Opinie

Bezoeking

Het gesteggel over gratis museumkaartjes is nog lang niet beëindigd. Het kabinet besloot „ten slotte” dat kinderen tot twaalf jaar in de dertig rijksmusea niet langs de kassa hoeven.

Aad van Toor
2 September 2008 09:50Gewijzigd op 14 November 2020 06:18

Minister Plasterk zette zijn boekhouders aan het werk. De rekenmeesters kwamen tot de conclusie dat dit presentje aan de jeugd zo’n 5,4 miljoen euro zou kosten. Geen probleem dus, daar wist de minister nog wel ergens een sok voor te vinden en een mouw aan te passen. De Nederlandse Museumvereniging echter berekende dat er ten minste 9 miljoen euro nodig is. Dat bevat de sok niet en dus gaan de minister en de museumvereniging eerst praten. Wordt vervolgd.Het idee voor het gratis museumkaartje -maar dan voor iedereen- bestaat al veel langer. De musea hebben zich er steeds tegen verzet. De toegezegde overheidssteun voor het plan weegt volgens hen absoluut niet op tegen de vermindering aan inkomsten. Ook denken de musea dat er weinig nieuwe bezoekers zullen komen, hooguit zal het vaste publiek zich vaker laten zien. Partijen als PvdA, VVD en SP zijn erg voor het plan en willen alle Nederlanders gratis toegang verschaffen tot de vaste collecties van ’onze’ rijksmusea. Cultureel erfgoed is immers van ons allemaal. Gratis toegang zal volgens hen de drempels wél slechten en de bezoekersstroom naar de musea doen toenemen. En daarmee natuurlijk het culturele besef onder ons volk vergroten. Bovendien, vinden zij, hebben alle Nederlanders hun steentje al bijgedragen. De collecties zijn immers aangelegd met geld van de belastingbetaler? Buitenlanders betalen geen belasting, zij moeten dus gewoon entree betalen. Maar dat mag niet van de Europese rechter; het is immers discriminatie van de overige Europese burgers. Voor Nederland betekent dat dus eenvoudig dat ook andere Europeanen gratis toegang moeten krijgen. Dat reduceert de inkomsten van de musea nog verder. Dus werd het voorstel afgeslankt. Alleen gratis toegang voor jongeren tot 12 jaar.

Het is te hopen dat zowel de musea als de minister bij hun berekeningen rekening houden met personeelsuitbreiding: gidsen én suppoosten.

Op dit moment doen de musea hun best om de laagdrempeligheid (voor de jeugd) te vergroten door educatieve programma’s samen te stellen, speurtochten door het museum te organiseren, kinderen zelf een schilderij te laten maken, verkleedpartijen te houden enzovoort. Elke schoolklas die de Nederlandse musea binnenkomt, heeft een aantal begeleiders. Er staat in het museum een gids klaar die in staat is voor de kinderen zelfs een mummie handen en voeten te geven en een Griekse god als het ware tot leven te wekken. De vaste museumbezoekers kennen het inmiddels: voor een schilderij een complete schoolklas, hangend aan de lippen van de gids. Bijna vertederend.

Dat gaat in Engeland wel anders. Daar zijn de musea al veel langer gratis toegankelijk (voor iedereen) en er wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. Ook door de jeugd. Alle schoolreisjes leiden door de poorten van de musea. Daar wordt de jeugd losgelaten op de met zorg bijeengebrachte ”vaste collectie”. Als wilden rennen ze door het museum, voor hen niet meer dan een verzetje. Geen enkel begrip, kennelijk geen enkele voorbereiding. Kinderen praten niet tegen elkaar, ze schreeuwen alleen maar, gooien met tassen, vechten zich langs de vitrines heen. De aard van het museum maakt niet uit; een maritiem museum, een natuurkundige collectie of de tentoonstelling over de slavenhandel. Andere museumbezoekers is al snel het ’plezier’ ontnomen. Ze komen maar liever in de loop van de middag terug, als de scholieren zijn verdwenen. Dat kan gelukkig; dankzij de gratis toegang.

Als Nederland de jeugd gratis toegang geeft tot de musea -een loffelijk streven- zal er voldoende geïnvesteerd moeten worden in wat er achter de kassa gebeurt.

Reageren aan scribent?

beeldenstorm@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer