Dit is een van de belangrijkste conclusies van de commissie-Franssen, die in opdracht van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken de werkzaamheden van de bovenregionale kernteams heeft onderzocht. Het rapport wordt volgende week naar de Tweede Kamer gestuurd.

De kernteams moeten criminaliteit die de Nederlandse politieregio’s overschrijdt, aanpakken. Burgemeester Pop van Haarlem liep woensdag tijdens een congres al enigszins vooruit op de uitkomsten van het onderzoek. In de conclusie van het rapport, waarover het ANP beschikt, wordt geconstateerd dat Nederland op landelijk niveau geen goed inzicht heeft in de aard, omvang en ernst van de georganiseerde criminaliteit.

„De oorzaken van het beperkte inzicht liggen enerzijds bij de verbrokkelde structuur van de politieorganisatie en het alles doordringende autonome denken vanuit de regio’s. Hierdoor blijkt de politie niet in staat om voldoende relevante informatie centraal bijeen te brengen en te analyseren”, zo staat in het rapport.

Ook heeft het openbaar ministerie onvoldoende krachtig leiding aan dit proces weten te geven, meent de commissie. Dat terwijl justitie formeel de dienst uitmaakt. „Materieel is het OM geheel afhankelijk gebleven van de politie, waar het aankomt op het analyseren van de verzamelde informatie. Het OM heeft niet voldoende onderzoekskennis in huis die nodig is om voldoende kritisch en met kennis van zaken aan dit proces leiding te geven. Het komt erop neer dat de keuze van de aanpak ten aanzien van zware criminaliteit niet goed is geregeld”, concludeert de commissie.

Desgevraagd zegt woordvoerder L. de Lange van het College van Procureurs-Generaal dat de top van het OM zich in grote mate kan vinden in de conclusies van het rapport. In zijn visie versterkt dit onderzoek de noodzaak van de komst van een landelijke recherche die wordt aangestuurd door het landelijk parket van het OM en wordt ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).

Woordvoerder C. den Bakker van het Nederlands Politie Instituut (NPI) geeft aan dat er in februari al een begin is gemaakt met de landelijke aansturing en informatievoorziening.