Shalit, Betancourt en de zwijgende wereldpers
Zondagochtend 25 juni 2006 bemande de Israëlische soldaat Gilad Shalit samen met een aantal collega’s een legerpost bij de grensovergang Kerem Shalom met de Gazastrook toen plotseling, uit het niets, een handjevol gewapende Palestijnen opdook. Zij bleken een ondergrondse tunnel te hebben gegraven om vanuit de Gazastrook de legerpost te kunnen aanvallen. Er ontstond een hevig vuurgevecht waarbij twee Palestijnen en twee Israëlische soldaten werden gedood. Ook vielen er vier gewonden.
De Palestijnen waren uit op de gijzeling van Israëlische soldaten. In die opzet slaagden ze in zoverre dat ze de 22-jarige Gilad Shalit konden meesleuren in de tunnel en naar een onbekende plaats ergens in Gaza konden ontvoeren. Een dag later maakten de gijzelhouders bekend dat ze bereid waren over Shalit te onderhandelen als Israël alle vrouwelijke Palestijnse gevangenen en alle jongeren onder de 18 jaar zouden loslaten. Let wel: de onderhandelingen zouden niet gaan over de vrijlating van Shalit maar over het verstrekken van informatie over zijn lot. De gijzelhouders noemden zich de Izz ad-Din al-Qassam Brigades. Voor insiders is dat een beruchte club waarin indertijd Fatah, Islamitische Jihad en Hamas waren vertegenwoordigd.Twee dagen later trokken Israëlische troepen de Gazastrook binnen in een poging Shalit te bevrijden. Het was een vergeefse missie. Op dezelfde dag vlogen vier Israëlische straaljagers over het paleis van de Syrische president Assad in Latakia. Zoals bekend is Assad een gulle sponsor van Hamas. De schending van het Syrische luchtruim was niet meer dan een pesterijtje. Israël onderstreepte er slechts mee dat het er alles voor over had om Shalit terug te krijgen, maar dat het geen enkele reële mogelijkheid zag om dat af te dwingen.
We maken een sprong in de tijd en gaan naar vrijdag 4 juli van dit jaar. Op de Franse luchtmachtbasis Villacoublay is de wereldpers getuige van de ontmoeting van de Frans-Colombiaanse politica Ingrid Betancourt met de Franse president Sarkozy. Betancourt zwaait de president veel lof toe en, laten we eerlijk zijn, Sarkozy heeft dat verdiend. Hij leverde immers een belangrijke bijdrage aan de bevrijding van Betancourt door op hoog niveau te bemiddelen. De Colombiaanse werd zeven jaar in gijzeling gehouden door gewapende verzetsstrijders en kwam op vrije voeten dankzij een knappe actie van commandotroepen. Sarkozy had ervoor gezorgd dat zij vooraf waren geïnstrueerd door experts van het Israëlische leger. Dat weet hoe je zulke klussen moet klaren, getuige bijvoorbeeld de opzienbarende bevrijding in 1976 van zo’n honderd gegijzelden op de luchthaven Entebbe in Uganda.
De beelden van de omhelzing van Betancourt en de Franse president gaan de hele aardbol over. Veel aandacht is er ook voor de toespraak van de Colombiaanse, die de wereld vraagt zich in te spannen voor mensen die in gijzeling worden gehouden. Een klein onderdeel van haar speech vinden de verslaggevers kennelijk minder interessant en haalt -buiten de Israëlische pers- vrijwel geen enkele krant of uitzending. Dat is het beroep van Betancourt op de Palestijnse radicalen om de eerdergenoemde soldaat Gilad Shalit vrij te laten.
Sommige commentatoren denken dat Betancourt de jonge militair, die behalve de Israëlische ook de Franse nationaliteit bezit, met name noemt als dankbetuiging voor de inzet van Jeruzalem bij de bevrijdingsactie van het Colombiaanse leger. Een vergissing, zo weten we nu. Het pleidooi van Betancourt was niet een eenmalige plichtpleging, maar het begin van een campagne. Die kreeg vorige week een officieel vervolg. In New York loste ze het startschot voor een actie die wat haar betreft doorgaat totdat Shalit vrij is. Ook dit keer zwegen de grote persbureaus overigens in alle talen over de actie van Betancourt.
Pro-Palestijnse organisaties zullen de gijzeling van Shalit ongetwijfeld duiden als een wanhoopsactie, maar dat is buitengewoon twijfelachtig. De vrienden van Hezbollah in Libanon houden er namelijk precies dezelfde praktijken op na. Die gijzelingen zijn gewoon laffe vruchten van een zieke akker. De Palestijnen weten dat Israël er alles voor over heeft om zijn ontvoerde zonen terug te brengen. Ook weten ze dat Jeruzalem geen antwoord heeft. Een tegenactie waarbij Israël een onschuldige Palestijn ontvoerd, zou geen enkel effect sorteren. Het lot van de enkeling is in de Arabische cultuur niet interessant.
Betancourt weet het antwoord wel. „Als mensen over de hele wereld opkomen voor Gilad Shalit, wordt hij vrijgelaten”, verklaarde ze in New York tegenover de Israëlische krant Yediot Ahronot. En zo is het maar net, al vergat ze er bij te zeggen dat de wereldpers dan niet moet blijven zwijgen.