 ruim 4500 euro toe wegens materiële en immateriële schade. De kliniek kwam niet opdagen, maar betaalde de vordering. Tegelijk protesteerden de ouders tegen de eigen bijdrage, met name omdat zij de zorg zo slecht vonden dat dit het bedrag in hun ogen niet rechtvaardigde.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde hun beroep eind juli dit jaar gegrond. Het zorgkantoor krijgt daarbij een opmerkelijke terechtwijzing. Het Zilveren Kruis meende dat de heffingsregeling volgens de wet altijd geldt zonder rekening te houden met de kwaliteit van de geboden zorg. „Ten onrechte”, staat nu in de uitspraak. De bestuursrechter wijst de zorgverzekeraar daarmee op zijn plicht zijn verantwoordelijkheid te nemen bij de uitvoering van de zorg.
Aan de uitspraak was tot nu toe geen ruchtbaarheid gegeven. De ouders wilden hun zaak wel naar buiten brengen in de hoop dat anderen er iets aan hebben, maar hebben eerst gewacht tot de zorgverzekeraar had betaald.
„Er heerst angst bij de zorgkantoren. Ze vrezen dat veel mensen gaan twijfelen aan de eigen betalingen”, zegt advocaat A. Wijnberg. Hij heeft zich vastgebeten in de AWBZ en via rechtszaken ervoor gezorgd dat mensen op de wachtlijst sneller werden geholpen. Wijnberg noemt de uitspraak „absoluut een trendbreuk.”
Wijnberg is aangenaam verrast door de uitspraak, ook al zou dat ertoe kunnen leiden dat nog minder geld naar de AWBZ-zorg gaat. „Iemand moet een signaal geven dat de zorg vastloopt. Het doel is de zorg te verbeteren”, aldus Wijnberg.
De koepelorganisatie van de zorgverzekeraars, ZN, kan niet inschatten wat de gevolgen zijn van de uitspraak. Volgens een woordvoerder is de koppeling tussen de eigen bijdrage en de geleverde zorg uniek. De uitspraak moet volgens hem vooral worden opgevat als een krachtig signaal naar de zorgverzekeraar om goed toe te zien op de kwaliteit van de zorg. Hoe dat concreet is aan te sturen, blijft de vraag. „Zorgverzekeraars zitten in een spagaat. Zij móéten wel met zorginstellingen contracten sluiten over de prijs, toegankelijkheid en kwaliteit. Maar beide contractanten moeten zich daaraan houden”, zegt een woordvoerder van ZN.
Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) is het eens met het signaal dat de zorgverzekeraar in actie moet komen. Het CVZ was „aanvankelijk geschrokken”, maar vindt het een „slimme uitspraak”, zegt een juridisch medewerkster van het adviesorgaan. Volgens haar is de kern dat de bijdrage niet los staat van de kwaliteit. „De rechter stelt dat er een relatie is met de zorg. Maar de rechter zegt níet dat de bijdrage verlaagd móet worden. Wel dat een nieuw besluit nodig is. De zorgverzekeraar volgt in deze zaak de eis van de ouders om het bedrag te halveren.”
Volgens het CVZ voorziet de wet er al in dat er sprake moet zijn van zorg overeenkomstig de bepalingen in de AWBZ. „Krijg je die niet, dan zou je ook geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Het is dus alles of niets. Je krijgt niet een beetje AWBZ-zorg waarvoor je een beetje bijdrage betaalt”, zegt de medewerkster. Volgens haar blijft dat uitgangspunt in principe overeind.
Probleem is volgens advocaat Wijnberg juist dat het moeilijk is aan te tonen dat de zorg slecht is. „De kwaliteit wordt in de wet vaag omschreven. Er is geen wettelijke normering voor AWBZ-zorg, maar het blijft steken in algemene termen.” Volgens Wijnberg is dat bewust zo geregeld door de wetgever, om het lastig te maken de zorg aan de kaak te stellen.
In deze kwestie hadden de ouders al de kantonrechter aan hun zijde gekregen in hun klachten over de zorg in psychiatrisch ziekenhuis Bavo in Capelle aan de IJssel. De Inspectie voor de Gezondheidszorg dreigt al jaren met een aanwijzing als stok achter de deur om de zorg in het ziekenhuis te verbeteren, zegt J. Lucieer, hoofdinspecteur voor de GGZ. Ook patiëntenvereniging Ypsilon krijgt al jaren klachten binnen over Bavo.
De vraag is of de betrokken zorgverzekeraar beter de kwaliteit van de zorginstellingen gaat controleren. Zilveren Kruis voelt zich echter niet erg aangesproken door de rechtszaak. Twee woordvoerders herhalen tot drie keer toe dat er geen aanwijzingen zijn dat het aan de kwaliteit schort, ook niet in het verleden. „Op één afdeling gaat het iets minder. Maar wij maken wel degelijk afspraken over de kwaliteit.” Ook ziekenhuis Bavo ontkent dat de zorg slecht is.
Wijnberg noemt zorgkantoren „buitengewoon laf” als het gaat om verantwoordelijkheid nemen. „Maar ze zitten dan ook in een sneue positie. Ze moeten contracten sluiten, want anders komen nog meer mensen op de wachtlijst.”