Daarom wil kamerlid Rouvoet (ChristenUnie) dat minister Nawijn van Vreemdelingenbeleid maatregelen neemt. Twee jaar geleden nam de Tweede Kamer de motie-Rouvoet/Van der Staaij aan. Daarin werd aangegeven dat voor ex-moslims die moeten terugkeren naar landen zoals Iran, een extra toets wordt aangelegd in verband met hun veiligheid.

„Dat wil maar slecht doorwerken in de praktijk van iedere dag. Sterker: in rechtszaken wordt door de landsadvocaat regelmatig namens de minister gesteld dat deze motie geen wijziging van het beleid inhoudt”, zo betoogde Rouvoet gisteren in de Kamer.

Hij wees erop dat een goede uitvoering van de motie voor de betrokkenen, „die in eigen land immers als afvalligen worden beschouwd en derhalve zelfs de doodstraf te vrezen hebben”, letterlijk van levensbelang is.

De Nederlandse overheid stond enkele jaren geleden op het standpunt dat „bekeerlingen” terug konden naar een moslimland als ze maar niet openlijk van hun nieuwe geloof zouden getuigen. Dat was voor de Kamer aanleiding om in te grijpen.