De meest opvallende brand gebeurde in de nacht van 13 op 14 juni. Alle 113 schapen en lammeren in een schaapskooi aan de rand van Blaricum kwamen om. Schaapherder Johan Griffioen moest met lede ogen toezien hoe de hele kudde verloren ging. „Die week was juist de weg in de buurt van de schaapskooi afgesloten wegens werkzaamheden. Daardoor werd de brand pas heel laat opgemerkt. Toen de brandweer arriveerde, stond het rieten dak al op instorten.”Volgens Griffioen hebben de schapen de brand niet gevoeld. „Ze waren al snel buiten westen door de rook. De brandweer dacht dat er geen schapen aanwezig waren, omdat niets gehoord werd.” De herder noemt de aanblik van de brand „hartverscheurend.” De schapen kwamen vorig jaar nog uitgebreid in de publiciteit. Griffioen maakte met de dieren een 100 kilometer lange wandeltocht om aandacht te vragen voor de versnippering van de Utrechtse Heuvelrug.

Inmiddels is er weer een nieuwe kudde, die zaterdag officieel wordt gepresenteerd. Onder meer Het Utrechts Landschap, Staatsbosbeheer en particulieren hebben schapen gegeven. Daarbij zijn ook nakomelingen van de dieren die in juni werden gedood. Defensie zette de afgelopen dagen een tent neer waar de kudde tijdelijk gebruik van kan maken. Als de benodigde vergunningen zijn, kan er een nieuwe schaapskooi worden gebouwd.

Wakker
Andere branden die opvielen woedden in de nacht van 11 op 12 april in Blaricum. Kliko’s, ijzeren containers en auto’s waren het doelwit. In een kort tijdsbestek braken meerdere branden uit. De ergste brand was wel die aan de Noolseweg. Een vrijstaande woning brandde tot de grond toe af. Jongeren ontdekten de brand toen zij voorbijkwamen en wisten de bewoners wakker te maken. Als ze enkele minuten later waren geweest, was het voor het echtpaar wellicht minder goed afgelopen.

Van het huis aan de Noolseweg is inmiddels niets meer te zien. Onkruid heeft bezit genomen van de grond waarop de kapitale woning stond. Langs de Noolseweg staan vrijwel allemaal huizen die met een bovengemiddelde taxatiewaarde. Een groot aantal heeft een rieten dak. De meeste panden zijn door een hek afgeschermd van de openbare weg. Een vrouw die enkele honderden meters verderop woont, vreest dat de pyromaan doorgaat met zijn praktijken. „Je moet er niet aan denken wat er kan gebeuren als je van huis bent. En al helemaal niet als je ligt te slapen. Het is ongelooflijk dat iemand je zo veel schade kan berokkenen.”

Ook bij een kapper in het centrum van Blaricum zit de schrik er goed in. Op ongeveer 20 meter van zijn pand werd in dezelfde aprilnacht een kliko en een ijzeren container in brand gestoken. „Ik begrijp niet dat de politie de dader nog niet heeft gepakt. Er is veel te weinig contact tussen de politie en de burgers. Ze weten niet wat hier leeft.”

Behalve in Blaricum, was het de afgelopen maanden ook raak in Huizen, Eemnes en Laren. Bovendien werd er brand gesticht in ’s-Graveland en Kortenhoef, iets ten westen van Hilversum. Het is niet duidelijk of het steeds om dezelfde dader gaat. Als dat wel het geval is, dan heeft hij enkele opvallende patronen in zijn handelwijze. Verreweg de meeste keren sloeg hij toe in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op zondag, ongeveer tussen 1.00 en 2.30 uur. Verder gebeurde het meestal tussen de 12e en de 20e dag van de maand.

Onderzoek
De politie heeft inmiddels twintig mensen op de zaken gezet. Ze onderzoeken alle branden afzonderlijk en kijken of er overeenkomsten zijn tussen de zaken onderling. Het woord pyromaan wil de politie nog niet officieel in de mond nemen. Maar opmerkelijk zijn de vele brandstichtingen wel. Een woordvoerster van de politie Gooi en Vechtstreek wil in het belang van het onderzoek niet zeggen welke zaken met elkaar worden vergeleken. Wel wil ze kwijt dat vooral de branden in Blaricum worden belicht, omdat het daar in de nacht van 11 op 12 april zes keer achter elkaar raak was.

En het houdt maar niet op. Vorige week waren auto’s in Laren het doelwit, evenals afvalcontainers in Eemnes en Blaricum, een opslagpand bij een tankstation en een hooiopslag. De brandstichter blijft zijn werk doen.