Zondagsrust voor olympisch kampioen
Titel: ”Running the Race: Eric Liddell, Olympic Champion and Missionary”
Auteur: John W. Keddie
Uitgeverij: Evangelical Press, Darlington, 2007: ISBN 9 780852 34655
Pagina’s: 256
Prijs: prijs 8,95 pond (11,40 euro).
Eric Liddell groef met een schepje een holletje in het gruis voor zijn voet. In de jaren twintig kenden de atletiekbanen immers nog geen startblokken. Toen hij klaar was, bood hij zijn tegenstanders zijn schepje aan, om ook hen een flitsende start te bieden. Zelfs toen Liddell het olympisch goud won, bleef hij een verbazingwekkend voorbeeld van christelijke nederigheid. Als Eric Liddell geen kampioen hardlopen was geworden, dan was hij het geweest in aandacht voor de ander. Dat maakt het boek ”Running the Race” van ds. John Keddie wel duidelijk.
Eric Liddell (1902-1945) werd geboren in China als zoon van de Schotse zendeling James Liddell. In 1920 ging hij studeren aan de universiteit van Edinburgh. Daar kwam het verzoek of hij wedstrijden wilde rennen. Al eeuwenlang hebben Engelse en Schotse universiteiten een bloeiend sportleven. Hij legde zich toe op twee afstanden, namelijk de 100 yards (91,4 meter) en de 220 yards (min of meer 200 meter). Vrijwel altijd eindigde hij bij de eersten. De wedstrijden -veelal op zaterdagmiddag- trokken vaak duizenden mensen.
Eric besloot zich onder leiding van een trainer te stellen. Aanvankelijk viel dat tegen. Lopen op een baan zonder toeschouwers stimuleerde niet. Vaak was het ook slikken bij de correcties van de trainer, maar al spoedig zag hij het nut ervan in. Hij was nog maar kort actief, toen de Glasgow Herald al een olympisch atleet in deze Liddell zag.
Dit ging zo een paar jaar door. In de zomer rende hij in wedstrijden tegen studenten van andere universiteiten in Schotland. Op nationaal niveau mat hij zich met Engelse sprinters. En in het winterseizoen speelde hij rugby, waarbij hij vooral zijn hardloopkwaliteiten inzette.
Draad
Ondanks het actieve sportleven was Liddell een „uitstekende” student. Discipline liep als een rode draad door heel zijn leven.
Ook op geloofsgebied was er ontwikkeling. Volgens Keddie is niet precies te zeggen wanneer Liddell bewust tot geloof kwam, Al vanaf 1917 was hij lid van de Congregational Church in Edinburgh. Het is niet duidelijk of dit het gevolg was van een belijdenis van persoonlijk geloof, zoals in de presbyteriaanse kerken. maar zijn eerste publieke getuigenis van het geloof in Christus was in het voorjaar van 1923 voor een studentengroep.
Intussen wees alles erop dat er in Liddell een renner van wereldklasse zat. Bij vrijwel alle Schotse en Britse kampioenschappen wist hij op de 100 en 220 yards prijzen in de wacht te slepen. Regelmatig brak hij records. Gebruikelijke tijden waren voor hem 10 seconden voor de 100 yards en ruim 21 seconden voor de 220 yards. De tijden werden overigens gemeten op een gedateerde stopwatch, waarvan de score werd afgerond op vijfde secondes.
In de zomer van 1923 deed hij iets vreemds. Op een kampioenschap in Engeland liep hij 440 yards (ongeveer 400 meter) en wist die te winnen met een tijd van 51,2 seconden. Wat hem ertoe bracht ineens deze afstand te lopen, maakt het boek niet duidelijk. Uit het overzicht van al Liddells wedstrijden achterin het boek blijkt dat het weer tien maanden zou duren voordat hij de 440 yards opnieuw zou rennen.
Voor een leek op sportgebied is 400 meter gewoon het dubbele van 200 meter. Maar dat ligt toch anders. Uit onderzoek blijkt dat een atleet met één goede ademtocht ongeveer 125 meter aflegt. Wie deze afstand loopt, hoeft zich dus niet te trainen in ademhalen tijdens het rennen. Wie de 200 meter doet, moet in de tweede helft weer ademhalen. Hoewel die ademteugen tijdens het rennen minder zuurstof bevatten, kan een geoefende renner in een constant tempo de eindstreep halen.
Wie echter de 400 meter loopt, loopt na 200 meter ”tegen een muur” op. Door zuurstofgebrek beginnen de spieren melkzuur af te geven. Deze afstand vraagt dus veel techniek: eerst de krachten verdelen tussen de eerste en de tweede helft en intussen goed op de ademhaling letten.
Volgens Keddie won Liddell zijn 400 meter puur op lichaamskracht. Het eenmalig lopen van de 400 meter zonder doelgerichte training lijkt anders haast onmogelijk.
Sabbat
In 1923 schreef Eric zich in voor de 100 en de 200 meter op de Olympische Spelen in Parijs in 1924. Pas aan het eind van het jaar zag hij dat de finales van de 100 meter op zondag waren. In Schotland was hij nog nauwelijks geconfronteerd met wedstrijden op zondag. Maar nu moest Eric een keus maken.
En die keus kwam er. Liddell maakte voor iedereen duidelijk dat hij niet meedeed aan zondagssport. Keddie legt uit dat de Schotse kerken de zondag zagen als de „christelijke sabbat.” Het vierde gebod stond nog helemaal overeind, slechts de dag was verschoven. Als een van de redenen hiervoor noemt Keddie de uitstorting van de Heilige Geest op de eerste dag van de week.
Eric was geen man met wie te onderhandelen viel over zaken die voor hem principieel waren. Suggesties dat de „continentale zondag” slechts tot 12 uur zou duren, haalden niets uit. De Britse olympische organisatie heeft nog gepoogd het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zo ver te krijgen het programma om te gooien, maar dat lukte niet. Het Britse comité wilde wel graag dat Liddell zou lopen, omdat hij op zowel de 100 als 200 meter een kanshebber was.
Liddell ruilde zijn inschrijving voor de 100 meter dus in voor die voor de 400 meter. Zijn weduwe zei later dat Eric deze gang van zaken achteraf heeft gezien als Gods voorzienigheid, omdat hij hierdoor ontdekte dat deze afstand „werkelijk zijn race” was. Uit zichzelf zou hij die overstap nooit hebben gemaakt.
Nu was het keihard trainen geblazen. Maar dat viel erg tegen. Tot op het laatste moment kon Eric maar niet onder de 50 seconden komen. Sommige tegenspelers zaten ergens vlak boven de 48.
In Parijs liep hij eerst de 200 meter. Hij eindigde als derde, wat hem een bronzen medaille opleverde.
Maar op donderdag en vrijdag moest hij de 400 meter doen. Zou de man die nog nauwelijks had verloren, nu voor het oog van 60.000 toeschouwers eindelijk door de mand vallen?
Een journalist vroeg naar zijn „geheim.” „Ik loop de eerste 200 meter zo hard ik kan”, zei Liddell. „En met Gods hulp ren ik de tweede 200 meter nog harder.”
Voor kenners leek het wartaal, maar het bleek toch geheimtaal. Samen met de beste renners van de wereld stelde Eric zich op voor de finale. Ineens liep Liddell naar zijn tegenspelers en gaf hen een hand. Hij keerde terug naar zijn plaats en schoot weg zodra het pistool klonk.
Het zou één van de meest bizarre wedlopen uit de olympische geschiedenis worden. Eric spaarde zichzelf niet en ging al in de eerste 200 meter naar topsnelheid. De Zwitserse renner én houder van het olympisch record van 48 seconden, Joseph Imbach, raakte verstrikt in het touw langs de banen en viel uit.
Vlak achter hem kwam de Amerikaanse kampioen Horatio Fitch. Die kon qua tempo niet tegen hem op, maar wel qua techniek. Fitch rekende erop dat Liddell in de tweede helft zou afzakken, maar dat gebeurde niet. Het leek wel of de Schot vleugels had. In één sprint spurtte hij door naar de finish, om daar te horen dat hij met 47,6 seconden zowel een olympisch als een wereldrecord had gebroken.
Preken
Nadat de toeschouwers waren uitgejuicht, verliet Eric het veld. De gouden plak was voor hem. Toen veel andere sporters op zondag weer het veld op liepen, ging Liddell voor in een dienst in de Schotse kerk in Parijs.
Een paar dagen later ontving hij in Edinburgh -met baret en toga- zijn graad. Ook toen al waren olympische kampioenen beroemdheden, dus hij ontkwam niet aan een huldiging in St. Giles Cathedral. Daar sprak hij de woorden uit die hij eerder had gezien aan de universiteit van Pennsylvania: „Zowel in het stof van het verlies als in de lauweren van de overwinning is glorie te vinden voor wie zijn best heeft gedaan.” Diezelfde week kreeg Eric een banket aangeboden door Schotse (kerk)leiders, volgens de uitnodiging vooral vanwege zijn eerbiediging van Gods dag.
Op zondag zat hij weer in zijn ’eigen’ kerk aan Holy Corner, het kruispunt in Edinburgh waar op alle vier de hoeken een grote kerk staat. Zijn broer Rob werd uitgezonden voor de zending in China.
Eric had al besloten zijn broer te volgen naar zijn geboorteland. Ook hun ouders waren daar nog. De populairste sporter van Schotland concentreerde zich daarom op een theologische training aan het Scottish Congregational College. Op zaterdagen trok hij volle zalen tijdens evangelisatiebijeenkomsten. Velen kwam uit nieuwsgierigheid en hoorden een eenvoudige, maar indringende oproep. Toen Keddie zich in de jaren tachtig voorbereidde op het predikantschap, ontmoette hij een vrouw die tijdens zo’n dienst van Liddell tot bekering was gekomen.
De olympische ’ster’ ondersteunde in die tijd ook een protest tegen meer openbaar vervoer op zondag. Schotland was nog altijd redelijk kerkelijk, maar de bijbelgetrouwe prediking was op haar retour. Liddell riep de kerken op zich te verenigen op het punt van de zondagsheiliging. Rust zou de hele natie goed doen.
In juni 1925 zag het in Edinburgh zwart van de mensen die Liddell uitzwaaiden toen hij naar China ging. Aan het Anglo-Chinese College in Tianjin, niet ver van Peking, zou hij proberen jongens van politici en zakenlui met het christendom in aanraking te brengen. Later legde hij zich toe op het bezoeken en toerusten van gemeentes in de omgeving.
Tijdens zijn verlof in 1932 in Schotland werd Liddell bevestigd tot predikant. In die periode leerde hij ook de Canadese Florence Mackenzie kennen. Ze trouwden in 1934 in Tianjin.
Het echtpaar kreeg drie dochters. Toen Florence in 1941 de jongste verwachtte, was zij vanwege de Chinees-Japanse oorlog gedwongen naar Canada uit te wijken. Eric heeft zodoende zijn jongste dochter nooit gezien.
Begin 1943 sloten de Japanners de westerlingen op in een interneringskamp. Het leven was daar bikkelhard. Eric ontwikkelde zich daar als een leidersfiguur. Hij organiseerde kerkdiensten en gebedsuren. Ook hier ontmoedigde hij het sporten op zondag. Een kamergenoot beschreef later hoe Liddell dagelijks om 6.00 uur opstond om zich te wijden aan Bijbelstudie en gebed.
In februari 1945 stierf hij aan een hersentumor. Tegen de Schotse verpleegkundige Annie Buchan sprak hij zijn laatste woorden: „Annie, het wordt overgave.” Pas maanden later bereikte dit nieuws Canada en Schotland. In diverse steden werden herdenkingsdiensten gehouden.
Bevrijdend
De bedoeling van Keddie was een boek te schrijven waarin het sportieve met het christelijke aspect was verweven. Daarin is hij zeker geslaagd. De schrijver blijkt op beide terreinen goed thuis.
Keddie beschrijft hoe de liefde tot God Liddell er niet van weerhield van sport te genieten. Voor hem hoorde het spel tot Gods schepping. Zoals alle andere gaven is deze goed te gebruiken, maar ook op zondige manieren te misbruiken.
Zijn bijbelse denken hielp hem wel alle belangen in evenwicht te houden. Het hardlopen zoog niet alle aandacht op.
Keddie stelt de vraag: Was Liddell door genade een betere renner? „Ja en nee”, antwoordt hij. Geloof verandert niemands conditie en gestel. Maar anderzijds heeft „vrede met God wel een bevrijdend effect op de mens.”
Keddie vraagt zich af of er ooit „een tweede Eric Liddell” op het veld te verwachten is. Hij acht dit onwaarschijnlijk. Om vandaag een hoog niveau te bereiken, moet je de sport wel „min of meer verafgoden.” De top blijft onbereikbaar voor wie goed rentmeesterschap met zijn tijd bedrijft. Ook wordt inmiddels overal volop op zondag gesport. Kortom, de ambities van de huidige topsport botsen met de christelijke beginselen.
Dit boek is vooralsnog alleen in het Engels beschikbaar, maar Keddie schrijft beslist toegankelijk. Daarmee is het in elk geval uiterst geschikt als cadeautje voor een middelbare scholier wiens aandacht naar de sport uitgaat.
Engelsen zijn gek op sport. Overal waar Engelsen hun sporen hebben getrokken, ontmoet je Bijbelgetrouwe christenen die zonder scrupules van sport genieten. Zo zei de Zuid-Afrikaanse Calvijnvertaler prof. H. W. Simpson eens tegen iemand die op zaterdagmiddag langs wilde komen: „Kom in elk geval niet te vroeg, want ik moet eerst rugby kijken.”
De schrijver van het boek over Liddell, ds. John W. Keddie (1946), is daar ook een voorbeeld van. Enerzijds verdedigt hij in ”Sing the Lord’s Song” het uitsluitend zingen van psalmen, zonder enige instrumentale begeleiding. Anderzijds publiceerde hij veel op het gebied van sportgeschiedenis. Hij houdt daarbij van de statistiek (vandaar de volledige lijst met wedstrijden en tijden achterin het boek). In 1982 schreef hij het officiële herdenkingsboek bij het 100-jarig bestaan van de Schotse atletiekvereniging.
Keddies artikelen over Liddell trokken begin jaren tachtig de aandacht van de filmwereld. Dit leidde tot de rolprent ”Chariots of Fire” in 1981, waarin het leven van Liddell is neergezet.
In een artikel in Evangelical Times in 2006 (later vertaald in deze krant) stelde Keddie dat spel en competitie -net als muziek- gaven van de Schepper zijn, die echter wel onder Zijn heerschappij moeten staan.
Keddie was zelf in 1965 Schots kampioen hink-stap-sprong. Sinds hij kennisnam van Liddells visie op de zondagssport, heeft hij nooit meer op zondag getraind. Het getuigenis over het ’discipelschap’ van de atleet speelde een grote rol in Keddies eigen bekering.
Ds. Keddie is vanaf 1987 predikant van de Free Church of Scotland (Continuing) op het eiland Skye. Dit jaar is hij voorzitter van de synode.