Het beursgenoteerde OPG, de grootste uitbater van apotheken in Nederland, maakte vrijdag bekend 250 banen te schrappen als gevolg van dit beleid.De onderneming, ook actief als groothandelaar in geneesmiddelen, moest fors afboeken op de waarde van zijn Nederlandse apotheken. Volgens het wettelijk geldende preferentiebeleid moeten zorgverzekeraars elk halfjaar per werkzame stof de goedkoopste geneesmiddelen aanwijzen. Alleen die medicijnen worden vergoed. Duurdere medicijnen komen voor rekening van de patiënt.

Daar komt bij dat een aantal medicijnen fors in prijs is gedaald, een aantal patentloze zelfs met 80 tot 90 procent. Cholesterolverlager Simvastatine bijvoorbeeld kostte in 2003 49 euro per doosje. Begin van dit jaar was de prijs gezakt naar 8 euro en inmiddels gaat het middel voor 1,25 euro over de toonbank.

Apothekers konden jarenlang rekenen op een bonus van farmaceuten als zij hun medicijn verstrekten. Die inkomsten vallen nu weg, zonder dat de overheid compensatie biedt.

Minister Klink van Volksgezondheid heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gevraagd onderzoek te doen naar de inkoopvoordelen van apotheken, voordat hij een beslissing neemt over eventuele compensatie. Die beslissing wordt pas in november verwacht. OPG-topman Marc van Gelder rekent erop „dat de redelijkheid zal zegevieren.” De topman wijst erop dat een apotheek gemiddeld 8000 patiënten bedient. Dat is Europees gezien zeer efficiënt, aldus de OPG- topman. „Willen de politiek en de zorgverzekeraars dat op het spel zetten? Ik denk het niet.”

Volgens Van Gelder is een aantal apothekers in financiële problemen geraakt. „Per apotheek is er ongeveer een tekort van 200.000 euro door het preferentiebeleid. Dan is het voor jonge startende apothekers moeilijk het hoofd boven water te houden.” Met een aantal van zijn klanten heeft OPG betalingsregelingen getroffen.