Grensconflicten Georgië eeuwenoud
De Russische president Medvedev heeft dinsdag de onafhankelijkheid van de separatistische Georgische regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië erkend. Daarmee zet het Kremlin de strijd tegen Georgië met diplomatieke middelen voort. Tegelijkertijd gaat een langgekoesterde wens van de Abchazen en Ossetiërs in vervulling. Vijfhonderd jaar Russisch-Georgische geschiedenis in een notendop.
Het oudere Georgië beschouwt zichzelf als een hoogstaande beschaving, die cultureel boven die van Rusland is verheven. Daarbij verwijzen de Georgiërs niet alleen naar de vroege kerstening van hun land in 337 -het Kievse rijk, de middeleeuwse voorloper van het huidige Rusland, ging pas in 988 tot het christendom over- maar ook naar hun lange literaire traditie, die teruggaat tot de 5e eeuw.De bloeitijd van Georgië lag in de 12e eeuw, toen het koninkrijk van de Bagratiden de sterkste macht in de regio was. Het verval zette in, toen in de 13e eeuw de Mongolen op het toneel verschenen. Het Georgische rijk viel uiteen in verschillende vorstendommen, die in de 15e en 16e eeuw ook nog eens de Turken en Perzen over zich heen kregen.
Om aan vreemde indringers het hoofd te kunnen bieden, zocht Georgië ten slotte steun bij Moskou. Dat wierp zich graag als beschermheer op. Het tsaristische Rusland koesterde de ambitie een Europese grootmacht te worden en daarbij hoorde uiteraard gebiedsuitbreiding. In 1783 werd Georgië een protectoraat van Rusland, waarna tsaar Alexander I het in 1801 bij het Russische rijk inlijfde.
Meer dan een halve eeuw stond de Russische expansie richting het zuiden in het teken van de vele oorlogen die Moskou met de talrijk bergvolkjes op de Kaukasus uitvocht. Pas in 1864 had Moskou het gebied volledig in zijn greep.
Een van de bergvolkjes die het slachtoffer werden van de Russische expansiedrift, waren de Abchazen, die evenals de Georgiërs kunnen bogen op een roemrijk verleden. Het koninkrijk Abchazië groeide vanaf het begin van de 8e eeuw uit tot een van de machtigste aan de Zwarte Zee.
Lange tijd vormde het tevens een eenheid met Georgië. Een inval van de Mongolen bleef de Abchazen bespaard, hoewel ze aan hen wel schatplichtig werden. Vanaf eind 16e eeuw maakte Abchazië, samen met het westelijk deel van Georgië, deel uit van het Osmaanse rijk. Waar de Georgiërs echter vasthielden aan het christendom, gingen de Abchazen grotendeels over tot de islam. Na ruim twee eeuwen van Turkse dominantie, werd Abchazië in 1810 Russisch protectoraatsgebied.
Een ander volk dat zich voortdurend vreemde belagers van het lijf moest houden, zijn de Osseten. Van oorsprong een nomadenvolk uit Iran, verwant met Scythen, Sarmaten en vooral Alanen, trokken de Osseten in de 6e eeuw naar de Kaukasus. Daar vormden ze een klein rijk waarvan het geografische zwaartepunt iets noordelijker lag dan hun huidig woongebied. Gechristianiseerd in de Byzantijnse tijd, moesten ook de Osseten het Osmaanse juk dragen alvorens door de Russen te worden ’bevrijd’ aan het begin van de 19e eeuw. Hoewel veel Osseten evenals de Abchazen overgingen tot de islam, is de meerderheid tegenwoordig weer christen.
In het keizerlijke Rusland en de latere Sovjet-Unie werd de kiem gelegd voor de huidige territoriale conflicten. Na de verovering van de Kaukasus volgde Rusland een politiek van russificatie. Dat had onder andere tot gevolg dat veel islamitische Abchazen zich in het Osmaanse rijk vestigden. Hun lege plaatsen werden ingenomen door Georgiërs, wat de oorzaak vormde voor de latere gemengde bevolkingsstructuur.
De tegenstelling tussen Abchazië en Georgië kwam duidelijk aan het licht tijdens de eerste Russische revolutie van 1905, toen de Abchazen uit angst voor het Georgische nationalisme de tsaar bleven steunen. Na de oktoberrevolutie van 1917 schaarden ze zich achter de bolsjewieken onder leiding van Lenin, terwijl de regering in Tbilisi de onafhankelijkheid uitriep. Nadat het bolsjewistische leger in 1921 Georgië was binnengetrokken, werd Abchazië zelfs beloond met de status van Sovjetrepubliek. In 1931 ging de regio echter verder als autonome republiek binnen de Sovjetrepubliek Georgië - zeer tegen de zin van de Abchazen.
Ook de Osseten, die deel uitmaakten van het tussen 1918 en 1921 onafhankelijke Georgië, kozen al snel de kant van het Rode Leger. Als ’dank’ voor hun steun werd hun grondgebied in 1922 in tweeën gehakt: het noordelijke deel werd een autonome republiek binnen de Sovjetrepubliek Rusland, Zuid-Ossetië werd een autonome republiek binnen de Sovjetrepubliek Georgië. Een beslissing die eind jaren ’80 funest zou blijken. Na de ondergang van de Sovjet-Unie bevonden de Osseten zich opeens in twee verschillende staten.
Uit -terechte- angst voor de nationalistische en autoritaire Zviad Gamsachoerdia, de eerste president van het onafhankelijke Georgië, besloten Abchazië (ruim drie keer zo groot als Luxemburg) en Zuid-Ossetië (de helft van Abchazië) zich van het centrale gezag in Tbilisi los te maken. Twee oorlogen met honderdduizenden vluchtelingen waren het gevolg. Beide conflicten eindigden in een wapenstilstand (Zuid-Ossetië in 1992, Abchazië in 1993). Russische ’vredestroepen’ keken sindsdien toe op de naleving van het bestand.
Sinds dinsdag weten Abchazië en Zuid-Ossetië zich officieel erkend door Rusland. Hetzelfde land dat nog niet zo lang geleden in eigen land korte metten maakte met Tsjetsjeense opstandelingen en dat weigert de onafhankelijkheid te erkennen van Kosovo, de Servische provincie die zich in februari van dit jaar formeel afscheidde van Servië. Voor Abchazen en Zuid-Ossetiërs zal er in de praktijk weinig veranderen. De VS en de EU, die eerder wél instemden met de Kosovaarse onafhankelijkheid, houden onverkort vast aan de territoriale integriteit van Georgië. Het internationale steekspel op de Kaukasus gaat door.