De Deense politie zei na de arrestatie van Zakajev op 30 oktober dat zij via Interpol van Rusland te horen had gekregen dat hij wordt verdacht van een reeks terreuraanslagen in de periode 1996-1999. Ook zou hij verdacht worden van betrokkenheid bij het recente gijzelingsdrama in een theater in Moskou, dat op 26 oktober met de bestorming van het theater werd beëindigd. Zakajev werd op verzoek van Rusland opgepakt na afloop van een congres van Tsjetsjeense rebellen en mensenrechtenactivisten in Kopenhagen dat met toestemming van de Deense autoriteiten werd gehouden.

Volgens Russische aanklagers had Zakajev de leiding van een bende die schuldig is aan de moord op burgers, politieagenten en andere functionarissen. Ook zou de bende handelen in Russische gewonden en doden. Verder zou zij in de zomer van 1999 betrokken zijn geweest bij de invasie van Dagestan, een Russische regio die aan Tsjetsjenië grenst.

Espersen zei dat de geleverde bewijzen betrekking hebben op de periode 1996-1999 en dat nu moet worden overwogen of uitlevering op grond daarvan gerechtvaardigd is. Zij zei dat om meer bewijzen is gevraagd.

Zakajev is een naaste medewerker van de Tsjetsjeense separatistische leider Aslan Maschadov. De Deense justitie heeft Rusland tot 30 november de tijd gegeven om bewijzen te leveren die een uitlevering rechtvaardigen.

De Russische minister van Defensie, Sergej Ivanov, zei woensdag dat Rusland zijn troepenmacht in de afvallige deelrepubliek Tsjetsjenië niet zal verkleinen zolang de leiders van Tsjetsjeense rebellengroepen niet zijn opgepakt. President Vladimir Poetin beloofde de Tsjetsjeense burgers intussen wel dat de militairen hen met rust zouden laten.

Sinds de gijzeling twee weken geleden in een schouwburg in Moskou, waar Tsjetsjeense rebellen honderden mensen vasthielden en een eind aan de oorlog in Tsjetsjenië eisten, voert het Russische leger een grootscheeps offensief uit in de deelrepubliek. Veel Tsjetsjenen beklagen zich over de grote aantallen Russische militairen in de deelrepubliek en over hun hardhandige behandeling van burgers. Ivanov noemde het woensdag echter prematuur om soldaten terug te trekken.

Het hoofd van het pro-Russische bestuur in Tsjetsjenië, Achmad Kadirov, had woensdag een onderhoud met Poetin om zijn zorgen te uiten over de zogenoemde schoonmaakacties van het Russische leger in Tsjetsjeense steden. „Het is belangrijk voor mij dat vreedzame burgers (…) die tegen terroristen zijn, niet gemarteld worden tijdens de schoonmaakoperaties”, zei Kadirov. Poetin antwoordde dat hij de operaties „schadelijk en onacceptabel” vond en verzekerde dat burgers daar niet meer onder te lijden zouden hebben.