ABP en DNB beleggen in Freddie en Fannie
Ambtenarenpensioenfonds ABP heeft voor 8,6 miljard euro belegd in de noodlijdende Amerikaanse hypotheekfinanciers Fannie Mae en Freddie Mac. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft obligaties ter waarde van 750 miljoen euro in de twee bedrijven.
Dat meldden ABP en DNB donderdag naar aanleiding van een bericht in NRC Handelsblad.De twee hypotheekverstrekkers, die garant staan voor ongeveer de helft van alle huizenleningen in de Verenigde Staten, hebben zwaar te lijden onder de crisis op de huizenmarkt. Om zorgen van beleggers weg te nemen, kondigde de Amerikaanse regering onlangs aan de kredietverlening aan de financiers te vergroten.
Het ABP benadrukt dat zijn beleggingen in Freddie en Fannie „de facto risicoloos” zijn, omdat die zijn gekoppeld aan hypotheekproducten. „Het risico op de totale beleggingen staat vrijwel los van de kapitaalpositie van Freddie of Fannie. Als Freddie of Fannie omvalt, blijven de onderliggende zekerheden gewoon bestaan.”
ABP en het Pensioenfonds Zorg en Welzijn van Nederland, de twee grootste pensioenfondsen in Nederland, hebben het afgelopen halfjaar geleden onder de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende malaise op de aandelenmarkten. Ze verloren samen ruim 14 miljard euro op hun beheerd vermogen. Desondanks lijkt het erop dat ze de pensioenen grotendeels kunnen repareren voor inflatie. Vooral door de gestegen rente.
Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn verloor in de eerste zes maanden van dit jaar 2,7 procent op zijn beleggingen. De dekkingsgraad, de mate waarin een pensioenfonds aan zijn verplichtingen kan voldoen, steekt met 143 procent nog ver uit boven de grens van 125 procent. Het fonds voor werknemers in de zorg, het voormalige PGGM, besluit later dit jaar of het zijn deelnemers volledig compenseert voor inflatie. Maar de verwachting is vooralsnog dat dit zogenoemde indexatiebesluit positief uitvalt.
De buffers van het ABP, het fonds voor leraren en ambtenaren, zijn momenteel nog onvoldoende voor volledige compensatie. Het ABP indexeert pas volledig bij een dekkingsgraad van 135 procent. „We zitten wel redelijk dichtbij met 132 procent”, aldus een woordvoerder.
De onzekerheid op de financiële markten kan volgens het op twee na grootste pensioenfonds ter wereld nog enige tijd aanhouden. „Wat dit voor de dekkingsgraad zal betekenen, is moeilijk te zeggen. Die is namelijk afhankelijk van een groot aantal factoren: van het beleggingsrendement uiteraard, maar ook de rentestand speelt een zeer invloedrijke rol. Die kunnen we niet voorspellen.”
Het ABP, dat het afgelopen halfjaar een verlies op beleggingen boekte van 5,1 procent en zijn vermogen zag teruglopen van 217 naar 205 miljard euro, probeert momenteel ook te profiteren van scherp geprijsde aandelen. „Door in te spelen op overdreven negatieve sentimenten kunnen beleggingstitels tegen aantrekkelijke prijzen worden aangekocht”, aldus het pensioenfonds. Het ABP kocht onlangs voor ongeveer 500 miljoen euro nieuwe aandelen van de geplaagde bank-verzekeraar Fortis.
Onduidelijk is nog of pensioendeelnemers de rekening gepresenteerd krijgen in de vorm van hogere premies. Het ABP noch het Pensioenfonds Zorg en Welzijn wil hierop vooruitlopen.
Ook twee kleinere fondsen, het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en het Pensioenfonds Metalektro (PME), publiceerden donderdag hun cijfers. PMT heeft in het tweede kwartaal „de financiële positie verbeterd ondanks de kredietcrisis.” Het beleggingsrendement was met 0,8 procent laag, maar de dekkingsgraad steeg niettemin van 128 tot 135 procent. De stijging is te danken aan de gestegen rente.
PME zit met een dekkingsgraad van 127 procent krapper bij kas. „Als grote belegger zijn we gevoelig voor financiële markten”, aldus een woordvoerder van PME. „De stijgende rente is positief, maar van de andere kant was de onrust de afgelopen twee weken zeer groot.”
Bij een dekkingsgraad van minder dan 125 procent worden deelnemers van PME niet meer volledig gecompenseerd voor inflatie en worden bovendien de premies verhoogd. Die beslissing wordt echter pas in september genomen. „Het beweegt momenteel heel veel. Het kan nog alle kanten op.”