Estafettegebed getuigt niet van geloof
De verwachtingen van een estafettegebed moeten niet te hooggespannen zijn. Een estafettegebed is geen uiting van geloofszekerheid. Volharden in het gebed is wat anders dan 24 uur achter elkaar doorbidden, stelt Paul de Roos.
In het RD van 2 augustus las ik tot mijn verbazing dat Open Doors een gebedsestafette aan het organiseren is. Ik begrijp hoe men daartoe komen kan. In de eerste brief aan de Thessalonicensen staat inderdaad letterlijk: „Bidt zonder ophouden.” Ook in Handelingen 1 lijkt een voorbeeld van een constante gebedsvorm te staan omdat zij „eendrachtig volhardende waren in het gebed.” Maar ook daar bidden ze niet constant, want in de tussentijd houdt Petrus nog een toespraak en kiezen ze -ook onder gebed- de vervanger van Judas.Kortgeleden hoorde ik een predikant zeggen: „Als u de ene tekst niet kunt rijmen met de andere dan klopt uw uitleg niet.” Dat is natuurlijk volkomen correct. Want achter elke Bijbeltekst zit uiteindelijk dezelfde Auteur en Die spreekt Zichzelf nooit tegen.
Als je ”bidt zonder ophouden” uitlegt als een constante stroom van gebeden, kan dat onmogelijk kloppen met het je terugtrekken in de binnenkamer.
In de Bijbel zijn van Mozes tot Johannes duidelijke voorbeelden van gebeden te vinden. Die werden echt niet volcontinu uitgesproken, maar op het moment dat het nodig was. Er werd gewoon gewerkt.
Al uw wegen
Bidden zonder ophouden moet gezien worden in het licht van onder meer Spreuken 3:6: „Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken.” Een christen moet bij alles wat hij doet de Heere betrekken. Heel het leven en alle werkzaamheden zijn aan Hem gewijd. Een nieuw project? Een nieuwe dag? Begin met het opdragen ervan aan God. Dát is bidden zonder ophouden.
De Heere Jezus vertelde een gelijkenis over een man die ’s nacht om twee uur aan de deur klopte om brood. Hij zegt: om zijn onbeschaamdheid zul je hem die broden geven. En als een christen -terwijl hij slecht is- zo op een verzoek reageert, hoeveel temeer de Vader in de hemel.
Het estafettegebed doet me aan zo’n situatie denken, maar dan een graadje erger. Deelnemers gaan niet op een ongepast moment voor Gods troon staan, want het moment klopt: China is vaak in de publiciteit. Ze volstaan niet met een welgemeend gebed, maar bidden over gebedspunten die worden toegestuurd en dat 24 uur achter elkaar. Nou, als God na 24 uur nog niet gezwicht is, weet ik het ook niet meer.
Als God verhoring geeft op dit gebed -wat ik natuurlijk wel hoop- dan zal dat absoluut geen gevolg zijn van de vorm en de duur van dat gebed. Maar om de onbeschaamdheid van het ’zeuren’ heeft Hij dan verhoring gegeven. Ik zou er niet blij mee zijn als God mij onbeschaamd zou noemen.
Genade
Bidden moet niet worden overschat en niet worden onderschat, net als zo veel geloofszaken. Een christen die het bidden nalaat omdat hij bijvoorbeeld denkt dat God Zijn gaven sowieso wel uitdeelt aan wie dat nodig heeft, hoeft niet op die gaven te rekenen. Als iemand uit onwetendheid iets niet aan Hem vraagt, is dat wat anders, want God geeft meer dan mensen zelf beseffen. Maar als iemand uit gemakzucht geen gebed meer uitspreekt, zal God Zich ook stilhouden. Dat is een ónderschatting.
Overschatten is het andere uiterste. Het gebed zelf is niet de oorzaak van de verhoring ervan. De oorzaak van verhoring is Gods soevereine genade waarmee Hij geeft aan wie Hij wil. Het gelovige gebed vermag van zichzelf helemaal niets, het vermag slechts veel omdat God het in zijn genade verhóórt, niet omdat het uitgesproken wordt. Jakobus schreef ook dat er dan niet mag worden getwijfeld aan die verhoring omdat die anders zeker zal uitblijven.
Een estafettegebed is geen uiting van geloofszekerheid. Elia had op de Karmel aan een paar zinnen genoeg.