Boeken aan de ketting
Bij de uitdrukking ”aan de ketting” zullen de meeste lezers niet direct aan een bibliotheek denken. De term staat regelmatig op de voorpagina van de krant als er bijvoorbeeld in Rotterdam of Amsterdam een schip met verdachte lading wordt vastgelegd. Een arrestatie te water dus. Maar een doorgewinterde boekenliefhebber denkt bij ”aan de ketting” direct aan Zutphen, waar in de prachtige Sint-Walburgiskerk een indrukwekkende bibliotheek staat.
In de Librije van de Zutphense kerk liggen de boeken op houten schragen, vergrendeld aan een ketting. Wie denkt dat cultuurbarbaren dit op hun geweten hebben, vergist zich. De kettingen zijn juist bedoeld om andere barbaren -het dievengilde- buiten de deur te houden. De geschiedenis heeft overigens geleerd dat men daar maar ten dele in geslaagd is.Bij een bezoek aan de kerk en bibliotheek zou je graag een boek ter hand nemen om erin te bladeren. Je wilt immers wel weten wat men in de loop der eeuwen in Zutphen heeft aangeschaft. Maar het zal nooit lukken de boeken letterlijk in handen te krijgen. Dat hoeft ook niet meer, want we beschikken nu over een overzicht. A. D. Renting en zijn echtgenote J. T. C. Renting-Kuijpers hebben een catalogus samengesteld, die hét handboek voor de komende 150 jaar zal zijn. Het boek is 6 centimeter dik, weegt ongeveer 2 kilo en telt 894 pagina’s. Levendig wordt de geschiedenis van de bibliotheek beschreven: geen droge opsomming van feitjes en jaartallen, maar een verhaal dat je meeneemt, de eeuwen door.
Reformatie
Al in de middeleeuwen is Zutphen een belangrijke stad, centrum van onderwijs en wetenschap. Aan de kerk is een kapittelschool verbonden. De Gelderse adel steunt de school en neemt vooral de juristen in dienst. De vele juridische werken uit de beginperiode van de bibliotheek zijn daar een signaal van. De bestuurders maken van de bibliotheek een ”openbare bibliotheek”. Ze is vrij toegankelijk, ook voor niet-kerkelijke gebruikers. Een bibliothecaris is er niet en enig toezicht ontbreekt, dus de boeken worden aan de ketting gelegd. Daar mogen we overigens niet uit afleiden dat er geen zorg aan de bibliotheek is besteed. Er zijn stapels oude rekeningen van boekbinders bewaard gebleven, zelfs uit de zestiende eeuw.
Op de samenstelling van de bibliotheek wordt goed acht geslagen. Ketterse boeken komen niet binnen. De index wordt nauwkeurig gevolgd. Maar Luther, Calvijn, Hus en anderen weten toch binnen te komen, nog eerder dan hun boeken. De Deventer boekbinders Vincent Russenberg en Wilhelmus de boekbinder gebruiken namelijk een zogenaamd rolstempel met de portretten van Luther en Calvijn - en op die manier zijn de portretten aanwezig op bepaalde boeken.
Na de Reformatie krijgen predikanten een grote invloed op de bibliotheek, al heeft niet iedere predikant er evenveel belangstelling voor. In de periode van Wilhelmus Baudartius, Sebastiaan Damman en Petrus Gellius de Bouma krijgt de reformatorische theologie sterk de aandacht. Renting schrijft: „Standaardwerken op het gebied van algemene geschiedenis en kerkgeschiedenis en de werken van Luther, Calvijn en Zwingli werden aangeschaft. En als het kerkbestuur niet kon betalen, wendden de predikanten hun grote invloed aan om van de Magistraat financiële ondersteuning te verkrijgen.”
De groei gaat helaas niet gestaag door en komt in het midden van de achttiende eeuw tot stilstand: „Behoudens met een enkel exemplaar, groeide de collectie na 1731 niet meer.” De belangstelling ebt weg. Het beheer over de bibliotheek wordt in handen gelegd van „de oudste predikant, met tevens het genot van het daartoe staande honorarium van 25 gulden jaarlijks”, schrijft Renting. En hij voegt er fijntjes aan toe: „De hoogte van het honorarium is dan al bijna tweehonderd jaar niet veranderd.” Dat werkt verwaarlozing in de hand - eind negentiende eeuw is de bibliotheek tevens kinderspeelplaats.
Verloren gegaan
Er is in Zutphen in de loop der eeuwen letterlijk heel wat afgesjouwd met de boeken. De boeken werden zelfs een tijdje opgeslagen in een pakhuis. Dat zal mede de oorzaak zijn dat er veel is zoekgeraakt. Volgens een oude catalogus bezat de bibliotheek in 1570 357 boeken. Daar zijn er in 2008 nog maar 105 van aanwezig. Dat veel boeken verdwenen zijn komt niet alleen door diefstal, maar ook doordat er veel boeken zijn uitgeleend en nooit meer teruggebracht. Dat was geen boze opzet, maar slordigheid. Als iemand langdurig een boek uit een bibliotheek in bezit heeft en die persoon overlijdt plotseling, dan is de kans groot dat het geleende boek binnen de familie doorgegeven of verkocht wordt.
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de bibliotheek de aandacht die ze waard is. De Librije is nog steeds een belangrijk studiecentrum, maar ook een boekhistorisch museum. De catalogus is een uitmuntend instrument om de bibliotheek te raadplegen. De beschrijving die de Rentings geven van de bibliotheek is boeiend, maar de catalogus is boven alle lof verheven. Ieder boek is volgens de regels van de bibliografie beschreven en de registers geven alle mogelijke ingangen: je kunt zoeken op jaartal, plaats of naam van een uitgever, op verwijzingen naar vroegere catalogi, zelfs op aangetroffen bezoekersnamen.
Bij vier bladzijden van het register stokte mijn adem. ”Register op de verloren gegane exemplaren”… Er blijken 304 boeken te zijn zoekgeraakt, waaronder enkele unica. Maar wat er overgebleven is, is nog om van te likkebaarden.
Iedere bibliotheek, bibliofiel, antiquaar en gespecialiseerde boekhandelaar behoort dit boek binnen handbereik te hebben. Stel de aankoop niet uit, want de oplage bestaat slechts uit 500 exemplaren. En voor wie de catalogus te uitgebreid is: breng eens een bezoek aan de Librije in Zutphen. Ook voor de hogere klassen van het middelbaar onderwijs is een dagje Zutphen (historische Hanzestad, met fraaie kerk en bibliotheek) zeer de moeite waard.
N.a.v. ”Catalogus van de Librije in de St.-Walburgiskerk te Zutphen”, door A. D. Renting en J. T. C. Renting-Kuijpers; uitg. Philip Elchers, Groningen, 2008; ISBN 978 90 5048 099 4; 894 blz.; € 85,-.