”Suezkade”, door Jan Siebelink; uitg. De Bezige Bij, september.Nieuwe roman van Jan Siebelink die vrijwel geheel in Den Haag speelt. Siebelink schreef het boek tijdens de drukte die het succes van ”Knielen op een bed violen” met zich meebracht. De hoofdpersoon uit ”Suezkade” is schatrijk, maar ondanks zijn rijkdom heeft hij de behoefte om iets nuttigs te doen. In Parijs leest hij in een Nederlandse krant een advertentie voor herintreders in het onderwijs. Zo wordt hij ten slotte leraar Frans aan het Descartesgymnasium in Den Haag. De kersverse leraar Frans valt aanvankelijk nogal op. Hij doet het goed in zijn nieuwe omgeving, maar langzamerhand raakt hij geheel vervreemd. Siebelink was vroeger zelf docent op een school in Ede. Hij heeft veel eigen herinneringen uit die periode in het boek verwerkt.

”Calvijn Handboek”, door Herman J. Selderhuis (red.); uitg. Kok, oktober.

In verband met de vijfhonderdste geboortedag van Calvijn in 2009 verschijnt deze bundel waaraan 52 schrijvers hun medewerking hebben verleend. De ruim zestig bijdragen gaan in op leven, werk, geschriften en receptie van de Geneefse reformator. Het handboek verschijnt eveneens in het Duits en in het Engels.

”Wat bezielde Volkert van der G.”, door Johan Faber; uitg. Nijgh & Van Ditmar, oktober.

Iedereen weet het nog. Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn doodgeschoten op het mediapark in Hilversum. De dader vluchtte, maar werd enkele minuten later gearresteerd bij een pompstation: Volkert van der G., een 32-medewerker van de Vereniging Milieu-Offensief. De moordenaar zou ook na zijn veroordeling een mysterieuze figuur blijven. Johan Faber gaat de stappen in Volkerts levenswandel na om zijn handelwijze te doorgronden. Hij trekt de vergelijking met andere politieke moordenaars en rekent af met samenzweringstheorieën. De uitgever belooft onthullingen die nieuw licht werpen op Van der G.’s daden.

”Hitlers privébibliotheek”, door Timothy W. Ryback; uitg. Balans, oktober.

Adolf Hitler was een fervent boekverbrander. Desondanks las hij zelf veel. Onlangs werd in de Library of Congress in Washington Hitlers vergeten privécollectie ontdekt, compleet met aantekeningen die de Führer in de boeken maakte. De Amerikaanse journalist en wetenschapper Ryback analyseerde hoe de belangrijkste ideeën uit Hitlers persoonlijke boekenverzameling -van Robinson Crusoe tot Nietzsche- terechtkwamen in zijn geschriften, redevoeringen en gesprekken.

”Kroonprinsenleed. Over de opvolger in de politiek”, door Ed van Thijn; uitg. Augustus, oktober.

Ed van Thijn, 45 jaar lang politicus voor de PvdA, analyseert de leiderswisselingen bij politieke partijen en welke gevolgen deze kunnen hebben. Aan bod komen de jarenlange voorbereidingen, de schoon-schip-operatie en de conflicten tussen partijbonzen en aanstormend talent. Naast binnenlandse partijopvolgingen wordt aandacht besteed aan buitenlandse opvolgingskwesties.

”Het heilig vuur”, door Peter Sloterdijk; uitg. Boom, oktober.

De Duitse filosoof Peter Sloterdijk analyseert de verschillen en overeenkomsten tussen de drie monotheïstische godsdiensten: christendom, jodendom en islam. Hij komt tot de conclusie dat deze religies niet langer vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan, maar een (soms pijnlijke) dialoog met elkaar moeten aangaan. Alleen dan kunnen ze volgens hem deel uitmaken van de nieuwe, interculturele samenlevingen die in de moderne tijd zijn ontstaan.

”Opium van het volk. Over religie en politiek in seculier Nederland”, door Dick Pels; uitg. De Bezige Bij, oktober.

De verhouding tussen religie en politiek is niet zelden gespannen. Socioloog Dick Pels laat zien dat de seculiere cultuur in botsing komt met de islam en met de zoektocht naar zingeving. Hij bekritiseert alle vormen van onderwerping aan hogere machten.

”Harlekino”, door Tessa de Loo; uitg. De Arbeiderspers, oktober.

Saïd besluit op tweeëntwintigjarige leeftijd, samen met zijn vriend Hassan, op zoek te gaan naar zijn vader, in de hoop een nieuwe identiteit te vinden in een nieuw land. Hij dankt zijn voornaam aan het feit dat hij is voortgekomen uit de kortstondige liefde tussen een Nederlandse vrouw en een Marokkaanse muzikant. Toen bleek dat zijn moeder zwanger was, keerde Saïds verwekker, op de vlucht voor de verantwoordelijkheid van het vaderschap, halsoverkop terug naar Marokko. Zijn moeder voedde hem vervolgens in haar eentje op. Saïds zoektocht voert hem steeds meer in de richting van ontgoocheling en in de armen van de islam.

”Darwin. De biografie”, door Adrian Desmond en James Monroe; uitg. Nieuw Amsterdam, oktober.

In 2009 is het tweehonderd jaar geleden dat Charles Darwin (1809-1882), de grondlegger van de evolutietheorie, werd geboren. Deze biografie tekent hem als een gekwelde man die leefde in een cruciale fase van de geschiedenis. De auteurs omschrijven hem als een vrijdenkende agnost die bang was als anarchist te worden beschouwd en die beducht was voor de consequenties van zijn evolutieleer.

”Vorsten van Nederland”, door Arnout van Cruyningen; uitg. Omniboek, november.

Historicus en royaltykenner Arnout van Cruyningen schreef een naslagwerk met levensverhalen van allerlei vorsten, beginnend in de Romeinse tijd bij Julius Caesar. Kaarten, stambomen en kaderteksten verduidelijken de belangrijkste feiten.

”Plato. Verzameld werk” en ”Plato. Een biografische schets”, door Mario Molegraaf; uitg. Bert Bakker, november.

Een monnikenwerk: de vertaling van het complete oeuvre van Plato, die recht doet aan de persoon en het werk van de Griekse filosoof. Naast de vertaling, die uitkomt in een zeventiendelige luxe cassette, verzorgt Mario Molegraaf een apart boek met biografische gegevens over de hoofdpersoon.

”Juliana en Bernhard. Het verhaal van een huwelijk, 1936-1956”, door Cees Faseur; uitg. Balans, november.

Het is een publiek geheim dat het huwelijk tussen koningin Juliana en prins Bernhard niet uitgesproken goed was. Historicus Cees Faseur, bekend van de biografie van koningin Wilhelmina, kreeg van koningin Beatrix toestemming om alle stukken in het Koninklijk Huisarchief over de eerste twintig jaar van het huwelijk van Juliana en Bernhard in te zien. In deze periode valt ook de crisis die tussen 1949 en 1956 ontstond door het optreden van gebedsgenezeres Greet Hofmans aan het hof.

”Abraham Kuyper. Een beeldbiografie”, door Jan de Bruijn; uitg. Bert Bakker, november.

Dit keer geen handboek dat Abraham Kuyper in de context van de nationale geschiedenis plaatst, maar een beeldbiografie die aandacht geeft aan zijn internationale oriëntatie en de opkomst van de islam, die hij beschouwde als een bedreiging voor de westerse beschaving.

”Handboek Religie in Nederland. Perspectief - overzicht - debat”, door Meerten ter Borg e.a. (red.); uitg. Meinema, november.

Ondanks de secularisatie is religie nog (lang) niet uit Nederland weg te denken. De vanzelfsprekende positie van het christendom is echter wel voorbij. Dit handboek biedt een overzicht van alle religieuze stromingen en uitingsvormingen in ons land. Bovendien legt het de religieuze drijfveren van de aanhangers bloot.

”Welkom”, door Willem Jan Otten; uitg. Van Oorschot, november.

Willem Jan Otten schrijft romans, toneelstukken, essays over uiteenlopende onderwerpen en opiniërende artikelen. Maar poëzie vormt het grondakkoord van zijn oeuvre. In deze nieuwe gedichtenbundel nodigt Otten, die in 1999 de overstap naar het christendom maakte, de lezer uit om in zijn tijd en in zijn gedichten met hem mee te leven.

”Als een nacht met duizend sterren”, door Joeri Boom; uitg. Podium, november.

Journalist Joeri Boom reisde de afgelopen jaren elf keer door Afghanistan. Soms ”embedded”, andere keren onafhankelijk van Defensie. Maar steeds volgde hij de acties van Nederlandse militairen van nabij. Hij ging mee op patrouilles, kwam onder vuur te liggen en joeg op een talibancommandant. In dit boek laat hij zien dat er twee Uruzganmissies bestaan. Een Haagse versie, op papier, die naar opbouwprojecten verwijst met flitsende termen, en een in Uruzgan zelf, waar Nederlandse militairen in dichtbegroeide valleien zich gedwongen zien een venijnige contraguerrilla te voeren. Boom spiegelt de dagelijkse werkelijkheid van ’onze jongens’ aan het Haagse voorlichtingsbeleid. De Nederlandse militairen voeren volgens hem in Uruzgan hun zwaarste strijd sinds de Korea-oorlog.

”Boek voor Belle”, door Marjan Berk; uitg. Atlas, november.

Marjan Berks kleindochter Belle verloor drie jaar geleden haar moeder Roos aan een agressieve vorm van kanker. Omdat Belle op dat moment nog maar twee jaar oud was zei haar vader tegen Marjan: „We moeten opschrijven wie haar moeder was.” Aan deze wens van haar oudste zoon gaf zij gehoor. Aan de hand van de getuigenissen van haar nog jonge gezin, haar familie en vrienden ontstaat een portret van de vrouw die moeder Roos was.

”100 jaar vliegen voorbij”, door Arie de Bruin e.a.; uitg. Tirion, november.

Op 27 juni 2009 viert de Nederlandse gemotoriseerde luchtvaart zijn honderdjarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan verschijnt al dit jaar het jubileumboek ”100 jaar vliegen voorbij”. Aviodrome, de stichting ”100 jaar luchtvaart Nederland” en diverse auteurs werkten samen aan deze terugblik. In tien hoofdstukken worden de vele facetten van de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis belicht. Vliegers, vliegtuigbouwers, vliegtuigmaatschappijen, luchthavens en zelfs een schip passeren de revue.

”Geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie, 1908-1980”, door Ron de Jong en Marcel ten Hooven; uitg. Boom, november.

Meer dan zeventig jaar lang was de Christelijk-Historische Unie (CHU) een constante in de Nederlandse politiek. Dit boek beschrijft voor het eerst de feitelijke politieke geschiedenis en de inhoud van deze partij op Nederlands hervormde grondslag. De CHU ging in 1980 op in het CDA.

”Op haar post. In gesprek met vrouwelijke topdiplomaten”, door Irene Schoenmakers; uitg. Archipel, januari.

Diplomaten waren altijd mannen. Maar tegenwoordig zijn ook vrouwen ambassadeur. Hun ervaringen komen -gezien de aard van hun functie- doorgaans niet naar buiten. Maar wie zijn deze vrouwen en hoe ver reikt hun invloed? Irene Schoenmakers sprak vijftien vrouwelijke ambassadeurs en topdiplomaten over hun functie, drijfveren, dilemma’s en persoonlijke offers. De bijdragen komen onder meer uit Nairobi, Paramaribo, Damascus en Miami.

”Gereformeerd geheugen. Protestantse herinneringsculturen in Nederland, 1850-2000”, door George Harinck, Herman Paul en Bart Wallet (red.); uitg. Bert Bakker, januari.

Was Calvijn een democraat? Horen God, Nederland en Oranje bij elkaar? Wie mag zich de ware erfgenaam van Groen van Prinsterer noemen? In deze bundel wordt onderzocht hoe gereformeerde protestanten in Nederland zich hun verleden herinnerden. De auteurs gaan na hoe dominees, schoolmeesters en kinderboekenschrijvers zich beriepen op de Synode van Dordrecht, op oude schrijvers, op de kleding van achttiende-eeuwse predikanten en op de eeuwenoude vijand: Rome.

”Thuis”, door Marilynne Robinson; uitg. Mozaïek, februari.

Na ”Een huishouden” en ”Gilead” verschijnt nu Robinsons derde roman in het Nederlands. ”Thuis” gaat over schuld. Glory Boughton keert terug naar Gilead om voor haar stervende vader te zorgen. Al gauw verschijnt haar broer Jack, de verloren zoon, die twintig jaar spoorloos was. Hij zoekt een toevluchtsoord, een thuis, en wil in het reine komen met een verleden vol wangedrag en ellende.