Duyvendaks bekentenis
Het Kamerlid voor GroenLinks (GL) Duyvendak heeft beleden in 1985 betrokken te zijn geweest bij een inbraak in het ministerie van Economische Zaken. Daarbij maakte hij plannen voor de bouw van een kerncentrale buit. De toenmalige minister, Van Aardenne, kwam door de diefstal in grote problemen.
Duyvendak beschrijft die kraak in een boek dat over enkele weken moet verschijnen. In een verklaring die hij woensdagavond uitgaf, laat hij weten inmiddels afstand te nemen van dit soort acties en die nu -achteraf- te veroordelen. Hij is tot het inzicht gekomen dat activisme binnen de grenzen van de wet moet blijven.Ieder mens kent in zijn levensgeschiedenis bladzijden die hij achteraf betreurt. Wanneer iemand daarover in het openbaar zijn schuld belijdt en spijt betuigt, is het de plicht van zijn omgeving om hem te vergeven.
Daarvan uitgaande, zou elk Kamerlid en elke burger Duyvendak onmiddellijk de hand van vergeving en verzoening moeten geven.
Het is echter in dit geval wel moeilijk om dat te doen. Er is namelijk verschil tussen bekennen dat je iets hebt gedaan en belijden dat je fout was. Duyvendaks verhaal is meer een bekentenis dan een belijdenis.
Hij geeft toe betrokken te zijn geweest bij de actie, maar noemt deze in zijn komende boek nog steeds „een groot succes.” Daarin klinkt onmiskenbaar een zekere trots door. Terecht dat de andere fracties in de Kamer zich daarover ontzetten en opwinden. Niemand kan trots zijn op zwarte bladzijden in zijn levensboek.
Dat Duyvendak zegt nu in te zien dat acties altijd binnen de grenzen van de wet moeten blijven, klinkt mooi, maar is feitelijk een overbodige mededeling. Het zou eens anders zijn. Dan nam Duyvendak de Kamer en ook zichzelf niet meer serieus.
Als lid van het parlement is hij uiteindelijk de wetgever. Wanneer hij zou vinden dat actiegroepen de wettelijke grenzen met voeten mogen treden, zou hij zijn eigen dagelijkse werk belachelijk maken.
Echt problematisch is, dat het GL-Kamerlid niet terugkomt op het feit dat hij in 1996 in Het Parool glashard ontkende betrokken te zijn geweest bij de kraak op het ministerie. Die leugen telt kennelijk minder zwaar dan de inbraak op zichzelf.
In het politieke spel gelden, normaal gesproken, andere regels. Een minister die de Kamer verkeerd voorlicht of publiekelijk onwaarheid spreekt, kan vrijwel altijd zijn biezen pakken. Waarom dan niet een Kamerlid dat hetzelfde heeft gedaan en daar nog niet eens op terugkomt?
Zeker een vertegenwoordiger van GroenLinks, een partij die op een aantal terreinen hoge ethische normen stelt en anderen daar geregeld op wijst, moet beseffen dat dit niet kan. Hier staat de geloofwaardigheid van hem en zijn fractie ter discussie.
Van Kamerleden die de taak hebben het volk de wet te stellen, mag worden verwacht een onbesproken verleden te hebben. Duyvendak heeft dat bepaald niet, want vóór 1985 zat hij ook nog eens zes weken in de cel vanwege acties. Hem rest maar één ding: vertrekken uit de Kamer. Overtredingen bekennen is één, ze belijden is twee en de consequenties eruit trekken is drie.