Walesa werd opgeroepen als getuige in de rechtszaak tegen generaal Wojciech Jaruzelski, voormalig communistisch leider van Polen.De 84-jarige Jaruzelski wordt ervan beschuldigd in december 1970 als minister van Defensie opdracht te hebben gegeven op dokwerkers te schieten die protesteerden tegen hoge voedselprijzen. Zeker 44 mensen werden daarbij doodgeschoten.

Walesa, die begin jaren tachtig de vakbond Solidariteit oprichtte en daarmee een van de grootste tegenstanders van het communistisch regime in Polen werd, sprak in coulante en vergevingsgezinde termen over zijn oude rivaal, die hij in 1990 als president opvolgde. Walesa: „We veroordelen het zwaard, maar niet de hand of het hoofd. Het is van belang om hier te zeggen dat dat (communistische, red.) systeem was gebaseerd op afhankelijkheid, dat beslissingen niet hier werden genomen, dat we indertijd afhankelijk waren.”

Er leek weinig vijandigheid te bestaan tussen de voormalige opponenten. Tijdens een korte onderbreking van de rechtszitting schudden de twee elkaar de hand en spraken zij met elkaar. De advocaat van Jaruzelski denkt dat Walesa’s opmerkingen een ander licht op de zaak tegen zijn cliënt werpen.

Onduidelijk is nog wanneer de rechters vonnis zullen wijzen in de zaak, die zich al zeven jaar voortsleept, onder andere doordat een aantal rechters ziek is geworden tijdens het proces en door procedurele kwesties.