Chavez krijgt het nog druk
De Venezolaanse president, Hugo Chavez, krijgt het druk de komende weken. In de derde week van november hebben in het Zuid-Amerikaanse land namelijk regionale verkiezingen plaats. Die verkiezingen zijn door de revolutionair al bestempeld als „de belangrijkste uit de geschiedenis van Venezuela.”
Dat sommige wereldleiders zich graag oefenen in retoriek is bekend. Zo betitelde wijlen Saddam Hussein de strijd tussen Irak en de Verenigde Staten begin jaren 90 als de „moeder van alle oorlogen.” En de Libische leider Gaddafi voorspelde in de jaren 80 dat de Middellandse Zee rood van bloed zou kleuren als Amerika het waagde om doelen in het Noord-Afrikaanse land te bombarderen.De uitspraak van Chavez lijkt op het eerste gezicht dan ook enigszins overtrokken. Dat neemt niet weg dat er in de komende stembusstrijd voor Chavez veel op het spel staat. Peilingen wijzen erop dat zijn Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV) over twee maanden een aanzienlijke nederlaag zal lijden. Wist de PSUV in 2004 nog 20 van de 23 gouverneursposten in de wacht te slepen, de verwachting is dat de partij dit keer in maximaal vijftien deelstaten zal winnen - overigens nog altijd een meerderheid.
Hugo Chavez is niet bepaald gewend aan verliezen. Sinds hij in 1998 tot president werd gekozen, heeft hij elke verkiezing en ieder referendum glansrijk gewonnen. Tot eind vorig jaar, toen hij net iets te veel hooi op zijn vork nam. Onder het mom van het „opvoeren van de bolivariaanse revolutie” probeerde het staatshoofd een aantal ingrijpende grondwetswijzigingen door te drukken. Zo zou de zittende president een ongelimiteerd aantal keren kunnen worden herkozen.
Dat was de Venezolanen net een stap te ver. In een referendum over de omstreden constitutionele hervormingen verwierp de bevolking de plannen van Chavez, zij het met de kleinst mogelijke marge. Sindsdien weet de president plotseling van het bestaan van opiniepeilingen af, een verschijnsel dat voorheen niet tot zijn relevante informatiebronnen behoorde.
Zich eenmaal bewust van de statistieken, maakte Chavez zich ook snel de kunst eigen van het manipuleren van de cijfers. In mei gaf hij alle Venezolaanse ambtenaren een salarisverhoging van 30 procent en liet hij de minimumlonen met eenzelfde percentage stijgen. De gevolgen laten zich raden. Analisten verwachten dat de inflatie over 2008 eenzelfde stijging zal laten zien, waardoor het koopkrachteffect van deze maatregel vrijwel nihil zal zijn.
Geen nood, meent Chavez. De olieprijs is op een recordhoogte, en zo’n 50 procent van de Venezolaanse staatsinkomsten komt uit olieopbrengsten. De economie zou dus in sneltreinvaart moeten groeien. De werkelijkheid laat echter een heel ander beeld zien. De economische groei blijft ver achter bij de voorspellingen en voor het eerst sinds jaren kampt de regering dit jaar met een begrotingstekort. Inefficiëntie en gebrek aan investeringen in de oliesector vormen de belangrijkste redenen voor de stagnering van de economie.
Dat valt de olie-industrie overigens niet te verwijten. Om zijn politieke doelen te verwezenlijken schuwt Chavez geen enkel middel. De -genationaliseerde- oliemaatschappijen zijn sinds kort verplicht 50 procent van hun inkomsten boven de 70 dollar per vat aan de overheid af te staan. Alles wat zij boven de 110 dollar per vat binnenkrijgen, wordt met 60 procent belast. Zo blijft er niet veel geld over om te investeren.
Ook op internationaal terrein probeert Chavez zijn kiezers tevreden te houden. Vooral met zijn immer succesvolle anti-Amerikaanse retoriek en bijbehorende maatregelen. Vooralsnog hebben zijn manoeuvres nog niet bijster veel effect gehad op de opiniepeilingen. Hugo Chavez zal het dus nog even druk hebben.
Mr. Richard Donk Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.