Koenders blij met afspraken ontwikkelingshulp
Het zag er slecht uit, maar in de slotverklaring van de internationale bijeenkomst over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking in Accra staan toch duidelijke afspraken. Zo is afgesproken dat de helft van alle hulp via de regeringen van ontwikkelingslanden moet lopen en dat donoren en ontvangende landen die bestedingen samen controleren.
Dat zei minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) donderdag vlak na afsluiting van de belangrijkste vergadering met zijn collega’s van dit jaar. Voorafgaand zag het er naar uit dat er alleen slappe afspraken gemaakt zouden worden over de relatie tussen geld gevende en ontvangende landen.Maar Koenders en zijn Britse collega gooiden de knuppel in het hoenderhok en slaagden er in om de onderhandelingen opnieuw open te breken. Hierdoor staan er nu duidelijke afspraken met tijdstippen en cijfers in over zaken als het verminderen van de versnippering van hulp, of het delen van risico’s door donoren in landen met een slecht of geen bestuur.
De bijeenkomst was een vervolg op de afspraken die in 2005 in Parijs zijn gemaakt. Toen spraken de ministers af hun beleid meer af te stemmen op de wensen in ontwikkelingslanden en beter gebruik te maken van lokale instellingen. Regeringen van ontvangende landen zouden meer te zeggen krijgen over het geld en donoren zouden minder de scepter zwaaien over de besteding.
Bovendien zouden ontwikkelingslanden meer vertrouwen krijgen van de donoren en zou de versnippering van projecten verminderen.
Er werden doelen gesteld voor 2010, maar dat schoot lang niet altijd op. „Tanzania krijgt 1700 controlemissies van donoren in een jaar", vertelt Koenders. Eerder becijferde Oxfam dat Oeganda nu 684 hulpovereenkomsten heeft met allerlei verplichtingen van veertig donorlanden. Landen als de Verenigde Staten en Japan gingen traditioneel hun eigen gang met eigen organisaties en China investeert alleen in landen waarmee het een econonische band heeft.
Er is in Accra keihard onderhandeld met een aantal Europese landen, de Verenigde Staten en Japan, zegt Koenders. Maar het is gelukt en zelfs waarnemer China heeft zich formeel bereid getoond om de verklaring te steunen. Koenders is daar blij mee, maar: „ik moet het eerst zien".